Zoeken
Radbouduniversiteit: Afscheidscollege Jeroen Boschkenner Jos Koldeweij
Printerversie |
Radbouduniversiteit: Afscheid van prof. dr. Jos Koldeweij in verband met pensionering.
...... |
-Boven: Prof. dr. Jos Koldeweij tijdens zijn afscheidscollege in de aula van de Radboud universiteit. Onder de professoren links de rector magnificus prof.dr Han van Krieken en rechts ernaast de decaan van de faculteit der Letteren prof dr. Margot van Mulken. -Onder: In de aula was de familie Koldeweij met onder meer echtgenote Saskia en dochter Anna goed vertegenwoordigd. foto's © paul kriele, 15 november 2019. |
..... |
In een bom volle aula van de Nijmeegse Radbouduniversiteit nam hoogleraar prof. dr. Jos Koldeweij, vanwege pensionering, tijdens een academische plechtigheid met een lezing afscheid.
De in Den Bosch en omgeving bekend staande Jos Koldeweij [*Helvoirt, 28 februari 1953], die in 1978 aan de Universiteit van Utrecht afstudeerde en in 1985 cum laude promoveerde, kreeg op 1 januari 1993 de benoeming van hoogleraar Kunstgeschiedenis in het bijzonder de Vroeg Christelijke tijden en Middeleeuwen.
Noordbrabants Museum
Jos begon onder directeur Margriet van Boven aldaar ls conservator en maakte toen naam met de tentoonstelling 'Zilver uit 's-Hertogenbosch' en 'Bossche Duiten' alvorens hij naar de Nijmeegse universiteit vertrok.
Op een bijzondere druk bezocht bijeenkomst, op vrijdag 15 november 2019 in de aula van de universiteit, werd de hoogleraar Koldeweij met specialiteit Jheronimus Bosch, alom geprezen. Niet alleen juist door de wereldwijd bekend geraakte Jeroen Boschtentoonstelling [2016], die ruim 425.000 bezoekers trok, en het parallel daaraan lopende Bosch Research and Conservationproject [samen met Matthijs Ilsink].
Naast het project pelgrimstekens stipte de rector van de universiteit nog even de aan Koldeweij toegekende Koninklijke onderscheiding aan en de prijzen waaronder de Karel van Manderprijs en de Europa Nostraprijs die Koldeweij kreeg uitgereikt. Zo sprak de rector magnificus Han van Krieken in zijn welkom. Ook Jos' eerste promovendus, Annemarieke Willemsen, conservator Middeleeuwen Rijksmuseum voor oudheden in Leiden, besteedde uitvoerig aandacht aan Jos levensloop, diens werk en verdiensten.
.... |
-Boven: Bijdrage van Mathijs Ilsink en Annemarieke Willemsen, conservator Middeleeuwen Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden, Koldeweijs eerste promovendus, die hem het vriendenboekaanboden met 50 geschreven kunstvormen 'Het einde van de Middel Eeuwen'. Bossche deputaties Uit Den Bosch waren uiteenlopende deputaties aanwezig. Van de provincie [cultuur-historicus Wies van Leeuwen, van de gemeente Paul van der Eerden en van Erfgoed Eddie en Harmke Nijhof, Ronald Glaudemans en Jac Biemans], van het Het Noordbrabants Museum [directeur Charles de Mooij] en Jo Timmermans namens het Jheronimus Bosch Art Center en namens, de inmiddels opgeheven, stichting Jheronimus Bosch 500 Ad 's Gravesande en Lian Duif als programmamanager. -Op de foto hieronder de eerste archeoloog die 's -Hertogenbosch in de jaren 70 aanstelde: dr. Hans Jansen. Jos was in zijn studie betrokken bij Hans' archeologisch werk. Namelijk bij de opgraving van de put op de Markt. Samen begeleiden zij momenteel een promotie over opgegraven koggeschepen. |
........................... |
.............................. Een rebusblazoen van de rederijkerskamer De Olijftak uit Antwerpen 1618 [l.] . Daarin ook weer de Boschboom afgebeeld. ........................... |
Thema van Kolderweij's college
Het thema van het openbare afscheidscollege was ‘Rebussen, van duivels tot Bosch’. Maar spreker nam zelf ‘Denken in woorden of denken in beelden' als uitgangspunt van zijn lezing. Daarmee dook de hoogleraar Kunstgeschiedenis in vroeg christelijke tijden meteen in de beeldtaal die al bekend is uit de [Griekse]oudheid, met name rebussen. Rebussen dat was het hoofdmotief dat Koldeweij aansneed en uitvoerig met beeldmateriaal belichtte. De Rebus, ook weer populair in de middel eeuwen, zei Koldeweij, zijn 'dingen die gebeuren'.
