Deel 2:Inkijk in v/h Joodse huizen op Koningsweg & Luijbenstraat
Printerversie |
Deel II zondag 30 april 2017.
Koningsweg 67 waar het gezin van Aron van der Sluijs woonde over wie Annemie Kamoschinski vertelt en Luijbenstraat 26, waar de familie Gotlieb woonde waarover Daan Herbschleb vertelt.
Koningsweg 67
Op Koningsweg 67 werden we verwelkomd door de huiseigenaren Carlo Hulsman en zijn vrouw Sophie.
Om elf uur begon Annemarie Kamoschinkski, een kind uit een overtuigd CPN-gezin. Annemarie werd in die jaren 50-60, de tijd de Koude Oorlog door haar ouders en met name vader geleid en begeleid bij zijn werk als lid van de CPN. Maar aan die bijzonder fase in de geschiedenis heeft zij wel vervelende littekens overgehouden om niet te zeggen een trauma. Botsingen met haar geweten, confrontaties door kritiek van buiten af, noem maar op.
Annemarie, min of meer als volwassene bevrijd van die erfenis, is pas later over die oorlogstijd waarin haar vader een verzetstrijder was, over heen gekomen. Wij werden in onze jeugd overvoerd met verhalen over de oorlog.
Toen was zij -19 jaar geleden- geestelijk volgroeid was, kon zij als gids in Kamp Vught rondleidingen gaan verzorgen. Dat kwam door een kennismaking met Robert Herbschleb, de grondlegger van de Open Joodse Huizendagen.
De voorkamer van Koningsweg 67, waarAnnemarie Kamoschinski vertelde. foto © paul kriele, 30 april 2017. ..................................................................................................... |
Annemarie Kamoschinski richt zich op deze Open Joodse Huizendagen op de familie Van der Sluijs. Eerst geeft zij een beeld van de Bossche Joodse gemeenschap die in 1796 officieel is ontstaan, maar al vanaf 1526 woonden er Joden in de stad. De eerste privé synagoge bevond zich in de Orthenstraat. Het was eerlijk gezegd een bovenhuis.. .
Pas in 1853 komt er in de tuin van Hartogensius in de Mortel een synagoge, waaruit later in de negentiende eeuw de huidige synagoge is voortgekomen.
Haar verhaal begint met Aron van der Sluijs, een van de vele grote zakenlieden in de stad, lid van een grote Joodse familie. Voordat vertelster verder gaat met de Van der Sluijs noemt zij enkele bekende Joods zakenlieden, onder wie Goulmy & Baar, de tricotage van Van der Heijden, en de papierfabriek Regiflex van Max Cahen. Maar vertelster vergeet de schoenfabriek van Maurits van den Bergh en de capsulefabriek van Lewin.
In de crisisjaren dertig verhuizen er al veel Duitsers naar Nederland, waar overigens ook al veel Duitse kinderen worden opgenomen. Maar over het algemeen, zowel voor Nederlanders als zelfs voor joden en Joodse organisaties, waren de Duitse Joden door onder meer broodnijd, niet welkom. Zelfs de Joodse Kerkenraad toonde zich niet scheutig in het financieel ondersteunen van emigranten. De enige die begrip had voor Duitse emigranten was de Socialistische Partij.
De familie Van der Sluijs
Aron van der Sluijs [ *Vlijmen, 14 oktoer 1887] trouwde op 53-jarige leeftijd met de een jaar oudere in Duitsland [Wüstensachen *25 juli 1898] geboren Selma, roepnaam Zeffie, Nordhäuser. Het echtpaar kreeg drie kinderen, te weten Adelheid [*29-8-1932] roepnmaam Nettie, Babettae [18-5-1916] en Bernard Elias [7-11-1914] , die allen met nog een schoonzoon, vanaf 1940 woonde op de Koningsweg 67.
Bernard trouwde, door die tijdsomstandigheden gedwongen, in 1942 in stilte met Sybilla Dewed Tokkie [*Rotterdam, 10 maart 1917].
Aron was de zoon van Elias van der Sluijs, een cosher slager in de Kruisstraat in welke straat – nr. 21] ook Karel Heijmans een zaak had en in de buurt [Verwersstraat 46] ook slager Diependaal, die meer de sjieke joden als clientèle had. Onbevestigd is dat Aron boven zijn zaak een hotel dreef.
