Zoeken
Smidje van de Wiel is niet weg te branden
Printerversie |
Ad van de Wiel [*1925] is in 1940, bij zijn oom Martin Scheffers, in de zaak gekomen. Scheffers was getrouwd met een zus van vader Van de Wiel. Scheffers had op zijn beurt de smederij overgenomen van zijn vader en die weer van zijn oom en die weer van diens vader. De smederij in de St. Jorisstraat bestaat dus al eeuwen.
De panden dateren, het voorhuis met winkel van begin 1700 en de smederij op de achterplaats, die uitkwam op het Kruisbroedershof van begin 1600. Tussen 1464 en 1789 diende het gehele achterhuis als gasthuis voor zeven oudere mannen. Gesticht door Gijsbert van den Broeck. Dit perceel geldt als een van de oudste stenen Bossche huizen.
Ad van de Wiel is al jaren aan het rentenieren, maar om de haverklap staat er een makelaar of projectontwikkelaar op de stoep. Ze beloven hem gouden bergen, maar zelf zien ze onder de smederij goud in de grond liggen... ..
Smid Ad van de Wiel [*1925] woont in een pandje in de St.Jorisstraat met winkel, bovenwoning en op de achterplaats de smidse, die zat overigens vroeger aan de straatkant. Het perceel op de achterplaats was toen een tehuis voor oude mannen, zoals er zoveel waren. Van de Wiel nam de zaak over via een broer -Scheffers- van een zus van zijn vader en daar gaan ook weer generaties smeden aan vooraf. In de stad waren vele ambachtelijke bedrijfjes zo ook de smederij van Scheffers, later van Van de Wiel. foto © paul kriele, 23 mei 2011. |
![]() |
'En ....heb je nog makelaars aan de deur gehad..?
Om de haverklap krijg ik die makelaars over de vloer. Ik weet niet hoeveel mensen ik de laatste jaren bij mij aan de deur zijn geweest om te vragen of het huis al te koop stond.
Laatste nog die van Persoons. Dat zijn schatrijke mensen. Zij hebben, ik weet niet hoeveel geld en maar klagen dat dit kapot is en daar voor zoveel geld gerepareerd moet worden Ze zijn rijk van de panden en als ze dood gaan wat hebben ze dan..?
Bij mij schuin tegenover in de St.Jorisstraat staat dat grote hoekhuis dat door Persoons is omgebouwd tot kamerwoningen. Het was ooit de sigarenfabriek van De Leeuw.
Weet je wat een appartementje daar aan huur moet opbrengen? 900 euro ! Dan heb je een woonkamer, slaapkamer, keukentje en een badkamer. Het ziet er wel goed uit. Het is wel netjes opgeknapt.
De meesten die daar huren – het zijn vaak jongeren - blijven er maar één tot hooguit twee jaar wonen.
Persoons komt bij mij langs op weg naar een van zijn panden en stapt voor mijn deur van zijn fiets af en zegt: Hé Van de Wiel, niet dat ik het wil kopen hoor , maar ik heb eigenlijk nog nooit jouw huis van binnen mogen zien. Ik ben best benieuwd. Maar niet voor de koop hoor !
Toen Persoons eenmaal binnen was: ‘ Godsamme, Wat heb jij toch een enorm huis. Daar zijn aardig wat appartementjes van te maken.
Weet je wat, zal ik jou eens een voorstel doen.Gij mag oew hele leven in de St. Jorisstraat blijven wonen in zo’n mooi appartement van mij aan de overkant van de straat. Voor niks, je hele leven lang.. en dan betaal ik natuurlijk jouw huis om het op te knappen en dan ben jij je hele leven lang onder de pannen.'
Historie is goud waard
'Dat pandje van mij, weet je voor hoeveel ik dat heb gekocht? Voor 20.000, geen euro’s, maar 20.000 guldens!
Da’s ik weet niet hoe oud. Het voorhuis is al ruim 300 jaar oud. Het is van begin 1700 en de smederij van begin 1600. Daar hebben de Batavieren nog gewoond.
Ik denk dat het nu gauw rond de miljoen euro waard is.
Een makelaar ziet dat niet eens zitten. Die gooit het zaakje plat en zet er iets nieuws voor in de plaats. Maar dan vergeten ze toch gauw dat de hele bouw onder Monumentenzorg staat. De gevel, de smederij en het interieur, ook al staat dat nog zo scheef en lopen de vloeren schuin weg.
Dat is stukje voor stukje door die lui van de BAM op papier gezet. Er mag hier niets gesloopt worden: alleen maar opknappen.
Je zou er een liefhebber voor moeten weten, iemand die dat authentieke ziet zitten, een kunstenaar of een ambachtsman.'
Echt vaklui waar zie je die nog?
Van de Wiel is al jaren met pensioen, maar heeft nog lang op eigen tempo doorgewerkt. Dan reed hij met zijn bromfiets en de smidsspullen achterop naar een bevriende klant. Niet iedereen of elke klus nam hij nog aan. Het ging op eigen tempo, maar wel als vakman, zoals hij het 70 jaar geleden van zijn oom geleerd heeft.
'Kijk, je moet ook bezeten zijn van het vak. Ik loop nog wel eens door de stad en kijk om me heen of omhoog en dan zie ik die balkonhekken of een schoorsteenkap en dan vind ik het toch leuk dat het er zo bij staat.'
![]() |
![]() |
-Boven: Smid Ad van de Wiel. -Rechts: De smederij en het winkel- en woongedeelte aan de St.Jorisstraat. foto 's © paul kriele, 25 augustus 2007 [r.], 18 april [r-boven] en 23 mei 2011. |
![]() |
'Ik vind het ongunstig dat de praktische opleiding wegvalt, zegt de man die buiten werktijd nog allerlei cursussen, zoals lassen, het vakdiploma en middenstand, volgde. Waar zie je nog een goeie schoenmaker of timmerman? Men komt vaklui te kort. De jeugd moet meer kans krijgen te leren. Iemand die met zijn handen wil werken moet je niet overweldigen met theorie.'
doodskistenmaker
Aan de overkant woonde voorheen Van Uden, de doodskistenmaker.* Dat pandje is verbouwd tot 6 appartementen. Die huizen lopen naar achteren helemaal door tot aan de Binnendieze.
* Van Uden & Zn [J. G. van Uden] timmerman op St. Jorisstraat 18
Maffia
'Kijk,' zegt baasje Van de Wiel even wat zachter pratend, 'die lui, dat zijn allemaal maffia. Ze hebben feitelijk totaal geen belangstelling voor jouw huis. Het gaat hen alleen maar om dat stukje grond Dat levert hen het geld op.
Ge denkt toch niet dat ik hier ooit wegga. Van mijn leven niet. Ze mogen me hier wegdragen.‘
Uiteraard -zouden we bijna zeggen - is Van de Wiel niet de enige. We kennen er nog meer, zoals Harrie van 't Kupke op de Schapenmarkt, waar ook om de haverklap iemand van Groenewoud zo maar de winkel binnenstapt en brutaal roept: 'En Van de Berg valt er nog iets te verdienen..?'
'Aan zo'n man verkoop ik mijn pandje nooit en te nimmer,' zegt Harrie van de Berg, die gewoon op zijn beurt wacht tot betere tijden.
---------------------------------------------
© paul kriele, gesprek dd. 27 maart 2011.
'Bron: 'Ge kunt me nog meer vertelle... .'
Terug naar boven