Congres over 2e Wereldoorlog

Printerversie
Gepubliceerd op: 19-04-2008 | Gewijzigd op: 20-06-2008
Zaterdag 19 april 2008 voltrekt zich in het Jeroen Boschcentrum het congres over de 2e Wereldoorlog. Tal van sprekers behandelen uiteenlopende aspecten van de oorlog die duurde van mei 1940 –27 oktober 1944. Alle plekken en zalen in het centrum waren gevuld.

Er waren op het druk bezochte symposium tal van lezingen.
Oud-gedeputeerde en oud-waarnemend burgemeester Joep Baartmans spreekt over Duits bestuur in 40-45. Op de eerste rij zit oud-burgemeester Ben van Zwieten en rechts naast hem Jan van Berkom voormalig D'66 wethouder.
De lezing van Jac Didden over de bevrijding, waarbij Luc en Agnes van Gent souffleerden en tal van anecdoten ophaalden en/of de verhalen die vanuit de zaal kwamen, bevestigden.


- foto's © paul kriele, 10 april 2008

Minister Plasterk
De lezing van Ruud Weissmann [zie even verderop] begon met het lichten van het doopceel van Ronald Plasterk. 'Uw familie is aantoonbaar verbonden met Den Bosch,' zo begon René Kok.
Uw grootvader was een Berlijns legerarts, die in de oorlog moest dienen aan het front. Op 16 februari 1939 zond hij zijn twee zonen, Klaus 10 [Plasterks vader] en Hans- Joachim [8 jaar] per trein vanuit Berlijn naar Rotterdam, waar ze op 17 februari 1939 en opgevangen werden door het Bossche r.k. Huisvestingscomité. Via dat bureau werden beiden geplaatst in het Jacobusklooster [Eersel] en vervolgens in november 1939 kregen zij een plaatsje op de kostschool in St. Michielsgestel, waar Klaus de ULO volgde. Vanaf mei 1942 werd zijn middelbare schoolopleiding voortgezet op het gymnasium in Megen dat een klein seminarie bleek te zijn. Daar vertrok Klaus omdat ie geen priester wilde worden en kwam zodoende in 1943 op het St. Janslyceum terecht, waar hij ook eindexamen Hbs zou doen. Uit die periode dateert de opvang door de familie Noyons aan de Van der Does de Willeboissingel.

Onderduiker Loek Rosenbaum
Rosenbaum die sprak als 'Bosschenaar en als joods overlevende', wilde meteen al het 1e exemplaar aan de Minister aanbieden, maar moest zich even richten naar het protocol waarop René Kok hem wees.
Ons gezin woonde toentertijd in de Grobbendoncklaan naast het Emmaplein] en is na het bomdardement op 't Zand [october 1944] uit het vernield huis moeten vluchten. Twee jaar hebben ze geen stap buiten de deur gezet behalve tijdens de verplaastingen [familie Becker Vughterstraat en familie Blok Eikendonkplein] van onderduikadres. Onze bevrijding gebeurde toen we in het klooster van Reinier van Arkel verbleven en de Amerikanen in october 1944 binnenstapten, aldus het relaas van Loek Rosenbaum.

In zijn voordracht [Joods Leven] hield Ruud Weissmann ook een gesprek met Loek Rosenbaum, Bosschenaar en ondergedoken geweest en een van de 150 overlevenden van de 450 joden die de stad voor de oorlog telde.

Aankomst van het echtpaar Plasterk met rechts René Kok, een van de organisatoren van het congres.
- foto's © paul kriele, 19 april 2008.
 
De overhandiging van het 1e exemplaar van het oorlogsboek 'Wegens bijzondere omstandigheden ...' door Boschenaar Loek Rosenbaum aan Minister van o.a. Onderwijs en Cultuur Ronald Plasterk, wiens vader en oom in de oorlogsjaren in Den Bosch werden opgevangen. Rechts achter de katheder René Kok, een van de inleiders van het congres en een van de auteurs van het genoemde boek over het onderwerp Joods Lyceum.

