Zoeken
Smid Ad vd Wiel [bijna 90] woont in het enige authentieke me-huis
Printerversie |
Smid Ad van de Wiel is al vele malen geïnterviewd en voor de camera verschenen. De bijna 90-jarige staat in Bossche Pracht, en diverse boeken en was een van de gasten in ‘De Week van de Geschiedenis’ in de editie van 2012 in TheateradParade, waar hij met zijn spannende anekdoten en humoristisch uitspraken de show stal.
Smid Ad van de Wiel, die volgend jaar 90 wordt. foto © paul kriele, 4 september 2014. | ![]() |
Dit keer is een drieledig deskundig onderzoek naar een mogelijke restauratie van zijn smidse achter St.Jorisstraat 9 de aanleiding om met een verhaal te komen. Ruud van Workum uit Berghem, HBO student aan de HogeschooI Utrecht [Centrum voor Natuur en Techniek] is de samensteller van dat onderzoek. In juni 2014 is Van Workum als post HBO-student afgestudeerd voor Bouwhistorie, Restauratie en Monumentenzorg.
De studie deed Van Workum er bij naast zijn functie als onderhoudsadviseur bij Asset Facility Management in Uden.
Het lijvige drie-delige rapport van Ruud van Workum*, waarin de smidse op St.Jorisstraat staat vastgelegd, maar ook een bouwkundig/etechnische visie op de toekomst wordt gegeven. Zie toelichting onderaan het artikel. | ![]() |
Aanleiding voor de Berghemenaar om aan dit- uiteindelijke gedegen en uitvoerige- werkstuk te beginnen, was een stadswandeling, waar hij de inspiratie kreeg en het nut in zag om iets met het perceel van de Smidse- in relatie tot zijn afstuderen - te gaan doen.
Het resultaat omvat het deel Restauratieplan, waarin de auteur ook diep in gaat op de Bossche geschiedenis en specifiek op de historie van het pand St. Jorisstraat dat dateert van 1430, maar voordat het een smidse werd, was het pandje tot 1789 een gasthuis voor 7 oude mannen boven de 50 jaar.
Ad van de Wiel is de laatste der Mohicanen: ‘Er waren ooit 21 smederijen in de stad. Die zijn allemaal verdwenen. Alles en iedereen is weg, alleen ik ben overgebleven.
Onze smidse dateert van 1789. Dat was toen nog onder de naam Scheffers. Ik nam in 1940 de zaak over, waar ik al als tienjarig manneke kwam. Oom Martien Scheffers was met een zus van mijn vader getrouwd. Toen ik er in 1973 begon heb ik die naam Scheffers gelaten voor wat die was.
![]() | ![]() |
Boven en rechts: Het laat middel eeuws pandje de Smidse van Ad van de Wiel, die het bedrijf in 1940 van zijn oom Martien Scheffers overnam. Na eeuwen in ongeschonden staat Het woonhuis dateert van 1430, maar het was door een legaat van ene Gijsbertus van den Broeck, vanaf 1464 een tehuis voor oude mannen boven de 50. Op 29 september 1789 werd het perceel, waar -naast het woonhuis - een gangetje naar de smederij loopt, verkocht. foto's © ruud van workum, voorjaar 2014. | ![]() |
Verkoop van het enige meest historische Bosch’ monument
Van de Wiel: ’Dit pand is het enige oude huis in de stad dat nog helemaal in tact is. Er is nergens anders een voorbeeld van. Er mankeert hier van alles aan. Je moet echt voor dit huis, met zijn verscholen kamertjes, scheve vloeren en verweerde kozijnen vallen. Er dient zondermeer een nieuw dak op te komen en de uitgesleten voegen zijn ook al aan vernieuwing toe. Dan heb ik het niet eens over de isolatie en de verouderde leidingen.
Ad van de Wiel: Da’s natuurlijk allemaal erg aardig, maar er moet wel iemand komen met veel geld en een goede kijk op dit -nogal krakkemikkerige- pand ,wil dit project tot uitvoering komen. Het kost so wie so kapitalen.'
Laat huwelijk
Ze kunnen dan wel denken dat ik een spaarcentje heb, of dat mijn zoon van 54 jaar alles erft.. Maar tegen hem zeg ik wel eens om hem op stang te jagen: Al mijn geld gaat naar ’De Kerk’. Dan wordt ie toch kwaad.. ‘
De vraag luidt: Maar een zoon van 54 jaar en u bent bijna 90 ? ‘Welnu, dat zal ik je uitleggen. Het was net oorlog geweest. Zodoende ben ik pas in 1957, op mijn 32ste getrouwd. Wij mochten vroeger niks en bij mijn huwelijk wist ik nergens van.’