In tweede instantie was Aron reparateur van uurwerken en daarnaast kerkvoogd en lid van de kerkenraad van de Joodse gemeente.
Vanaf dat de deportaties begonnen werd Aron Sterfdrager waardoor hij vrijgesteld werd van te werkstelling in Duitsland en als bewijs daarvan een zgn. Jodenster ging dragen. Van de andere familieleden zijn die gegevens onbekend. Ook van nog twee dochters, Sara Babetta en Johanna zijn de gegevens onbekend.
Babetta ging naar de Joodse school, waar zij op 15-jarige [minimaal ingestelde leeftijd] ook kleuterleidster werd.
Vertelster Annemarie Kamonschinski [links]. ........................................................................................................... |
Arons zoon,getrouwd met ene Heijmans van de slager Heijmans, heeft vaders zaak voortgezet.
In april 1943, bij het Judenfrei machen door de Duitsers, moest Aron zich met zijn gezin melden bij kamp Vught, ondanks dat hij een Sperre [vrijwaring] had. Bij een transport via Westerbork is hij uiteindelijk in 1943 in Ausswitz vermoord. Seffie en de 10 jarige dochter Adelheid in 1943.
Met een smoesje voor de moeders werden in juni 1942 de kinderen van 0-4 jaar] en een dag later ook de oudere kinderen op transport gezet naar een zogenaamd schoolopleidingskamp. De Duitsers kwamen ruimte te kort in Vught en daarom moesten de kinderbarakken worden vrijgemaakt. Maar bij de Vughtse bevolking veroorzaakte dat transort dat met vrachtwagens naar het station in Vught verliep nogal wat tumult.
Daar werden de kinderen met een vat water en een wc-vat voor een reis van drie dagen en nachten in veewagons gepropt.
Maar de eindbestemming was niettemin Sobibor, waar de familie in juni en juli 1943 is omgekomen. Aron kwam in Ausschwitz terecht waar hij in 1943 is vermoord evenals schoonzoon Elias de Winter.
Van dochter Johanna van der Sluijs [*1918] is in 1939 getrouwd met Jonas Glaser en vertrokken naar Nederlands-Indië waar Jonas hoofd bureau Joodse militairen werd.
Van Johanna die nu 99 jaar moest zijn, is dankzij een kleinzoon Rene Glaser wat meer bekend geworden. Zii is van Nederlands-Indiëe teruggekeerd en in Den Haag komen wonen waar ook nog twee dochters Sara en Eshter van haar wonen.
Roosje Glaser
Als aanhangsel vertelt Annemarie ook nog over Roosje Glaser maar dan verwijzen we u naar het boek ‘Tante Roosje, het oorlogsgeheim van mijn familie’ en ‘ Dansen met de vijand’ ook van Paul Glaser over de oorlogsherinneringen en Roosjes’ belevenissen met dansschooleigenaar Leo Crielaars, van wie ze scheidde, maar die haar uit nijd verraadde...
Zie voor meer over Roosje Glser en haar boeken: Glaser
De familie Gotlieb woonachtig geweest op Luijbenstraat 26.
Op Luijbenstraat 26 vertelt in een volgepakte voorkamer de zoon van Robert Herschleb De 28-jarige Daan vindt dat hij als verteller aan deze Open Joodse Huizendagen moet meedoen om de verhalen levend te houden. Maar Daan is ook geïnspireerd geraakt door zijn vader Robert Herschleb, de initiatiefnemer van de Open Joodse Huizendagen. We zijn met veel gebruiken opgegroeid en ik ben em daarvoor gaan interesseren, aldus Daan.
In Den Bosch kwamen vanuit Grave Alexander [*Grave 1894] en zijn jongere broer Jacques Gotlieb wonen.
Alexander huwde met Leonora, roepnaam Dora, Baars *1897 en zij kregen als kinderen Carla, de recalcitrante Suzette, Mathilde en Andries. Carla werd later Kinderleidster aan de Beekmanschool, waar ze zelf ook op had gezeten.
