Afscheid van [1e] bouwhistoricus Ad van Drunen

Printerversie
Gepubliceerd op: 16-11-2012 | Gewijzigd op: 17-12-2012
Vrijdagmiddag 16 november 2012 vond na een symposium hedenmiddag in het BAM-gebouw, in de Oranjegalerij van het stadhuis het afscheid plaats van [de eerste Bossche ] bouwhistoricus ir. Ad van Drunen.

Tussen enkele toespraken en cadeaus klonk er regelmatig applaus voor deze vastberaden, maar ook terughoudende ambtenaar, die in die 37 jaar ook nog eens promoveerde en ruim 100 publicaties op zijn naam heeft staan.





ir.Ad van Drunen en diens echtgenote Hanneke luisteren naar de toespraak van directeur Stadsbedrijven Willem van de Made.

foto © paul kriele, 16 november 2012.

Toespraak door Willem van de Made, directeur Stadsontwikkeling

Als eerste sprak de sector directeur Willem van de Made die stil stond bij de indrukwekkende loopbaan [1975-2012] waar jij, maar zeker wij trots op zijn. Maar de start van Bouwhistorie heeft nog even aan een zijden draadje gehangen omdat het College afwijzend was doordat de directie jou uit het potje ‘stagiairs en praktikanten wilde betalen..
De functie van bouwhistoricus, waar je na je studie in Delft aan begon, was ook voor Nederlandse begrippen nieuw. Den Bosch en Utrecht waren de eersten.

* Noot: Ad van Drunen begon in Den Bosch in 1972 met een stageopdracht voor de TU Delft, waaruit op 1 april 1975 zijn benoeming volgde.

Je ontpopte je als een ambassadeur van een toenemende wetenschap, je kreeg internationale erkenning en van je hand kwamen ruim 100 publicaties.
Maar je grootste drijfveer blijft de bouwhistorische geschiedenis van je geboortestad,
Je wist het aantal monumenten op te krikken van 240 naar 400 en dat aantal staat intussen op 1.000.
Ook het architectuuronderzoek kreeg impulsen.

Van de gemeente ontving Ad van Drunen als afscheidscadeau de Atlas de Wit.

foto © paul kriele, 16 november 2012.

Met Hans Jansen de eerste - Bossche- stadsarcheoloog, ontstond een unieke combinatie.
In 2010 promoveerde je op- je vervolgens ook uitgegeven- boek’ ’s –Hertogenbosch, van straat tot stroom’.
Maar je miste helaas het hoogleraarschap. Dat zou een erkenning geweest zijn van deze kenniscentra.

Ad je bent een onderzoeker pur sang, met de bijbehorende terughoudendheid en inschikkelijkheid, maar je laat je niet zomaar aansturen. Telkens als je met een boek of studie bezig was [1982, 2005 en in 2009] eiste je invulling van jouw uren door een derde.
Je mag terugzien op een bewogen werkzaam leven van pionier tot onderzoeker.’
Maar je bent nu vrijwillig overgestapt naar de positie van vrijwilliger bij  de BAM.




Ronald Glaudemans bood Van Drunen, namens de BAM-medewerkers én vrijwilligers, een marktgezicht aan van Marcel Schellekens
.

foto © paul kriele, 16 november 2012. 

Toespraak van Jan van Heijningen
Na Van de Made sprak Jan van Heijningen namens de ‘s-Hertogenbossche Monumenten Belangenorganisatie en als voorzitter van de Stichting ’s-Hertogenbossche Monumentenzorg.
Je stond aan de wieg van de stichting architectuur en bouwhistorie ter ondersteuning van het werk van deze bouwhistorici en architecten en de resultaten van hun onderzoeken verspreid.

De Bossche vlag een cadeau van de 's-Hertogenbossche Monumenten Belangenorganisatie. Jan van Heijningen sprak Van Drunen toe, ook als voorzitter van de stichting 's-Hertogenbossche Monumentenzorg

foto © paul ikrle ,16 nvnbew re2012

Met Hans Jansen heb je gezorgd dat er bij onderzoeksterreinen een bouwkeet kwam, er zijn vanuit de BAM diverse boekwerken gerealiseerde
Ik stel je voor als de sluwe, de wraakzuchtige en de gelukkige Ad. Dat zal ik toelichten.

-In de tijd van de locatie ‘Nieuwstraat’ confisceerde je met stikkers al het meubilair dat daar stond,
-De eiken houten balken uit het Hof van Zevenbergen wist je uit de handen van een aannemer te redden  doordat  ze zonder jouw medeweten, door een vrijwilliger door midden waren gezaagd. Daardoor waren ze bewust voor ‘de handel’ onbruikbaar gemaakt.  Hetw as een revanche voor de schandalige manier waaorp die aannemer  met het gebouw was omgegaan.
-En gelukkig ben je ook toen je na de ontdekking van stof in een kelder van een pand in de Orthenstraat op onderzoek uit ging en terwijl je buiten stond meteen daarop het pand instortte.

Ad, Je Magnum Opus is het al eerder genoemde boek ‘Van Straat tot stroom’, dat een monnikenwerk geweest moet zijn.

Toespraak van Ad van Drunen
Ad van Drunen ging in zijn toespraak in op het onbezoldigd voortzetten van zijn werk ‘..want onze kasten puilen uit met onderzoeksgegevens die op uitwerking wachten. Bouwhistorische gegevens, die vaak voor de poorten van de hel zijn weggesleept.’
Maar ik hoop en dat was bij mij het geval dat ik steeds meer met ambtelijke plichtplegingen bezig was dat mijn opvolgers niet de hele dag achter de computer zullen zitten.


Een aanhoudend en instemmend applaus klonk na Ad's toespraak.

foto © paul kriele, 16 november 2012.

Van Drunen schetste de veranderingen die zich in de 45 jaar hebben voorgedaan:
-De decentralisatie in de monumenten zorg: van het Rijk overgeheveld naar de gemeenten.
Eerste Bossche -gedicteerde- monumentenlijst dateert van1965.
-De veranderingen in de restauratiepraktijk
Het werk van particuliere restauratiearchitecten werd steeds meer een papieren zaak. Kennis en onderzoek verdwenen naar de achtergrond. Daarin is de bouwhistorie ingesprongen.
-Crisis bedreigt positie van bouwhistorie. Het is bovendien niet bij wet opgenomen in de gemeentelijke taken. Onterecht zegt Van Drunen, gezien het verdrag van Malta.
-Toenemende aandacht voor wat zich achter de gevels afspeelt, mede dankzij het bouwhistorisch onderzoek. Van Drunen duidt op zowel de constructies als op de wand–en plafond schilderingen.
Tot slot constateert Van Drunen, dat de betrokkenheid met dit beroep sterk is toegenomen tot een omvangrijk en kleurrijk geheel van verenigingen en stichtingen. Zij hebben de stad een grote toeristische impuls gegeven. Niet voor niets staat Den Bosch bekend als gastvrij en is een aantrekkelijke vestigingsplaats geworden.

Na dit officiële gedeelte van Van Drunens afscheid begon een geanimeerde receptie in de Oranjegalerij van het stadhuis.

Terug naar boven