Mgr. De Korte nog eens over Roze Zaterdag

Printerversie
Gepubliceerd op: 22-07-2017 | Gewijzigd op: 23-07-2017
Recent waren de burgemeester van Rotterdam, Aboutaleb, en ikzelf gasten op het stadhuis van ’s-Hertogenbosch. Ons was gevraagd om als burgemeester en bisschop licht te laten schijnen op het thema verbinden. Juist in onze huidige verwarrende tijd met veel onbehagen en onzekerheid is het belangrijk om te blijven reflecteren op datgene wat burgers van ons goede vaderland verbindt en geborgenheid biedt.

Mgr. Gerard de Korte. 

foto © paul kriele, 5 maart 2016.
..............................................................
De burgemeester hield een gloedvol betoog vanuit zijn ervaringen in een politiek gepolariseerde stad. Maar ook een stad die door de overwinning van Feyenoord de verbondenheid uitbundig heeft gevierd.  Ikzelf liet als bisschop licht over het thema schijnen vanuit het katholiek sociaal denken. Een basisovertuiging vormt daarbij dat alle mensen schepselen van God zijn. Ondanks al onze godsdienstige en politieke verschillen horen wij wezenlijk bij elkaar als kinderen van één Vader. In het gelaat van de ander mag ik Christus zelf ontmoeten. Deze noties kunnen ons helpen om muren af te breken en bruggen te bouwen, steeds opnieuw.

Tegenkrachten
Maar er zijn natuurlijk de nodige tegenkrachten. Veel Nederlanders zijn bang en boos. Bang voor economische onveiligheid en terroristen; boos op de Islam, Den Haag en Brussel. En dat leidt vaak tot korte lontjes en ruwe taal. Als wij de groeiende polarisatie in onze samenleving willen dempen, zullen wij de oorzaken van de angst en de boosheid moeten begrijpen en pogen weg te nemen. De zorgen van bange en boze burgers moeten dan ook uitermate serieus genomen moeten worden. Mooie woorden over het belang van verbondenheid zijn belangrijk maar daden die de oorzaken van de maatschappelijke onveiligheid wegnemen zijn belangrijker. 



Formatie
Ik schrijf dit artikel nadat meerdere formatieronden in politiek Den Haag zijn mislukt. De verschillen tussen de onderhandelende politieke partijen blijken te groot te zijn. Teveel partijen hebben de neiging om anderen uit te sluiten. In een coalitieland als Nederland is dat best lastig. Wij zijn en blijven immers een land van minderheden. Geen enkele politieke partij kan zijn  programma geheel realiseren. Een land van minderheden vraagt altijd de bereidheid om compromissen te sluiten, zonder overigens  dat alles slappe thee wordt. In het verleden heeft ons dat geen windeieren gelegd. Nederland heeft door de tijd heen extremen kunnen afstoppen en een gematigde cultuur opgebouwd. In de huidige maatschappelijke omstandigheden worden de middenpartijen kleiner en dreigen zelf naar de flanken op te schuiven. Juist nu is het belangrijk om elkaar niet uit te sluiten maar werkelijk te ontmoeten.

Geborgenheid In een tijd van snelle technische veranderingen moeten de succesvolle voorlopers de mensen die dreigen achter te blijven niet loslaten maar meenemen. In een van de dagbladen las ik een mooi portret van een dorp in Limburg. De mensen, zo werd gezegd, zijn daar gelukkig omdat er geborgenheid bestaat. Burgemeester Aboutaleb poogt in Rotterdam, zo vertelde hij tijdens de ontmoeting in ’s-Hertogenbosch, burgers mee te laten denken over de ontwikkeling van hun eigen wijk. Zo wordt de kloof tussen stadhuis en stadswijk verkleind en het gevoel van betrokkenheid vergroot. Bestuurders kunnen op deze manier bange en boze burgers tegemoet komen. In het licht van het actuele onbehagen vormt het voor politici met uiteenlopende levensbeschouwelijke visies een uitdaging te werken aan sociale geborgenheid, economische veiligheid  en nieuwe vormen van solidariteit. Dat vraagt in Den Haag het verlaten van loopgraven, creativiteit, durf en het zo  zoeken van nieuwe bondgenootschappen.

Mgr. dr. Gerard de Korte



 

  


 


Terug naar boven