Groot aantal inleiders
Onder der inleiders waren na-oorlogse deskundigen en ook betrokken en op thema gespecialiseerden, die voor de oorlog zijn geboren onder wie Luc vanGent [*1925] die met zijn Stichting October 1944 een aanjager is geweest.Van Gent ondersteunde met tal van anekdoten de lezing van Jac Didden [Bevrijding]. Naast Van Gent zitten Ton Meulman [boekuitgave], dr. Louis Pirenne en Jos van der Ven [sponsoring] in de adviescommissie. Ook participeren in de organisatie: Gemeente/Stadsarchief [Aart Vos en Jac Biemans], stichting ABC, De Tijdreiziger, BRG, de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch en het JBcentrum zelf.
Tot de sprekers behoorden onder meer Theo Hoogbergen [houding van de kerken], Jeroen van den Eijnde [kamp Vught], journalist Wim Hagemans [dagelijks leven , rantsoenen en de krant], Ruud Weissmann [Joods leven] en Joep Baartmans [Duits bestuur] en vele anderen. Vanmiddag wordt aan minister van Onderwijs Ronald Plassterk het boek Wegens bijzondere omstandigheden..’ aangeboden.

Voor Plassterk, die voor de tweede keer het Jeroen Boschcentrum bezocht [1e keer bij de opening], was dit '..een merkwaardig gevoel van thuiskomen. 'Mijn joodse grootvader is letterlijk van zijn geloof gevallen toen hij in zijn Berlijnse tijd een 40-jarige struise blonde vrouw van katholieke huize ontmoette'.

De voorste rij met gastheer Jo Timmermans die door mede-organisator René Kok na afloop gelauwerd werd vanwege de perfecte locatie en voorzieningen. Naast hem de echtgenote van Timmermans, Gerdy Wilbers. Dan Jos van der Ven van ABC, Gerard Rooijakkers en de echtgenote van Jos van der Ven, Rolf Hagen en Jac Biemans.
De lezing door historicus/journalist Chris van de Heijden, auteur van o.a. 'Grijs verleden' en 'Steen in de vijver' en andere boeken over aspecten van de oorlog.

De afsluitende groepsfoto van alle auteurs met minister Plasterk [midden] die zich wendt tot Joep Baartmans.
 
- foto's © paul kriele, 19 april 2008.
 


Voordracht auteur Chris van de Heijden
Chris van de Heijden gaf aan dat er gedurende verschillende tijdvakken uiteenlopend over de oorlog werd/wordt gedacht. Momenteel staat de jodenvervolging sterk in beeld. In en kort na de oorlog was men tamelijk onbekend met het verschijnsel jood, laat staan de jodenvervolging. Erger nog er heerste een menatiliteit van antisemitisme.
Na de oorlog verliep de discussie over goed of fout als het ging om verzet, sabotage en opstand tegen de Duitsers. Daar werd verschillend over gedacht en geschreven.

De doorbraak die door de oorlog werd verwacht in geloof, politiek en maatschappij, kwam er pas in de jaren zestig mede door acties en orproer van jongeren en met name studenten. Zij ageerden tegen tradities en hierarchie. Van de Heijden geeft als elementen aan die toen heersten: vrijheid, gelijkheid en recht opmeningsuiting. Dat waren aspecten die golden in bijv. het onderwijs, gezin, en in de politiek [JongerenJVD en een Jongeren KVP].

De oorlog is niet zwart/ wit, nee de oorlog was grijs. complex. Het beeld dat momenteel over de oorlog opgang doet gaat terug naar dat van de jaren vijftig.

Het echtpaar Luc en Agnes van Gent-van Geffen. In de voordracht van Jac Ridden kwamen vooral vele anekdoten en vragen naar boven, die door hen bevestigd en/of aangevuld werden..
 
Jeroen van den Eijnde, directeur van Museum Kamp Vught.
- foto' s © paul kriele, 19 april 2008.
 
Harry van den Berselaar sprak over oorlogsplekken en zichtbare herinneringen aan de Duitse bezetting. 
-

'In Nederland liep het zo'n vaart niet...', dacht men.
Weissmann bracht het verloop van de jodenvervolging, met name in de stad, in beeld.
Tegen joden werden vanaf de eerste oorlogsjaren stelselmatig maatregelen genomen: registreren, isoleren en deporteren.
Weissmann:' Vorige week was het precies 65 jaar geleden dat de laatste verordening tegen joden [30 maart 1943: Jullie mogen hier niet meer zijn ..'. ] door de Duitsers werd afgeroepen.

