Lezing De Gruyter Azijnfabriek

Printerversie
Gepubliceerd op: 13-09-2000 | Gewijzigd op: 21-03-2010
De tentoonstelling over het Bossche kruideniersgeslacht De Gruijter [oktober 2000] bracht allerlei activiteiten teweeg en maakte emoties los rond dit Bossche fenomeen.
Oud-De Gruytermedewerkers belegden een lezing in de Azijnfabriek en er kwam opnieuw een boek uit. 
Deze pagina belicht de discussies en voordrachten tijdens de lezing op 13 september 2000.

Inleiding
Voordracht Charles de Mooij
Lezing Cees van den Oord
De tentoonstelling
Forumdiscussie
Henk Koedijk [o.r.]
Willem van den Dries
======================

Inleiding
Bijeenkomst in de Azijnfabriek [woensdag 13 september 2000]
In de Azijnfabriek werd op woensdag 13 september 2000 een bijeenkomst belegd met oud-DG-medewerkers. In de hausse rond DG is de idee geboren om nog eens over het bedrijf na te kunnen praten. Aanleiding is natuurlijk de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum [NbM] en een tweede boek over De Gruyter van dr. Kees van den Oord.
Na de pauze leidde oud-directeur Willem van den Dries een forum. Aan de gesprekstafel namen zitting: reclameman Cor Versteeg, oud-secretaris Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen drs. Jan Beks, Henk Koedijk [or] en Arie Booster [inkoper].
Inleider Vincent Verberk van de Kring Vrienden van ‘s-Hertogenbosch [organisator van de avond]. Verberk leidde Charles de Mooij [conservator NbM] en dr. Kees van den Oord auteur van de ‘Geschiedenis van een kruideniersimperium’ in.

Voordracht dr. Charles de Mooij
Charles de Mooy, conservator van het Noordbrabants Museum, die bij de opening een uiteenzetting gaf over de voorbereidingen van de tentoonstelling.
-foto © gerard monté, 13 september 2000.

Plannen om iets over DG te gaan ondernemen ontstonden tijdens een bedrijvenkontaktdag in de Brabanthallen, waar Hennie van Scharenburg [HvS], directeur van het DG-museum in Noordwijkerhout met een kraam aanwezig was. Ik vond dat de collectie van HvS in Den Bosch thuishoort. Maar ‘Den Bosch had zijn kansen gehad’, aldus HvS.
Dankzij de kontakten met Paul Kriele bleven we op de hoogte van de veranderingen mbt het DG-museum in Noordwijkerhout.
Eind 1998 volgde er een nieuw signaal over de situatie van het psychiatrisch ziekenhuis in Noord- wijkerhout. De directie had HvS aangezegd de boel op de bandbare zolders weg te halen! Het zou in dit instituut niet meer thuishoren.

Charles de Mooij mijmerend over HvScharenburg: de tijd had zijn werk gedaan. Den Bosch zou een goede plaats zijn voor de collectie. Dat was aanleiding in bredere opzet aandacht te besteden aan de betekenis van De Gruyter voor Den Bosch.
In januari -februari 1999 werd de collectie overgebracht naar het NbM mbv vrijwilligers van de Kring die dmv van tellen en meten [vooral veel meten] de kollektie hebben geïnventariseerd.
De Mooij: duizenden stuks bezitten is één, maar een collectie laten zien is twee..’
Het plan voor een expo werd uitgewerkt. We wilden een wetenschappelijke benadering. De sociaal economische betekenis van het bedrijf voor Den Bosch is wel bekend, maar DG heeft ook voor heel Nederland veel betekend.De archieven van DG gedeponeerd bij de Steenkolen Handels Vereniging bleken nog ongeopend. De SHV geeft ze niet ter inzage. Daarom slaagden we er niet in om een wetenschappelijke publicatie uit te brengen. Dr. Kees van den Oord, docent en auteur [jubileum Stedelijk Gymnasium], die te goeder naam en faam bekend staat was daartoe aangezocht.
Wat de expositie betreft: In breed perspectief, zonder wetenschappelijke benadering zouden we een tentoonstelling op gaan zetten.

