Zoeken
Opening Museum Kruithuis
Printerversie |
Museum Kruithuis officieel geopend op woensdagmiddag 11 september 2024: Gerenoveerd en nieuw ingericht voor een water- en vestingmusrum.
..................... |
-Hierboven: Wethouder Marianne van der Sloot opende met een grote, ouder wetse sleutel de poort van het nieuwe Museum. -Hieronder: De Oude Schuts die met hun kanon een losse flodder lieten horen. -En het muziekkorps van de Nederlandse Landmacht. foto's © peter van helden, 11 september 2024. |
................................ |
.................. |
Een buiten gedeelte met de opening door wethouder Marianne van der Sloot samen met Kring Vrienden -voorzitter Nicolette Kroeze. Dankzij het militair orkest ontstond er een gezellig sfeertje onder de kleine 100 genodigden ondanks een dreigende regenbui. Maar ook daar was met een regencape aan gedacht.
Vervolgens toog het gezelschap naar de binnenplaats waar het ..orkest olv ….enige oude Franse liederen ten gehore bracht. Deel drie speelde zich af op de bovenverdieping waar in de gehoorzaal de genodigden plaats namen.
Helaas sputterde de microfoon ook hier weer eigenzinnig tegen.
........................... |
In de gehoorzaal op de eerste verdieping sprak de voorzitter van de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch Nicolette Kroeze een welkom aan de genodigden. De Kring Vrienden is de initiatiefnemer van dit water-en vestingmuseum. foto © paul kriele, 11 september 2024. |
De lezing over de bouw van Musuem Kruithuis door stadsarchivaris Hildo van Engen.
Stadsarchivaris Hildo van Engen bracht in een uitvoerige lezing de bouw van het Kruithuis tijdens het Twaalfjarig Bestand [1609-1921] in beeld. Dat project, dat 23.000 gulden [1050 euro] kostte, verliep overigens met veel politieke en financiële perikelen. foto © peter van helden, 11 september 2024. |
Dit verslag richt zich met name op het meest Bossche gedeelte: de voordracht van stadsarchivaris Hildo van Engen die de geschiedenis van het Kruithuis met tekst en beeld uitvoerig belichtte. Zijn voordracht bestond uit een voor[-af] gedeelte waarin de situatie en effecten van de 80-jarige oorlog langs kwam, het tweede deel, dat alle-lokale- politieke verwikkelingen bevatte, tot aan de uiteindelijke- vertraagde - oplevering van dat munitiehuis in 1618.
De genodigden, een kleine honderdtal, in de gehoorzaal op eerste verdieping. foto © paul kriele,11 september 2024. .......................................... |
Tachtig jarige oorlog 1568-1648
De archivaris begint zijn verhaal met het duiden van de oorlogssituatie waarin het land als gevolg van de 80-jarige oorlog: 1568 -1648 verkeerde. De aanleiding was de beeldenstorm in 1566, toen de calvinisten zich met geweld en vervolgens met opgelegde benoemingen in het bestuur van gemeenten, tegen de katholieken keerden.
In die periode staat Holland [De Zeven Provinciën] onder het gezag van achtereenvolgens drie Spaanse koningen Filips I, II en II. De Zuidelijke Nederlanden -overwegend katholiek- kozen voor het Spaanse bewind.
Bij beide partijen raakte de bodem van de oorlogskas in zicht. De Spaanse koning Filips III dreigde in 1607 failliet te gaan. De koning kon zijn manschappen geen soldij meer uit keren. Vanuit gematigde krachten snakte men naar vrede.
Na langdurige besprekingen kwam het in 1609 in Antwerpen tot een bestand tussen de Staatsen [Holland] en Spanje. Dat eindigde in 1621 met de Vrede van Munster waarbij de Republiek werd erkend en de Zuidelijke Nederlanden onder het Habsburgse gezag bleven.
Versterking van de vesting
Die twaalf jaar durende pauze zorgde voor een heropleving van de handel wat de economie ten goede kwam. Ook werd de ommuurde stad [daterend uit de middeleeuwen] versterkt met de bouw van extra bastions, rondelen en torens. Tenminste in Den Bosch. In uiteenlopende steden van de Opstand had men die versterking al in het laatste kwart van de 16e eeuw toegepast.
De eerder genoemde ingenieur Jan van der Wege lid van de bouwcommissie kreeg opdracht dat plan op papier uit te werken. Ook kreeg de ingenieur die samen met schepen Rogier van Grinsven, een collega in de bouwcommissie, opdracht in Delft aan een tekening te komen of een maquette te verkrijgen.