Een jodenbuurt kende Den Bosch niet. Joden woonden verspreid over de stad . Huizen van/met joden stonden in de binnenstad met name de Pijp10, op 't Zand 48, Muntel/De Vliert 22, Hinthamerpark en Graafsewijk 9.

De eerste oproep van de Duitsers kwam op 27 augustus 1942 om de volgende dag naar het station te gaan en daar met de [persoons-]trein naar Westerbork te reizen.Voor de Duitsers moest het er zo gewoon mogelijk uitzien. Dat vervoer zou 'Unter Polizeilicher Schutz' plaatsvinden. Bij aankomst in Westerbork bleken er maar 15 Bossche joden van al die honderden te zijn aangekomen.
De Joodse Raad kreeg vanaf 16 januari 1942 een Bossche afdeling. Die raad is het gelukt om dat aantal op transport gestelde joden te beperken. De verklaring, waarom er van die 450 Bossche joden maar zo weinig [15] in een kamp terecht zijn gekomen, ligt in het feit dat , of ze vluchtten bijtijds, of ze doken onder, of ze hadden als excuus dat in hun gezin al iemand in een kamp was geplaatst, aldus Weissmann.

In Den Bosch hebben 2 van de 3 joden de oorlog niet overleefd. Opvallend, aldus spreker, want 25 km verder, in Tilburg en Eindhoven, was dat precies andersom. Daar heeft 2 op de 3 joden de oorlog wel overleefd. Ik heb er geen verklaring voor.. ., aldus Weissmann.

Na de oorog richtte de joodse gemeenschap van 150 personen zich weer op. Zij vonden hun toekomst veelal buiten de stad of in Israel. Weissmann, die zijn lezing hield voor een muisstille Jacobkerk, waar de emoties voelbaar waren, sloot zijn lezing af met: Drie kleinkinderen van Bossche joden zijn rabbijn geworden.

 
 

Brabants Dagblad redacteur Wim Hagemans over het dagelijks leven.
-
foto's © paul kriele, 19 april 2008.
 Ruud Weissmann gaf een beschrijving van de Joodse samenleving in Den Bosch voor en na de oorlog. Weismann plaatste met voorbeelden en cijfers ook kanttekeningen bij de Bossche situatie die hij afzette tegen die van Tilburg, Eindhoven en van Nederland.

Wim Hagemans [Brabants Dagblad] ging in zijn lezing in op tal van beperkingen [bijv. rantsoenen en surrogaatartiken], die voor velen het leven zo moeizaam maakten.
Hagemans gebruikte bij zijn voordracht o.a. gegevens uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, die behalve mededelingen over voedselbonnen zelfs recepten met surrogaatingrediënten in haar kolommen plaatste.

Successievelijk ging er van alles op de bon. 'Zakenlui en ondernemers wisten door ruilhandel nog het beste aan etenswaar te komen.'

Oud- burgemeester Joep Baartmans over 'Duitse' burgemeesters
Oud- waarnemend burgemeester [ook van Den Bosch] en oud-gedeputeerde Joep Baartmans belichtte het bestuur in oorlogstijd. Zoals Baartmans eigen is en nimmer iemand zal schoffreren, ontweek zij oordelen en vooroordelen over bestuurders in oorlogstijd. Bekend is dat Den Bosch in de jaren 1941-1944, NSB-ers ofwel Duits gezinde burgemeesters meemaakte: Baron Sloet tot Everloo en Thomassen.
Baartmans verwees in haar voordracht naar het boek van Peter Romein 'Burgemeesters in oorlogstijd', waarin de auteur niet oordelend schreef, maar de functionarissen plaatste in de contekst van de tijd. Baartmans:'Je mag nimmer oordelen vanuit de wetenschap die je momenteel bezit.'
'De meeste burgemeesters zijn toen onbevangen begonnen,' behalve Tomassen. 'Je kunt nu gemakkelijk goed of kwaad spreken, 'aldus Baartmans. ' Een burgemeester in oorlogstijd geeft ook iets aan van slapte of en van schaamte.'