De tentoonstelling 

De tentoonstelling bestaat uit :
I. De directie
Doel is om hun invloed te belichten en bijvoorbeeld de directiekamers te laten zien. Dankzij reportages en dokumenatie kunnen we dat doen. 
Verder komen de portrettengalerij, de schilderijen van Eppo Doeve [ze liggen bij Albert Heijn] en de personen zelf aan bod.
Het geluidsarchief, ook weer dankzij Paul Kriele [ChdM haalt het interview met Lodewijk aan en imiteert hem.], fotoarchief en er bestaat een Langspeelplaat van Paul de Gruijter.Opgenomen in New York waar Paul in 1948 sprak over de nationale betekenis van De Gruyter uit Den Bosch: de fabrieken, winkels etc.
De winkels komen volop weer boven. Volgens krantenberichten zijn er in Sneek, Rotterdam winkels die worden gerenoveerd en/of in oude luister hersteld.
Aanwezigen noemen initiatieven uit Venlo, Breda, Tilburg en Utrecht waar DG-winkels in de belangstelling staan.
De Mooij:’We willen die nostalgische sfeer terug te halen op de expo.

’II. De Winkels- De Oude winkels DG was een zuinige zaak.
- De latere variant van de jaren 50-60 dat wordt moeilijker omdat er veel is weggegooid.

De inrichting volgens het Breedveldsysteem en de Store Best inrichtingen uit 50-60-iger jaren zijn nauwelijks ergens terug te vinden. Toevallig heeftd eigenaar van de Jeans zaak op Hinthamepromenade 31 de houten schappen wel bewaard en die staan in het NbM.

III. De bezorgdienst
Het motto in de jaren voor en na de oorlog was: ‘Heel Nederland is DG-klant’.
Er is een motorcareer die door een particulier werd opgeknapt uit 1956.IV. de fabrieken
Het NbM heeft contact gehad met de dochter van Scholz die een oude koffiebrander cadeau gaf. Die brander is gekomen in de plaats van ‘de Ezel’ uit het fabriekje ‘De Lintmolen’ in de Orthenstraat.
Er zijn films, er is de collectie van HvS en van particulieren.
Een onderwerp uit de jaren dertig is bijvoorbeeld de arbeidsanalyse.In een fabrieksachtige opstelling die natuurlijk de kwaliteit van de producten zal uitstralen brengen we de werksfeer terug .
Op de expo zal veel over de productie te zien zijn en uiteraard over de magazijnen ! Hier ligt niet één pakje maar volop koffie en thee opgestapeld. De aroma’s van DG keren er terug.De Werkomstandigheden en de sfeer van het werken in de fabrieken zullen mede dankzij Paul Kriele weer tot de verbeelding gaan spreken.
Anecdoten: in 1946 is er een excursie geweest, daarover gaat een oude film.

Kort na de oorlog [opeenhoping van jubilea in 1946] is er een bootreis voor de dames en heren van het kantoor georganiseerd, apart van de heren van de fabrieken [de arbeiders] en apart voor de meisjes van de fabriek. Van die film zijn nog twee exemplaren aanwezig.
Vanaf 1955 draaide DG een promotiefilm over het bedrijf. Die werd vertoond bij de excursies van de huisvrouwen. Vanaf de jaren dertig zijn er excursies georganiseerd. De bezoeksters liepen via balkons door de fabrieken. Er staan tienduizenden bezoeken geregistreerd met de alom bekendegroepsfoto genomen op het dak naast de koffie-en theetoren of voor de hoofdingang aan de Veemarktkade.
De titel van de promotiefilm was ’Gerritje in BeWa-land’ wat betekende Betere Waar land. Daarin figureerde tv-omroepster Fertie Dixon in een verhaal over een huishouden. De echtgenoot zegt: Ik wil alleen ‘t fijnste van het fijnste..Het is een ouderwetse en charmant vertoond verhaal van het beeld in een gezin in die jaren. Maar DG brengt het wel erg belerend.
Onderwerpen zijn o.a. : de promotie van de koffie en de thee, het laden en lossen, het proeven en het vervoer.

