Zoeken
Jo Broekmeulen*1916 vertelt over zijn jeugd in de jaren 20.
Printerversie |
Nieuwepodcast met Jo Broekmeulen
Jo Broekmeulen geboren op 23 januari 1916 is een veelprater, maar dan iemand met inhoud. Hij haalt uit zijn jeugd [de jaren 20 van de vorige eeuw] herinneringen op en vertelt over de ouderwetse gewoontes van zijn ouders en grootouders, die leefden in de tijd dat er thuis geen stroom was maar petroleumlicht.
![]() |
Jo Broekmeulen, naast verteller ook een erg creatieve man: tekenaar en speler en decorbouwer bij de Bossche Revue en Operetteverenging. .foto © paul kriele, 19 januari 2001. |
Opa Broekmeulen voer als kapitein op een vrachtboot naar Amsterdam. Die stoomboot vervoerde bier van Heineken en meel en rijst en suiker naar de Bossche binnenhaven. En omdat Jo’s vader vaak meevoer, nam die dan de kleine Jo mee. In de hoofdstad bezochten ze Jo’s tantes, zussen van vader. Elk voor-en najaar kochten ze bij de Joodse winkeliers op de Nieuwendijk nieuwe kleding voor Jo omdat het daar goedkoop was.
Jo gaat ook terug naar de tijd van petroleumlampen in huis. Hij herinnert zich nog he tmoment dat petroleum in huis werd vervangen door electriciteit. Jo: 'Je hoefde voortaan maar een knopje om te draaien en... er was geen lucifertje meer nodig. Dat gas kwam van de gasfabriek op de Willem van Oranjelaan, waar opoe Pijnenburg-Koch, die op het oude Sonneveld woonde, op uitkeek. Daar had ook de gemeentelijke lantaarnopsteker zijn kantoortje. Die man reed elke dag met een fiets door de stad om, tegen het donker, met een lange stok de gaslantaarns aan te steken.
Jo's uitgebreid verhaal loopt verder van misdienaar bij pastoor De Kroon naar de Vughterdijk, waarover Jo van elke buurman wel iets te vertellen heeft: de bakkers, groentenboeren Wilbers en Wetzer, de slagers Wetzer en Viguurs, garage Lautenschlager en ook kleurrijke figuren onder wie de muntjesmeter Schrover en de gebroeders Van Gelder, waarvan de meesten Janus heette. Konmisch is het verhaal over Piet den Stèrt die koeiendrijver was. Op de wekelijkse marktdag liep Piet met zijn koeien van het laadstation bij van Gend & Loos naar de Veemarkt op het Kardinaal van Rossumplein. Als ze niet vlot genoeg mee wilden, draaide Piet hun stèrt om.
Jo’s moeder heette Truus Delmée. En haar moeder Pijnenburg was stoelenzetster in de Bartjes. .
Op zijn veertiende moest Jo van zijn vader een baantje zoeken. Door die baantjes als loop-, en fietsjongen en later etaleur, leerde hij de winkeliers in de binnenstad kennen: onder meer Dodemont van de fietsen, de schoenenzaken Smits en Germania en 'De duizend dingen' bij Meijering op de Schapenmarkt . Hij begon als 14-jarige jongen met vijf gulden in de week. Da’s nog geen twee euro.
Een van Jo's vele stadsgezichten. Allen zijn verzameld in een speciaal album Bossche Stadsgezichten'. Onder deze tekening schreef Jo 'Binnendieze, 1946'. |
.....![]() |
Jo was altijd erg creatief. Hij raakte bekend als tekenaar van Bossche stadgezichten. En.. in door zijn veelzijdige rol bij de Bossche Revue en operettevereniging. Dat was ook de tijd dat hij bij Leenders op dansles ging.
Voor de revue maakte hij vooral de decors, maar trad ook op als tapdanser en buikspreker. Scheefhals was daar de grimeur, Hagemans deed de kapsels en Schrauwen was de voorzitter van de Revue.
Dankzij die revues heeft hij bij een voorstelling in het oude Casino van 1935 zijn vrouw Truus Delmée leren kennen.
In 1938 kwam Jo bij de Post in de Kerkstraat te werken. Maar in de Tweede Wereldoorlog namen de NSB-ers alle Postzaken over en werd Jo in 1943 naar Duitsland gestuurd.
In de volgende twee afleveringen komen zijn werk voor de Arbeitseinsatz in Duitsland, de Bossche Revue en zijn werk als loop-en fietsjongen aan de beurt.
De podcast 'Bossche Stadsgezichten' is te beluisteren via Spotify [gratis] en daar intypen 'Bossche Stadsgezichten'.
Terug naar boven