Kijk, ik word volgend jaar 90, laatst kwam er iemand van een zorginstelling voor een inspectie. De zorg van drie uur die ik wekelijks krijg, wordt teruggebracht naar twee uur. Dat volgt uit de bezuinigingen bij de gemeente! Ze kunnen beter die dure houten brug niet bouwen en de bejaarden de zorg verlenen die hen toekomt.
Toen met die twee uur zorg voor het eerst een meisje van 17 in huis kwam, zei ze: ‘U hebt zoveel kamertjes, die hoeven toch niet allemaal te worden gestofzuigd. Daar komt u toch niet elke dag…’
Ik ben hier oud geworden, maar als je in armoede zou leven.. Wij hebben voor de sociale voorzieningen van nu gezorgd! Je zult maar iemand zijn die niet uit de weg kan of in armoe leeft, dan word je toch je eigen huis uit gestampt. Ik kan gelukkig nog voor mezelf zorgen en op mijn kinderen terugvallen.’
Ruud vanWorkum *Heesch, 3 juli 1987 Afgestudeerd HBO-student in Bouwhistorie, Restauratie en Monumentenzorg Ruud van Workum uit Berghem, geeft in een driedelig Restauaratierapport het belang van het behoud van St. Jorisstaat 9 aan. Ruud: ‘Ik vond de verhalen van Ad van de Wiel even kostbaar, mooi en indrukwekkend als diens smederij.' | ![]() |
Afgestudeerd student Ruud van Workum heeft de eerste keer meer dan twee uur op de zolder gezeten, Zo lang, waardoor Ad naar boven riep: ‘Leef je nog?’ In totaal kwam hij aan 6-7 sessies, die hij in de smederij doorbracht. Zijn indruk en verbazing staat vastgelegd op een serie foto’s waarop ook de blaasbalg voor de luchttoevoer naar de smederij op de begane grond is te zien en een treklier waarmee oom Martien toen nog materiaal naar boven of beneden takelde. Bij dat op en neer gaan van die stang en die zuigende zakken van die blaasbalg, daar heb ik als tienjarig ventje nog staan kijken. Dat was best spannend.
Het dak was toen én nog steeds niet afgetimmerd, zodat je hier en daar de blauwe hemel kunt zien en ’s winters de sneeuwvlokken kunt voelen.
Ad is er sedert jaren niet meer geweest. Er liggen nog potten en roosters van kachels op, die kunnen goed honderd jaar oud kan zijn. Daar kan niemand nog iets mee doen’.
![]() | ![]() |
-Boven: De zolder van de smidse met [rechts] een ongeschonden hoekje waarin de treklier [ook foto hieronder] en rechts de blaasbalg. | ![]() |
![]() | foto's © ruud van workum, voorjaar 2014. |
Rechts: De smidse op de begane grond, waar de werkplaats al bijna75 jaar onveranderd lijkt. De smid noemt hier zelefs een periode van 100 jaar, als het om bepaalde spullen gaat. | ![]() |
De zolder ligt er nog net zo bij als in 1789. Er is in de stad geen interieur van een smederij te vinden waar de geschiedenis er nog zo ongeschonden bij ligt. Van Workum wijst in dit verband ook naar het materiaal en naar het materieel.
Dan spreken we niet eens van het nimmer verbouwde woonhuis aan de straatkant, waar Ad van de Wiel nog zijn dagelijkse beslommeringen heeft.
Bestemming van het Rapport van Ruud vanWorkum
Afgestudeerd student HBO in Bouwhistorie, Restauratie en Monumentenzorg wil zijn driedelig rapport aan de betreffende instantie in Den Bosch aanbieden. Daarmee hoopt hij dat zij zullen inzien wat voor een bijzonder pand er in de gemeente staat en de adviezen zich ter harte zullen nemen.
Nog belangrijker vindt hij de belevingswaarde van het perceel:
‘In mijn rapport Restauratievisie komt tot uiting dat de algehele belevingswaarde net zo belangrijk is als het pand zelf. De sfeer van een eeuwen oude smederij/ambacht is er nog steeds beleefbaar. Eeuwig zonde als dit unieke erfgoed verloren zou gaan,’ zegt Van Workum, die graag bij een eventuele verkoop of herbestemming een advies wil geven.
Zie ook het artikel 'Smid van de Wiel is niet weg te branden' artikel dd.23 mei 2011.
Terug naar boven