Indruk van de zaal in de Azijnfabriek

foto © gerard monté

 

Charles de Mooy over de expo: 'We hebben niet geprobeerd een nostalgisch beeld over DG samen te stellen want nostalgie is een slechte raadgever voor een historische benadering. Er is natuurlijk wel sentiment ingeslopen. Emoties bemerk je bij elke bijeenkomst waar alle verhalen over DG nog eens boven komen. Die wil men weer horen.
De Gruyter is geen afgesloten hoofdstuk. DG is een open verhaal... '
============
Lezing door dr. Kees van den Oord
De auteur van het tweede DG-boek zegt herhaaldelijk dat er weinig bronnen over DG bestaan.
Van den Oord:’ChcdeM, die emoties toonde, heeft me uitgedaagd om te zeggen wat ik aan DG heb beleefd. Niets..., want mijn tante werkte bij de VégGé en daardoor mochten we niet bij DG kopen. Ik heb ‘t snoepje niet gekend en niet mogen eten.Wat is het verbazingwekkende van DG?, vraagt Van den Oord zich af.
Ik heb er nooit mogen werken geen band gehad met DG, wel de ondergang gezien, de sloop van het gele monster
Er is een oude steen, Lodewijk vroeg de man van wie ik die oude steen heb gekregen, of ie wilde kijken of achter die steen niet een koker lag.. ? Lodewijk had de eerste steen zelf in 1904 gelegd samen met zijn heef Lo. De koker kwam niet te voorschijn maar de steen is er nog.

Lezing door dr. Kees van den Oord over 'Het kruideniersimperium.
-foto © gerard monté, 13 september 2000.

Boek over De Gruyter
Vandaag- donderdag 30 november 2000- was het boek 'De Gruyter geschiedenis van een kruidniersimperium' uitverkocht. De tweede druk is besteld. Boekhandel Heinen hoopt een nieuwe voorraad nog ruim voor de Kerst in huis te hebben.
In de cadeauwinkel van het Noordbrabants Museum was het boek nog redelijk in voorraad.
lezing Kees van den Oord: De Gruyter is een fenomeen. Er zijn maar 64 pagina’s beschreven over DG. Het bedrijf is in breder perspectief belicht. Ik heb de mensen een rode draad willen meegeven.Was DG echt iets bijzonders? Ik meen van wel. Er zijn al so wie so vier verklaringen voor Piet den Dief.
Neem alleen al de 10 % korting. Door die 10% was- vlg Albert Heijn- Piet als de zakenman een dief [van zijn eigen portemonnee].

DG grootgrutter, een oud ambacht.
DE GRUYTER was in de negentiende eeuw niet bijzonder er werd met een rosmolen graan geplet.
Het was een handelaar in granen en grutterswaren.
Utrecht is de basis [..] Daar staat de eerste winkel. Hier gaat Van den Oord de fout in.
pk: 'Ook in Den Bosch kwam in 1896 die eerste winkel terwijl er al vanaf 1818 de graan-en meelhandel was gevestigd op hetzelfde adres. Het is wel zo, dat in Utrecht en Amsterdam het aantal winkels het sterkst groeide!'
Van den Oord:'Jacques heeft de winkels opgezet en Lambert de productie. Na Utrecht en Amsterdam werd Den Bosch aangepakt daar ligt toch de basis. Met de bouw van de fabrieken -na 1905 -gaat het heel hard.
Van den Oord:’DG is namelijk niet alleen Den Bosch. Gelet de aandacht die het opnieuw krijgt. Er is opnieuw volop belangstelling , vele mensen reageerden op de plannen voor de expo, er staat een artikel in de VPRO-gids van week 11-18 september.

Bedrijfsarchief
Voor een goed inzicht in de bedrijfsvoering, zo registreert spreker regelmatig, is een bedrijfsarchief onontbeerlijk. Van den Oord:’Ik kreeg een kasboek van 1909 dat iemand zo maar had meegenomen. Uit het kasboek zie je hoe systematisch DG was. In 1910 zijn er 20 winkels. Er komen magazijnen opgezet/gefunctioneerd van 1905-1918 in de dorpen rond Den Bosch.
De koffie komt ineens opzetten [pk: Met koffie banden -hetzij provisorisch-was al op Hoge Steenweg 10 en in de Lintmolen geëxperimenteerd.
Van den Oord:’Na de granen, meel en koloniale waren volgt de koffie en de thee en toen de boter. Dat is het geheim van De Gruyter.Anton Jurgens heeft geld gepompt in het bedrijf. Meer dan de helft van de aandelen had Van den Bergh in De Gruyter.