Bouw Kruithuis
Het Bossche Kruithuis is afgekeken van die veel vroegere gebouwde Delftse munitieopslag. Dat zeshoekige gebouw, ligt daar in de stad. Het is omgeven door een gracht, net zoals [deels] in Den Bosch], maar heeft twee verdiepingen meer dan het Bossche Kruithuis.
Het uitgangspunt was dat men koos voor een vervanging van een magazijn op de Hooge Steenweg. Een te gevaarlijke locatie. De keuze viel op een beemd [weiland] terrein op het einde van het Ortheneinde, nabij het Geertruiklooster.
Het gebouw was met zijn ingang afgewend van de stad. Om bij een eventuele explosie de stad voor slachtoffers en schade te behoeden. Het gebouw had dikke muren [minstens 1 meter], geen vensters en een houten dak dat bij een explosie omhoog werd geslagen zodat ook daardoor de stadse omgeving gespaard bleef.
Moeizame tot stand koming
De bouw werd eerst tegen gehouden door de Bossche ambachten. In het College hadden deze 38 afgevaardigden, die de burgerij vertegenwoordigde, de overmacht. Zij protesteerden met name tegen de hoge kosten en een mogelijke belastingverhoging. Zodoende wisten zij met een aanhoudend verzet de bouw vijftien maanden te vertragen. Zo blijkt uit de raadsverslagen uit die tijd samengevat in een commissieboek waarin alle stadsrekeningen zijn opgenomen.
Het Hof in Brussel, de aarshertog, en de Brabantse gouverneur drongen aan zo spoedige mogelijk geld voor de bouw vrij te maken. Zelfs de legerleider Spinola dreigde met het stop zetten van de levering van buskruit.
Uiteindelijk gingen de ambachten in de zomer van 1617 akkoord.
Twee bouwfasen
De bouw onderscheidde zich in twee fasen. Eerst – 1618-1619 – werd de gracht gegraven en de fundamenten gemetseld. In de zomer van 1618 werden de eerst stenen gelegd. En een nagenoeg onzichtbare steen onder brug. Daarop is in het latijn in gebeiteld: Dormi Ut Expergiscaris [Slaapt om te ontwaken]. Duidend op een inslapend buskruit dat tot actie gaat komen.
De tweede fase vangt aan in 1619, maar het stadsbestuur zat zonder geld. Na de eerst uitgegeven 12.000 gulden was er nog eens 8.000 gulden nodig. Navraag naar Brussel leverde niet voldoende op. Waarop de stad zelf nog eens 5.000 gulden beschikbaar stelde met de belofte daar geen belasting verhoging tegenover te zullen stellen. Dat maakte het mogelijk drie extra aannemers in te schakelen om het werk op tijd gereed te krijgen. Een van hen heette Dirk Dirkszoon van Erp, een naam die ergens in een zolderbalk staat gegrift.
Het nieuwe Bossche Kruithuis, ofwel munitiemagazijn, kwam nog net tegen het einde van het Twaalf jarig Bestaand klaar. Vlak voor 9 april 1621 vond een soort oplevering plaats. Aan die keuring namen deel: de timmerlieden, leidekkers en de metselaars. Toen in die zomer werd nog wat schilderwerk moest worden verricht kon daarna de balans worden opgemaakt.
Het Bossche Kruithuis had intussen 23.000 gulden [1045 euro], gekost een bedrag dat over een komt met een kwart van de toenmalige stedelijke begroting.
Archivaris Hildo van Engen, is trots op dit prachtige stedelijke munitiehuis dat in een nieuw tijdperk in volle glorie een nieuw leven gaat leiden. Van Engen citeert daarbij archivaris Jan Hezemans in 1878: ‘ Het Kruithuis is een kunstwerk van stijl, waarop het stempel der schoonheid is gedrukt’.
*Jan van der Wege
Architect Jan van der Wege is afkomstig uit Boxtel. Na zijn studie medicijnen ontwikkelde hij zich als mathematicus. Van de Wege was zowel in dienst van het hof in Brussel, maar hij maakte als stadsarchitect ook deel uit van de Bossche samenleving, bijvoorbeeld als van lid van de Zwanenbroeders en doordat hij gratis zieke Bosschenaren als medicus hielp zonder er vergoeding voor te vragen.
Terug naar boven