Den Bosch heeft in die jaren 1 goeie burgemeester gekend, die geen foute keuzes maakte. In 1935 was Frans van Lanschot herbenoemd en in september 1941 trad hij af.Van Lanschot weigerde in 1934 toe te treden tot een comité dat zich met anti semitisme bezig hield. 'Gezien mijn functie sta ik boven de partijen en vind ik geen vrijheid toe te treden, aldus diens reactie.

Duitse herkenningstekens
Harry van den Berselaar gaf in een denkbeeldige wandeling die hij maakte vanaf het station naar het centrum uiteenlopende Duitse markeringen en herkenningen van Duitse bron [granaatinslagen e.d.] aan.Voor die kennis over 'Duitse littekensd' had hij ondermeer met Gé Rovers en Luc van Gent gesproken. Uiteraard komen het nagenoeg geheel verwoeste ststion en de omgeving in beeld. en later ook de Visstraat en het stadhuis waarvoor en waarop allerlei borden waren bevestigd, zoals een verwijzing naar Ortskommandantur am Dom [Casino]. In die jaren reed het Noord-Zuid-verkeer nog door de binnenstad. Vanaf de eerste dag de beste moest het Casino vrijgesteld worden voor de NSB en de Duitse bezetter.

Directeur Jeroen van den Eijnde over 'Konzentrationslager Herzogenbusch', ofwel Kamp Vught
Alvorens in te gaan op Kamp Vugher stipt Van den Eijnde de diverse locaties aan waar voor de Duitsers gewerkt werd. Er stonden houten barakken van de Zuider betonindustrie aan de Engelenseweg bij de Dieze, de bandenfabriek Michelin, die was overgenomen door de Duitse firma Continental, tuinen aan het Kapucijnerlaantje, fort Orthen, en natuurlijk Kamp Vught waar een Philips-commando werkzaam was. Daardoor werden tal van Philips-werknemers gevrijwaard voor deportatie.

Behalve op joden hadden de Duitsers het ook op de Sinti's en de Roma's gemunt. Zigeuners hoorden niet thuis in de samenleving. Die anti-stemming was al ingezet in de jaren 30, zelfs in Nederland. Van den Eijnde verwijst bijv naar het boekvan Kees Spierings 'Zigeuners bedreigen ons kamp', een 'spannende' uitgave van Malmberg. Die vooroordelen hebben hen de kop gekost, aldus Van den Eijden.
Bij een razzia op 16 mei 1943 in de Vogelwijk [De Sieb] werden 51 Roma's afgevoerd en naar het station gebracht waar z emet een speciale wagon naar Assen werden gebracht. Uiteindelijk zijn er 22 van hen in vernietigingskamp Auswitz-Birkenau omgekomen. 29 van hen werden teruggestuurd omdat ze of Italiaans of Amerikaans waren.... . De meeste Sinti en Roma stierven in de gaskamer, door medische experimenten, ziekte en uitputting'.

Vergeleken bij'de Duitse/Poolse kampen was 'Vught niet het zwaartse of ergste kamp dat er bestond. 'Modelkamp' Vught was een doorgangslager, van waaruit 12.000 joden uit geheel Nederland op transport werden gesteld, eerst naar Westerbork en vervolgens naar o.a. Polen. In de eerste maanden [januar 1943-juni 1943] van het bestaan van kamp Vught kwamen honderden gevangenen door het werk van beulen en andere erbarmelijke omstandigheden om het leven. Na juni 1943 verbeterde de omstandigheden vooral door grootscheepse hulp van buitenaf.
Uit onder meer anekdoten en documenten is bekend, dat vanuit de omgeving of via zorgverleners en boodschappendiensten illegaal hulp werd verstrekt [voedselpakketjes of verpakte medicijnen]. Briefjes werden door de afrastering gestoken en dat soort ondergronds werk.

Mede door die hulp is het aantal omgekomenen niet zo hoog. Kampbewoners die dringend medische hulp nodig hadden, waartoe de artsen in het Kamp niet in staat waren, werden naar het GZG vervoerd. Dat transport bood hen kans te vluchten. Hierdoor wisten met name ter dood veroordeelden aan hun lot te ontkomen, aldus van den Eijnde.

Twee suppoosten die na afloop van het congres het dikke boek 'Wegens bijzondere omstandigheden.. ' aanreikten aan de intekenaars.
- foto © paul kriele 19 april 2008.

 




Terug naar boven