Marketing
Het aspect marketing komt in beeld: de dames komen in de plaats van de heren. [De Berlicummer Van de Ven schrijft hier een afstudeerscriptie over, aldus VdO.]
VdO vindt het affiche met de vuurtoren het mooiste door zijn uitstraling.
Magazijnen en winkels: de omzet van de winkels in DB was meer dan 2000 gulden per week, van die in Nijmegen slechts 1000 gulden per week.
Jurgens had belangen bij DG ivm het accoord dat met Lambert en Jacques over de boterinkoop was gesloten: Boter zou door Van den Bergh geleverd worden tegen inkoopprijs en verpakt in DG-papier. Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde dat hetzelfde met de zeep. [Later in het verhaal zal blijken, dat DG aan dat agreement niet wenste te tornen.]
Jurgens heeft steeds belang gehad wat VdO onderstreept met feiten: in 1907 wordt de keten van Bluyssen gekocht,
1918 Jacobs Zijlstra en Kahrel’s thee [Groningen]. Het zijn twee ketens van Unilever. Uit die overname blijkt de invloed van Jurgens op DG.

Een overzicht van de zaal in de Azijnfabriek tijdens de pauze. vlnr Marianne Keser, Charles de Mooij en Cees van den Oord.
foto © gerard monté, 13 september 2000.

De nieuwe generatie De Gruijters
De zonen van Jacques en Lambert komen probleemloos in de zaak, zij worden ingepast in de leiding
Lodewijk de Fabrieken en Gerrit de commerciële kant, Lo eerst financiën, later verhuisd naar Berlijn Lo gaat naar Otto Reichelt een concern met 143 winkels.
Vanaf 1912/13 zit De Gruyter in Düsseldorf als Piet de Gruyter und Sohn.
De Gruyter is ook in België actief : Wallonië met directie van Winandi.
De groei van DG is in die jaren heel opmerkelijk DG telde 99 winkels terwijl Albert Heijn er 75 had.

Fusiebesprekingen
Op een gegeven moment in de jaren veertig bleek, dat De Gruyter, Simon deWit, Zijlstra en Albert Heijn met elkaar in gesprek waren over een mogelijk samengaan. Albert Heijn, die in overleg was met Lambert en Jacques de Gruijter waren al tot een zover gevorderd at het een fusie zou zijn op fity- fiftybasis. De fusie ketste af. Later bleek dat Jurgens de oorzaak was, aangezien het concern een meerderheidsbelang opeiste. Overigens had Jurgens aandelen AH, maar is later uitgekocht.

Logistiek: DG was sterk in zijn logistiek de verzendhuizen dateren al van voor de oorlog. DG heeft al van vroeg in haar bestaan een bezorgdienst gehad.

In 1935-‘39 wordt langszij de Industriehaven de tweede fabriek gebouwd.Oorlog
De oorlogsjaren 40-50 vormt een donkere periode voor het bedrijf. VdO verwijst onder andere naar het actuele aspect van dagboeken [Philips]. In het dagboek van Mary Bendiks valt te lezen, dat Gerrit de Gruijter blijkbaar veel valse paspoorten in zijn bezit heeft gehad. VdO zegt, dat joden dankzij interventies van personeel aan arrestatie zijn ontkomen.
[pk:] Het is bekend, dat DG veel fictieve arbeidsplaatsen op de loonlijst had staan waardoor jonge mannen aan te werkstelling in Duitsland bleven gevrijwaard.
Lauri de Gruijter vertelde dat DG werd geprezen door Isarael ivm verzteswerk
Na-oorlogse periode
Vanaf 1945 komen we op het terrein van de emotie. Kort de historie samengevat : DG van toonbank tot zelfbediening In de jaren vijftig behoorde DG tot, nee was DG de absolute top.
De afdeling bezorging, het Snoepje van de Week het was allemaal Alleluja.
Raadselachtig blijft de politiek rond de vestigingen in België zelfs Wallonië en de reactie van het publiek op deze Hollandse binnendringer.