Uiteraard betrok Koldeweij daarbij de beeldtaal van Jeroen Bosch. Maar om het werk van Bosch goed te kunnen doorgronden, dienen we naar de historisch context te kijken, aldus Koldeweij.
Net zoals de indertijd populaire Tijl Uilenspiegel houdt ook –de iets minder populaire- Jeroen Bosch ons een spiegel voor. Dat zien we vaak ook in zijn werk bijv. de Tuin der Lusten, waarvan spreker een in de spiegel kijkende uil als voorbeeld koos. Zo koos Koldeweij als thema van zijn lezing de spreuk: ‘Wat baat kaarsen of een bril als de uil niet ziet wat hij lezen kan.’ Duidelijker- aan ons gericht - je moet wel goed willen kijken.’
Van de oude tijden sprong Koldeweij wat later in zijn voordacht, naar de huidige tijd met voorbeelden als de rebus van de kinderpostzegelactie in 1970, of de grote [verdwenen] rode letters op het Museumplein: AMSTERDAM en [zo ook afgekeken van Parijs] I Love Parijs. Love als hartje verbeeld. Maar ook vaders meesterteken verwees naar een rebus De Genster, een vuurvlok. En zo kon Koldeweij nog wel even doorgaan, eindigend met Bossche voorbeelden: van de Rederijkerskamer en de Brodsies van de Bossche boden met daarop het stadswapen en ’s- Hertogenbosch als rebus uitgebeeld [ o.a. twee ogen en een bos]. Of het beeldmerk van de stad, de Boschboom die je op zegels en wapens terug ziet.
Koldeweij besloot met: ’Na 25 jaar hoogleraarschap sta ik in een mooie Nijmeegse traditie. Ik heb een bijdrage geleverd door mijn leeropdracht aan Kunstgeschiedenis in Vroeg Christelijke Tijden en de Middeleeuwen. Koldeweij rondde zijn lezing af hopende dat deze leeropdracht niet verdwijnt'.
En tot slot: 'In mijn werk heb ik veel steun ondervonden van mij dochter Anna en echtgenote Saskia'.
Matthijs Ilsink van het Bosch Research and Conservation Project
Van de slotsprekers Matthijs Ilsink en dr. Willemsen ontving Koldeweij ‘Het einde van de Middeleeuwen’, een boekwerk met 50 geschreven bijdragen over kunstwerken door 52 auteurs [collega’s, vrienden en relaties uit Nijmegen, ook uit Den Bosch]. Van de kunsthistoricus en mediavist is een lijst van publicaties toegevoegd [‘de helft van het boek’, grapte Ilsink]. Deze bundel is een ouderwets vriendenboek, gestoken in een eigentijds jasje. Ze vormen de afspiegeling van jouw interesses'.
‘Het einde van de Middeleeuwen’ is een uitgave van door Vantilt Nijmegen en gefinancierd door Jo Timmermans en uiteenlopende fondsen, gelieerd aan wijlen Hendrik Jan van Beuningen met wie Koldeweij veel samenwerkte.
Ilsink besloot: ‘Tien jaar geleden verdedigde ik hier mijn proefschrift. Toen was het enorm koud en zat ik met een half gevulde zaal. Nu neem ik de kans ook jou eens toe te spreken in een volle, warm gestookte aula.’
Ook de laatste student onder Jos, Sid Pubben, hield een gevatte toespraak over onder meer de persoon Koldeweij. De Master of Arts Pubben studeerde af op twaalfde eeuwse doopvontfragmenten in de Sint Servaas en het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.
De vlot gebekte student begon met het feit dat hij vanaf augustus 2019 de laatste master student was bij Jos Koldeweij.
Voor de woordvoerder [namens de oud-studenten] heeft Jos Koldeweij van de premasters Kunsgteschiedenis op hem de meeste indruk gemaakt.
'De mytische figuur Koldeweij was een stuk makkelijker benaderbaar en scheepte je nooit af.
In mijn bachelor master-scriptie moest je soms wel eens wachten,' zo besloot Pubben, zijn leermeester dankend voor de kennis en vaardigheden die hij hem bijbracht.'
Jos Koldeweij met het afscheidscadeau aangeboden door Matthijs Ilsink en dr. Annemarieke Willemsen. foto © paul kriele, 15 november 2019. .......................................................................... |
Terug naar boven