Rechts; Verteller Daan Herbschleb. ............................................................................................. |
Alexander was een ondernemer fabrikant in textiele stoffen. Zijn zaak was gevestigd op Kolperstraat 19. Nadat Alexander naar Amsterdam was verhuisd, hertrouwde hij met een niet Joodse vrouw. Door die scheiding ontstond er een tweespalt binnen de familie, met name met Jacques. De kinderen uit dit tweede huwelijk waren Henriette [*1934] Henri [*1936] en
Het hele gezin uit het tweede huwelijk is naar Amsterdam verhuisd.
Alexander kreeg vrijstelling voor te werkstelling in een Rijks Werkkamp. Hij was werkzaam als archivaris en als lijkbezorger Ondanks dat er een Rijksstempel in zijn paspoort stond, werd hij bij een razzia opgepakt
Henriette, Henri, en
Carla, uit het eerste huwelijk, was kinderjuffrouw in kamp Vught. Maar ook zij werd op 3 juli 1943 naar Westerbork vervoerd en is ook in Sobibor omgekomen.Van haar bleef het briefje aan haar ouders achter dat zij zich excuseerde voor haar plotselinge verhuizing. ..
Suzette, uit het eerste huwelijk, die ondergedoken heeft gezeten, heeft als enige de oorlog overleefd.
Ook in deze families was het opvallend, zo vertelde een kleinzoon van Jacques Gotlieb, die deze week ook op Luijbenstraat 26 op bezoek kwam, dat er over deze gevoelige onderwerpen geen woord werd gerept.
Koopman Jacques Gotlieb
Broer Jacques Gotlieb huwde met Mina Bleisten. Ook Jacques zat in de textiel. Hij was koopman in herenartikelen. Jacques en Mina kregen twee kinderen Nathan Simon die Nico werd genoemd en Anna Elisabeth. Beiden zaten ook op de Nutsschool aan de Van der Doessingel.
De volgepakte voorkamer van Luijbenstraat 26 met verteller Daan Herbschleb. foto © paul kriele, 30 april 2017. ................................................................................................. |
|
Dit gezin heeft tot 1942 op de Willem van Oranjelaan gewoond. In dat jaar werden ze gedwongen binnen 24 uur te verhuizen. Dat bevel van burgemeester Frans van Lanschot kwam per brief een dag tevoren binnen. De aanhef was: ‘ Ik heb de eer u mee te delen namens de Ortscommandant etc. ..’dat uw huis op 4 november gevorderd wordt’. Voor de verhuiskosten door Eduard Strang moest Jacques 48 gulden betalen. Zijn inschrijving staat gedateerd op 28 januari 1942. Over de tussen periode-mogelijk opgenomen bij een andere Joodse familie- ,vertelt Daan is niets bekend.
Hartverscheurend is ook de procdure die aan het trasport naar een werkkamp voorafging. Het huis van Jacques Gotlieb werd eerst gevorderd, toen raakte hij werkloos en moest van de Duisters te werk gesteld worden. Dat was meestal in een werkkamp, vaak de Heidemij. Een dergelijk kamp werd fysiek en vervolgens met hekkenafgesloten van de buitenwereld zodat ook kontakt met zijn gezin onmogelijk werd.
Maar onder het motto gezinshereniging is na enkele maanden getracht eerst de familie weer bij elkaar te krijgen voordat transport plaatsvond. Maar Jacques echtgenote en hun kinderen kwamen niet opdagen..’
Jacques, die per trein onderweg was naar Ausswitz, is bij Kozel uit de trein gehaald en kwam in een werkkamp terecht waar hij, zo blijkt uit een document van een Commando bij Bentheim, daar als textielagent heeft gediend.
Mina is met haar twee kinderen ondergedoken, zo vertelde zaterdag 29 april de kleinzoon van Jacques. Dochter Annie zat weer ergens anders en overleefde de oorlog. Zij is naar Tel Aviv verhuisd en kreeg daar twee kinderen Baps en Jashua.
Daan: ' Nogmaals de familieverhalen worden steeds aangevuld, zo bleek ons gisteren met die kleinzoon ook weer.
Misschien zie ik u volgend jaar terug en dan komen er mogelijk aanvullingen op wat tot nu toe in archieven en bij nazaten is gevonden. '
Terug naar boven