Verklaring mislukking Belgisch avontuur
pk: ‘Het aspect van winkelgebondenheid lag voor de jaren zestig erg sterk. Dat is al een feit.Van den Oord was zijn verhaal begonnen met zijn tante die werkte bij de VéGé waardoor de familie Van den Oord niet bij De Gruyter ging winkelen. Over gebonden zijn behoef je je als Nederlander dan verder niet veel af te vragen, zeker niet in het geval een Hollandse winkelier zich naast een Belg vestigt. De Vlamingen en meer nog de Walen liepen in een bocht om die Ollander heen.
Weer later zal de nijd spelen van DG-leveranciers. Bedrijven die voor de omwenteling van 1967 nog aan DG de grondstoffen leverde waarmee de eigen DG-artikelen werden geproduceerd, diezelfde bedrijven zagen DG als hun concurrent toen in de winkels ook de zgn. vreemde merken kwamen te liggen.
Discussie op hoog niveau -supermarkten-of stabilisatie op speciaalzaken
Albert Heijn begon in 1952 met de zelfbediening [startte overigens ook met supers].
Dat heeft voor AH goed uitgepakt.
Om aan een nieuwe uitdaging te beginnen, zo stelt Van den Oord, blijft altijd riskant, zeker wanneer het goed gaat. DG zat in de jaren vijftig/zestig op zijn top met aantal winkels dat groeide van 465 waarvan 245 ZBW en kwam begin zestig uit op 525.
Het bedrijf hield geen rekening met de welvaart van de Nederlanders die ook non-food, brood en verse groenten en vlees in het assortiment wensten.
De tien procent kwam ter discussie DG heeft het wel ingezien, maar het aspect van de werkgelegenheid speelde mee als factor. De kwestie was dat de fabrieken gekoppeld waren aan de winkels.
In die discussie klonk d e vraag moeten we nog meer investeren op een moment dat er al zoveel kosten waren gemaakt in nieuwbouw c.q. verbouw winkels, de exploitatie, innovatie etc Bovendien: Het ging toch goed ![Uitspraak van Lodewijk de G.,pk]
De onzekerheid bestond of die supermarkt wel of niet een goede keuze zou zijn.
10% gaat op de helling

Albert Heijn groeit, ze stond aan de beurs genoteerd . De Zaandammer had meer vermogen dan Piet den Dief.. Bovendien had Unilever vaak de beslissende stem.
VdO suggereert dat mogelijk specialisatie op sterke kanten van het bedrijf een goede keuze zou zijn geweest: verder gaan in de koffie en thee. Chocolade was vermaard, aantrekkelijk verpakte artikelen waren hierin ontwikkeld. Er werd wereldwijd in deze DG-producten geleverd.
De kritiek richt zich op het zware accent dat op de productie lag en te weinig op de detail- organisatie.
In die winkels werd de verswaren-afdeling geïntegreerd, zeg maar opgedrongen, terwijl men -zo blijkt later in de forumdiscussie- er geen verstand van had en niet met kortlopende artikelen overweg kon .
‘Gelukkig is er nu ruimte voor verdieping, ‘besluit Van den Oord, ‘maar helaas geeft de SHV het bedrijfsarchief niet prijs. De expositie is een voorbeeld van het op een moderne manier omgaan met de media.’Voor bezoek aan DG-expositie klik op expoterug naar boven

Forumdiscussie
Het forum stond olv directeur winkels drs. Willem van den Dries, die de leden aan de zaal voorstelde.
Reclameontwerper Cor Versteeg, die in de moeilijke jaren eind zestig/begin zeventig een belangrijke rol heeft gespeeld omdat hij met artikelen in de slag moest zonder de creativiteit te verliezen. De bij de meeste Bosschenaren bekend staande ontwerper/illustrator heeft soms tegen beter weten in de moed/moraal erin gehouden.
drs. Jan Beks beschikte als secretaris van de Raad van Bestuur en van de Raad van Commissarissen over veel inside-information.

Henk Koedijk, de oprichter en latere voorzitter van de Ondernemingsraad [dienstperiode:1940-1979].
En inkoper Arie Booster, die tussen 1960-1977 bij De Gruyter trad in de voetsporen van zijn vader.
Het panel met vlnr Cor Versteeg, Jan Beks, Willem van den Dries, Henk Koedijk en Arie Booster.
-foto © gerard monté, 13-9-2000.

