VanderMade over twee petten, zijn verdiensten & Den Bosch als stad

Printerversie
Gepubliceerd op: 07-06-2016 | Gewijzigd op: 07-06-2016
In het maandelijks programma Nieuwscafe in de Verkadefabriek vormde een interview met de vertrekkende directeur Stadsontwikkeling Willem van der Made, die deze maand- juni 2016- met pensioen gaat, een van de onderwerpen. Presentator Theo van de Zande [Brabants Dagblad] gooide maar gelijk wat kreten en vooroordelen in de zaal die, ondanks de warmte, redelijk bezet was.

*Zie artikel ‘Van der Made neemt trapsgewijs afscheid’ dd. 26 mei 2016..
*Zie ook artikel van gisteren 6 juni over Karin Rademaker en de gelddonatie door Bossche horeca aan 'de stad'.

Van der Made [*Breda, 20 december 1950]. ’De onderkoning van de stad, meester Brabantstad, meester Haverleij, mr Boss van Den Bosch, de Lovebaby van de stad, enz. Maar de boomlange Van der Made liet zich met dergelijk insinuaties niet uit het veld slaan en wuifde elke persoonlijkheidsverheerlijking weg.
Het ging met name om zijn verdienste als deelgenoot aan projecten in de stad, zoals het Paleiskwartier, Pettleaarpark, de Haverleij en de Spoorzone, een gebied dat anderhalf maal zo groot is als de binnenstad en vandaag [6 juni] door hem aan het College werd gepresenteerd. De Zuidkant van die Spoorzone is zo goed als af op Willemspoort na, waar nog 600 woningen worden gebouwd.

Interessanter is de Noordkant met ontwikkelingen mbt Grasso [starterszone], de Brabanthallen die een doorstart gaat maken, de De Gruyterfabriek, het ZEKP en de transformatie van Boschveld.

Vertrekkend Directeur
Stadsontwikkeling Willem van der Made
.
foto's © paul kriele, 25 mei en 6 juni 2016.

De twee petten van de directeur
Van der Made heeft twee petten op : ‘Maar wel steeds als minderheid,’ antwoordt hij. ‘In het Pettelaarpark en in het Paleiskwartier zitten we voor 33%. En dan ben je ook maar voor 33% risicodragend. In die samenhang geldt het unanimiteitsprincipe. Dus als een van de drie zegt: Nee, dan gaat het niet door!
Buiten Den Bosch wonend
Een logisch opkomende vraag was waarom Van der Made na al die 36 jaar [vanaf 1980 eerst nog directeur Grondzaken], in Wagenburg is blijven wonen.
Wagenberg heeft voor mij verder niks dan een huis met een flinke tuin en het is er erg prettig. Eenmaal in de stad zou die in je hoofd gaan zitten. Overal waar je komt kijk je met een kritische blik. Soms erger ik me dan ook. Met iemand wandelen door de stad dan kijk ik toch door een andere bril.

Toen ik hier kwam had de stad 85.000 inwoners, momenteel ruim 150.000.
Maastricht was voor mij het voorbeeld van wat daar gebeurt. Het is geen sterk economische stad . Huib Smeets was daar directeur Stadsontwikkeling, die gaf die stad een boots met onder meer Ceramic, het Maasproject, een ondergrondse parkeergarage. Ondertussen heeft Den Bosch dat ook. Den Bosch is ondertussen redelijk in balans gekomen, zeg ik dan.
Maar ik merk bij ‘de balans’ wel op: De binnenstad is heilig. Die moet je koesteren en die binnenstad is tegelijk zo krachtig, dat die bijna alles wegdrukt..

Economisch gezien staat de stad bovenaan. Dat komt ook door de buurten. De stad is er niet alleen ‘voor je grootmoeder’ wat wel eens werd beweerd, maar ook voor de jongeren. Daarvoor heb je ook een moderner stuk stad nodig.
Maar Van der Made prijst ook het bijzonder van wat hij de stadsrand noemt. Dat is een groene omgeving : de Gement, Het Bossche Broek en ook de Hennriettewaard. Dat geeft ons een heel mooie stadsrand.

Qua functies vroeg Van de Zande naar de positie en de functies van Van der Made als directeur Stadsontwikkeling en directeur Paleiskwartier, of dat niet elkaar in de weg zit..? Nee juist niet. De stad en de mens is een integraal wezen en door keuzes te maken voor bepaalde gebieden ben je niet elkaars concurrent. Dat vol te houden is erg belangrijk. Plannen die eerst door de gemeenteraad zijn vastgesteld, daarvan geef je de ontwikkeling verder uit handen. De factor constant beleid speelt hier mee. Dat is in die 30 jaar vrij stabiel uitgevoerd. Ons beleid is niet dankzij, maar ondanks de politiek uitgevoerd…., concludeert de presentator..

Dat is mede te danken aan een goede en uitgebreide dossierkennis. Dat zeg ik ook vaak over een wethouder: zijn tweede zittingsperiode gaat vaak beter. De wethouder krijgt juist door die opgebouwde kennis en ervaring een beter gevoel bij de omgang met de dossiers. Het is voor hem/haar geen sinecure om mee te denken met de ambtenaren en de politiek.

Van de Made zag in die 36 jaar ook de politieke krachten veranderen mede door het duale stelsel: een daadkrachtiger en alertere raad, maar de processen duren wel wat langer doordat zich er twee gremia’s mee bemoeien. De wethouders worden soms opgejaagd door de raad en door de media. Het moet sneller en meteen openbaar en verduidelijkt worden. De wethouder mag plannen best even wat rust geven en aan hem de tijd om e.e.a. uit te laten zoeken. De raad en de pers zijn kort ademig geworden.

Stadsprojecten

Zo zit het ook met de acceptatie van projecten, die moeten zijn tijd krijgen. Stadsplanning is geen democratische besluitvorming. Soms gaat het wel eens tegen de die nauwe omgeving in. Iemand die het hardst roept hoeft toch niet zijn zin te krijgen..De professionals dienen eerst hun verhaal te kunnen doen. Ruimte geven aan mensen die creatief zijn. Een sterk ambtelijk bestuur maakt hun afweging tegenover die professionals. Vande Made gaf toe dat architecten stedenbouw hem in hun creativiteit de baas zijn. ’Het gaat er om dat een project /gebouw zich settelt in de omgeving. Die omgeving is bepalend. In dat proces voert de overheid de regie.
Bartenbrug
Over de Bartenbrug laat de directeur niets los. ‘ Dat zit onder de rechter.. Ik kan dit niet oplossen. Mde door dat scheuren van het staal hebben we ook heel veel pech gehad. Bouwen blijft risicovol. Maar we zullen onze best doen dat het onze kant zal opvallen..’.


Terug naar boven