Museumdirecteur Charles de Mooij ontving Moeder Truus Poffer 2017

Op de 35^ste editie van de toekenning van de Moeder Truus Poffer stond museumdirecteur Charles de Mooij in het middelpunt. Daar was volop aanleiding voor vanwege de zo succesvolle Jeroen Boschtentoonstelling waardoor in 2016 500.000 mensen de stad bezochten. En…’, zei voorzitter Van De Kikvorschen Bertie van den Heuvel,  ‘die namen allemaal een drankje en wat te eten in de stad. En dat is goed voor de middenstand.’

 Niet in ’t Pumpke, het huislokaal van de Bosmannen, maar tegenwoordig in beheer bij Peter en Otto van den Groenendaal,  maar in de Sociëteit Amicitia/De Zwarte Arend in de Peperstraat was de locatie waar dit jaar vanwege half vasten de uitreiking van de herinnering aan de in 1981 overleden Moeder Truus Bosmans plaatsvond.

Tuin van sociëiteit Amicitia /De Zwarte Arend Het echtpaar De Mooij stond zondagmiddag 26 maart 2017 central bij de familie Bosmans en De Kikvorschen vanwege de uitreiking van de Moeder Truuspoffer aan museumdirecteur Charles de Mooij. foto © paul kriele, 26 maart 2017. ..................................................................................

In die soos heette, voorafgaand aan de ceremonie, Hans Bosmans, kleinzoon van Truus Bosmans- den Dunnen de gasten, die door het mooie weer in grote getale [o. a. de Dassendragers] aanwezig waren, welkom.
Bosmans sprak over de door zijn vader Jan in 1981 ingestelde Moeder Truus Poffer, genoemd naar Hans’ grootmoederr Truus Bosmans-den Dunne, die een hart had voor de stad. Een stad waar ze van is gaan houden, een stad waar ze een geven kon. De onderscheiding wordt aan mensen of instellingen uitgereikt  die dat idee van geven aan de stad onderschrijven. Dat ook vandaag de uitreiking gebeurt door de voorzitter van De Kikvorschen [Bertie van denHeuvel] en de kleinzoon van haar gewaardeerde vriend Jan van de Mortel en haar eigen kleinzoon, zou haar vreugde hebben gebracht.

Roderick van de Mortel

De burgemeester van Vught en dassendager Roderick van de Mortel sprak namens de uitgetreden kapelaan Partrick Kuis  die voor een vakantie in Boedapest verblijft. En niet lijfelijk aanwezig kon zijn. Kuis was de laatste [chronologisch gezien] die vorig jaar de Poffer in ontvangst mocht nemen en het  is traditie dat hij tot een van de sprekers behoort….

’s-Hertogenbosch en thuis, twee woorden die het afgelopen jaar inherent met elkaar verbonden waren, niet alleen voor mij maar ook voor een zekere Jheronimus.

Ik en velen met mij hebben enorm genoten van wat de gedecoreerde van vandaag heeft bewerkstelligt. ‘Iedereen kan geschiedenis maken, alleen een groot man kan haar schrijven’ [naar Oscar Wilde]. De persoon én de organisatie hebben ware geschiedenis geschreven.’

De uitreiking -door Bertie van den Heuvel] van de zilveren Moeder Truus Poffer met bijbehorende replicaspeld die Veronique Bosmans  bij Charles de Mooij opspelde. Op de foto hierboven Luciën Teurlings [l.] pr-man van De Kivorschen met een trotse Charles de Mooij.  foto's © paul kriele, 26 maart 2017. ..................................................................................................................

Voorzitter Bertie van den Heuvel

Bertie van den Heuvel toonde zich erg trots, niet alleen dat de naam van de gedecoreerde vooraf bekend werd, maar nog meer dat die erkenning gaat naar iemand die het meer dan verdiend heeft.

Dat deze decorandus het gedaan heeft gekregen om 500.000 man over de vloer te krijgen is zelfs ons als Kikvorschen nooit gelukt. Het mooie is dat zijn achternaam ook staat voor alles wat hij in zijn werk en passie heeft gedaan: Charles de Mooij.

Charles, als geboren Bergenaar, unne Krab zal ik maar zeggen, heb je ons een fantastisch evenement bezorgd  wat in onze stad nog nooit is voorgekomen. Door zoveel mensen te trekken heb je bijgedragen aan het opbloeien van de middenstand.

Er waren nachten dat er geen kamer meer beschikbaar was.
Bekend is dat De Kikvorschen  goed kunnen ritselen, maar een een schilderijtje van een paar miljoen naar de provinciehoofdstad zien te krijgen, vraagt om unieke kwaliteiten. Bosschenaren mogen  trots zijn op ‘hun eigeste mooie Noordbrabants Museum’, zo sprak Bertie van den Heuvel.

-Links: Roderick van de Mortel had in zijn toespraak een anekdote verweven over het costuum van zijn overgrootvader Eduard van de Mortel wiens costuum hij jaren in bruikleen had gegeven aan het Noordbrabants Museum. Maar vandaag gaf hij definitief dit costuum met toebehoren [o.a. een shako en pluim] aan het Museum in de persoon van Charles de Mooij.. -Onder: Na de uitreiking   waren er bloemen voor de hoofdgasten. foto's © paul kriele, 26 maart 2017. ........................................................................................................

Toespraak Charles de Mooij
Na een woord van waardering en dank voor dit eerbetoon in het jaar dat het Museum zijn 180ste verjaardag viert,  deed De Mooij in zijn ludieke toepspraak een beklag dat er in die 35 edities al zovelen het museum waren voorgegaan.
Wij bestaan 180 jaar. We hebben er wel lang op moeten wachten: mr. Hein Bergé was in 1982 de eerste en toen nog een snotneus van 66 jaar. Roderick van de Mortel was in 2008 nog geen 37 jaar en Patrick Kuis is al helemaal een jungske van 31 jaar!
En ondanks dat we in 1992 een poging deden om in de kijker te treden met een expositie 'Vastenavond-Carnaval', waar enkele werken met daarop De Kikvorschen hingen en zij in ruil voor twee kratjes bier een optreden in de Statenzaal mochten verzorgen  ..Het heeft allemaal niets geholpen..
Een spion naar De Kikvorschen gestuurd..
Zelfs vaandeldrager Floris Janssen, die invallend tamboer/bekkenist was bij De Kikvorschen, had het museum gemakkelijk naar voren kunnen schuiven. We vingen elke keer bot..zo danig dat we besloten bij De Kikvorschen te infiltreren door gebruik te maken van een zogenaamde slaper. Dat is een spion die jaren passief blijft maar dan plots toeslaat.

Die slaper was onze conciërge Arnold Passon [hilaritiet bij de Dassendragers en  De Kikvorschmannen vrouwen]. Arnold bleek na zware druk en in ruil voor een flinke bonus bereid te zijn lid te worden van De Kikvorschen. Maar dan moest hij natuurlijk nog wel een gedegen opleiding doormaken als trommelaar  en ook brandewijn leken drinken.
Welnu, het succes  van Arnolds activiteiten hebt u vanmiddag kunnen zien. Eindelijk heeft het museum de Moeder Truus Poffer in bezit.  Bedankt Arnold! 
Ook al hadden we  al heel wat poffers in de collectie: 33 stuks waaronder vijf schilderijen met poffers, twee zilveren munten met de naam poffer, en ook nog eens drie poffertjespannen, maar nog geen zilveren Moeder Truus Poffer.
Mijn collega's en ik waren dus als een kind zo blij met deze aanwinst.'






 



Terug naar boven