WvdD : ‘deze discussie probeert de gestolde emotie een plaats te geven omdat we allemaal gemeen hebben de trots toen we er werkten, de dingen die gebeurd zijn die ons hebben geraakt en dat er toch nog een loyaliteit /warmte voor het bedrijf bestaat.

De Gruyter, het bedrijf waar we goeie en slechte jaren hebben beleefd.
De thema’s zijn :
1. de bedrijfscultuur Op de blauwe [directie] gang hing de veelzeggende spreuk:
Veracht oh vriend, geen klein gewin,
want dat brengt grote schatten in

2. DG heeft de wet van de remmende voorsprong doorgemaakt/beleefd: de vette jaren, gevolgd door de magere jaren.
3. De rol van Unilever
4. De interne verhouding productie -winkels

De aftrap doet Jan Beks die direct zegt er niet bij te horen.’Ik ging weg toen de moeilijke periode begon. Mijn twaalf DG-jaren waren plezierig/spannend. Bij de verkoop aan SHV in 1970 dachten we dat we het erg goed hadden gedaan. Die partij was een kapitaalkrachtige aandeelhouder die onverdeeld aandacht had voor het bedrijf en goede voornemens toonde.
Uitgangspunt van de toenmalige bewindvoerders was een waarborg voor continuïteit.

Arie Booster: licht de productie toe.
Het assortiment van DG bedroeg bij mijn komst in 1960 500-600 artikelen. Albert Heijn heeft er nu: 18.0000 ! In die jaren stonden we dus voor een uitbreiding van 500 naar 20.000 artikelen....
In die jaren is er ook een parallellisatie van de handel verlopen, wanneer je beseft dat toen elk denkbare leverancier- van kolenboer tot olieman en van melkslijter tot scharensliep aan de deur kwam.
Unilever en De Gruyter

Het kontrakt van Unileve rmet DG dateert van 1917 maar er was al eerder kontakt.
Beks:’Berger ging eenmaal per jaar naar Unilever aar hij in het de administratie de papieren over het boterkontrakt doorkeek. De afspraak was dat Unilever zich niet met het beleid van De Gruyter zou bemoeien. Maar mijn persoonlijke mening is, aldus Beks, dat later Unilever zich er te weinig mee heeft bemoeid.Volgens Willem van den Dries bestond er bij Unilever niet echt interesse.

Publieksvraag: hoe zat het met de opleidingen?
Stage lopen in winkel en bedrijf waarbij Unilever betrokken was.
Van den Dries in die jaren is de uniprijs ingevoerd maw: wat kost een artikel per eenheid/gewicht en toen is ook de verscode geïntroduceerd. Maar het spanningsveld lag tussen de fabrieken en de winkels. De winkels waren de outlet van de consument.
Jaren heeft Unilever getwijfeld hoe door te gaan. Voor dat concern was de afzet veilig.
Zoals Douwe Egberts een meerderheidsbelang had bij EDAH, zo had Unilever dat in bepaalde bedrijven zoals Zijlstra. Daarmee was haar afzetmarkt verzekerd.
Het bedrijf zat gevangen in de tegenstelling: het ging goed, er was flink geïnvesteerd, kies je voor een nieuwe toekomst ?
In de huidige samenleving en economie staat al veel op een rij, maar in die jaren was lang niet alles zo duidelijk bepaald, aldus Beks.
De Gruyter heeft in Nederland veel innovatie verricht, eigen huisstijl, de reclamecampagnes. Dat gebeurde volgens haar centraal en strak geleid marktbeleid.
De leiding van de winkels had geen notie van lifestyle van producten [versheid].
In een keer kregen 500 winkels te maken met producten die al na een/twee dagen afgeschreven moesten worden ... Daar had men geen kaas van gegeten.
De Gruyter raakte uit de pas op het moment dat die winkels moesten omgaan met eendags-producten.
Publieksvraag: Hoe zit het met de familie De Gruijter. Heeft die daar weet van.
De familie is uit beeld geraakt.
Lodewijk trad in 1967 af, hij werd opgevolgd door Paul de Gruijter die maar een jaar aanbleef. Toen volgde het Unilever-tijdperk met nieuwe bewindvoerders.

Nogmaals Unilever kontrakt
De afspraak met Unilever luidde: Gij opent geen winkels, ik zal geen boter maken.
Jan Beks zal even verderop zeggen, dat er met Unilever maar eenmaal een probleem is ontstaan toen De Gruyter met een eigen merk zeep de Trexshop op de markt kwam. Op gevaar van een leveringstop door Unilever moest De Gruyter de verkoop van Trexshop staken.

Henk Koedijk or-man
Koedijk heeft zich 21 jaar ingezet voor de ondernemingsraad [or] en acht jaar voor de cor samen met Cees Blom.
De or is gaan leven toen de ellende begon.
We hebben drie jaar gedurende vijf dagen in de week vergaderd met de SHV, de vakbonden en de DG-directie. Het resultaat was een goeie regeling voor iedereen. Een bedrijf van 6500 man is geruisloos verdwenen. Kom vandaag de dag daar maar eens om . De bonden staan gelijk op de stoep en het staat meteen in de krant.
Alles is goed geregeld dankzij de SHV met zelf 35.000 mensen in dienst. De SHV zat goed in de slappe was. In zo’n situatie is een regeling treffen niet zo moeilijk.Ik heb nooit klachten gehoord.

Opmerking vanuit het publiek door dr. Frans Teeuwen [huisarts]
'In mijn tijd als huisarts had ik veel patiënten van DG. Ik vraag me af hoe omschrijf je het typische DG-gevoel?
In die jaren was er in veel bedrijven spanningen, dan krijg je dus vele patiënten in je praktijk .
Ik sprak met de bedrijfsarts dr. Caspari die me inseinde dat het ziekteverzuim laag stond.
De mensen werkten graag bij DG. Zo heb ik het ook ervaren. De meesten zaten goed in hun vel. Waarom ? Ik heb het nooit goed begrepen. Lag het aan de charmante manier van leiding geven? Het is een boeiend aspect.
De sfeer is in het grote bedrijf DG altijd goed gebleven. Dat is een compliment aan het hele gebeuren.
Volgens Henk Koedijk is het saamhorigheidsgevoel een van de redenen. Bij de Gruyter werkte men van vader op zoon. In het bedrijf waren bepaalde Dungense en ook Bossche families in grote getale vertegenwoordigd.'

Cor Versteeg
'Ik solliciteerde bij DG in een toptijd met ruim 500 winkels bij ir. mr.Van Haren de personeelchef.
DG in Den Bosch was zaligmakend welke wens je op sociaal vlak uitte, het kwam voor elkaar. Het saamhorigheidsgevoel en het sociaal onderling kontakt dateert al van heel vroeg. Men kon met respect zeggen: Werk je bij De Gruyter ? Men voelde zich veilig bij dit bedrijf. Dat het naar de verdommenis zou gaan was ondenkbaar.
De geestelijke ellende heeft tot veel verdriet geleid. [Versteeg noemt expliciet postkamerbediende Grad Smits].
De Gruyter leek onoverwinnelijk. '

Willem van den Dries
'Ik heb Lodewijk gesproken kort voor zijn dood. Hij vertelde, dat hij slecht had geslapen vanwege de spinsels in zijn hoofd. Hij maakte zich nog zorgen over hoe het met al die mensen was vergaan.
Bij DG werkte vanaf 1945 ook geen afgestudeerden met een titel. Men was bij DG op basis van gezond verstand.


Jan Beks [l] en Willem van den Dries in gesprek alvorens de lezing begon. 

foto © gerard monté,13 september 2000.
 

De afloop in 1974
We richtten met oud-DG medewerkers een plaatsingsbureau op. Dat had de SHV nog nooit meegemaakt!
Medewerkers zaten met de handen in het haar haar hoe aan nieuw werk te komen. Het bureau hielp hen bij het solliciteren en trad op als referentiebureau.
De SHV valt veel te verwijten, maar het heeft in ieder geval aan zijn verplichtingen voldaan. Het had er ook belang bij dat er weinig ruis kwam.
In het algemeen bestond er respect voor Lodewijk de Gruijter die zich vaak afvroeg: hoe kan zoiets gebeuren.

Het boek van Kees van den Oord brengt dit aspect in het licht.
Rechts: dr.Kees van den Oord, de auteur van 'Geschiedenis van een kruideniersimperium'.
foto © gerard monté, 13 september 2000.


Willem van den Dries: ‘Mijn lezing is dat een grootaandeelhouder geen sturing gaf en geen besluiten nam.’ Er waren twee omslagen nodig: een productiebedrijf omturnen, ofwel 60.000 vierkante meter- waarvan 10.000 vierkante meter geschikt zou zijn voor de toekomst. Het klimaat was weg om nog zaken te kunnen doen. Intussen waren er wel grote supers [Trefcentres] ontwikkeld in Venlo en Middelburg. Maar de overheid en ook de Kamers van Koophandel kwamen in verzet tegen deze 'winkels in de wei' .
Tekstuele opmerking pk: Een gevolg van deze politiek is bijvoorbeeld geweest, dat Jac Stienstra in de jaren zeventig werd gekortwiekt ome detailhandel [beperkte volumes] op de Herven te ontwikkelen. Het stadsbestuur van Den Bosch [een college met CDA-meerderheid] trachtte de centrumwinkeliers te beschermen en blokkeerde andere initiatieven. Uiteindelijk gevolg was een claim van Stienstra.

familieonderonsje
Opmerking van Gerard Eyssens, assistent van mr.Van Haren, later personeelchef winkels als opvolger van Niewerd.
Een van de problemen ligt bij het feit dat DG een familiebedrijf was. Daar worden altijd plaatsen op directienveau door de familie geclaimd... Bovendien is [daardoor] geen medeverantwoordelijkheid van buitenaf ingebracht..
Voor anderen was er te weinig ruimte.
Wij zijn met 8 à 10 collega's opgestapt omdat we niet door dat beleid heen kwamen. Men luisterde niet,'aldus Eyssens.
Antwoord Jan Beks: 'Niemand van de jonge generatie De Gruyters is erin geslaagd een positie in de Raad van Bestuur te verwerven.
De zonen van De Gruijter kwamen niet verder dan andere in een gelijkwaardige positie.'
Willem van den Dries: 'Er was niet voorzien in procesmatig denkende lieden. Na ingreep Unilever zijn er dan wel creatieve bewindvoerders gekomen, onder wie Van Leeuwen en Van Luyck, maar door ziekte en uitstel van beslissingen zat er geen vooruitgang in. Er zijn veel ideeën geweest die echter niet voluit werden ondersteund'.

Jan Beks: 'Als we alle franje even weglaten dan was het probleem geldgebrek! Toen, in een periode waarin DG nog met een redelijk goede formule draaide, waren er opnieuw miljoenen nodig om het oude [productie +verouderde winkels]af te bouwen en iets nieuws op te zetten.
Het geven was dat er twee aandeelhouders waren, waarvan de een het geld niet had en de ander het niet wilde uitgeven. Daarop is besloten De Gruyter aan een derde te verkopen.

Het zou beter voor DG geweest zijn wanneer de winst plotseling was ingezakt ipv dat de afgang geleidelijk gebeurde.
Zo iets is funest voor een bedrijf'.

Een onderonsje tussen Paul Kriele en Hennie van Scharenburg, de man die de aanzet heeft gegeven tot de DG-kollektie, en die in december 1998 zijn museum in Noordwijkerhout overdroeg aan het Noordbrabants Museum.
-foto © gerard monté, 13-9-2000.


Slot
Willem van den Dries: 'We zijn vanavond gestart in een poging de gestolde emoties te verwoorden en samen te wonen in deze gestolde emotie.'

++ apart geplaatst : Inzage archieven
De archieven waar het ons omgaat zijn voor de SHV nog te recent Die van voor 1970 moeten voor de SHV geen bezwaar zijn ze open te stellen.
Maar de periode die interessant is blijkt bij Unilever niet te vinden Unilever bemoeide zich niet met het bedrijf.
Leo van der Togt [?] ten Horn haakt hierop in met zijn opmerking dat diverse malen [1988 1989 en ook weer recentelijk] is geprobeerd de archieven over te nemen. Zonder effect.

© paul kriele, 13 september 2000.



Terug naar boven