Debat legt zwakke plekken stadsbeleid 60/70 en dat van de pers bloot

Printerversie
Gepubliceerd op: 10-09-2017 | Gewijzigd op: 11-09-2017

 Op zaterdag 9 september 2017, de Open Monumentendag, was er in de Knillispoort een door de Sociaal-culturele salon Achter de Poort, Stichting Knillis en Stadspartij Knillis belegd debat over de jaren 60/70, getiteld  ‘Als ’t volluk aan de poort rammelt’. Die titel duidt op de buitenparlementaire acties, ideevorming of maatschappelijk verzet uit die jaren.

In dat debat kwamen allerlei acties uit die jaren naar boven meestal, aanvankelijk buiten de politiek om, die door Frans van Gaal in een handzame brochure zijn samengevat. Dat loopt van monumenten [de Moriaan, Kruithuis, Keizershof], demping Binnendieze, bouw Provinciehuis,  de sloop van volksbuurten[De Pijp en Weversplaat en  Beurdsestraat], stadsuitbreidingen tegen aantasting van de natuur [Moerputten en de Gement en  Bossche Broek. Frans van Gaal heeft het in brochure vastgelegd.

Aan het  anderhalf uur durende debat namen deel Hans Kessens, zoon van de toenmalige Brabants Dagblad-redacteur Hans die in de ogen van de gemeente[burgemeester Rob Lambooij] de kwaaie peer was doordat hij ’vroegtijdig’ de plannen uit het Structuurplan 1964 compleet met suggestieve tekeningen naar buiten bracht.

Cees van den Oord docent en historicus, en Aad  Smid van de Fietsersbond en van de actiegroep ‘Geen cement in de Gement,  de voormalig ambtenaar Cees van Aalst en gespreksleider, maar niet minder politicus,  mede-oprichter van Knillis Antoine Jacobs.

Uit dat debat kwamen aan de hand van gemeentelijke plannen enkele markante aspecten naar voren. Dat begon al bij de inleiding waarin de panelleden zich voorstelden.

De pannelleden van het debat in de Knillispoort  ''t Rammelt aan de poort'
met vlnr. Hans Kessens, zoon van de toenmalige
Brabants Dagbladredacteur Hans Kessens,
docent geschiedenis Cees van den Oord,
actievoerder van de Fietsersbond Aad Smid,
gemeenteambtenaar Cees van Aalst en gespreksleider
en  oud-politicus en oprichter van Knillis Antoine Jacobs.

De zaal van de Killispoort waar de sociaal- culturele
salon 'Achter de Poort' een debat over de jaren 60/70 hield.


foto's © paul kriele, 10 september 2017.
.......................................................................................................

Inleiding

Zoals actievoerder Aad Smid zich de start van de actie rond de Gement in de Knillispoort herinnerde: ‘Je hebt gedreven en gemotiveerde mensen nodig met een lange adem. Erg duidelijk gaf Cees van den Oord het draagvlak van acties aan met het historisch  voorbeeld van de Moerputten: ’Als enkele kinderen zich toen[1987] met een handtekeningenactie niet druk hadden gemaakt zou de spoorbrug bij Waalwijk en  vervolgens de Moerputtenbrug er niet meer gelegen hebben. Dankzij hen zijn hun vaders opgestaan en is bij de gemeente Waalwijk bezwaar ingediend’.

Hans Kessens  ‘de zoon van..’ praat over de jaren 60, toen het Structuurplan alom de gemoederen [de pers, actiegroepen en de gemeente] bezig hield. ‘Ik was 13 jaar en ik voelde de spanning in ons gezin. De krant was toen nog erg verzuild. Van Openbaarheid van Bestuur was toen geen sprake. Dat begon pas rond 1980. Vader was heel moedig. De raadscommissies vonden toen achter gesloten deuren plaats. Dat  verschijnsel ‘openbaarheid’ begon pas in 1980 met de aanname van ‘De Wet Openbaarheid van Bestuur’.

Cees van Aalst als ambtenaar sterk betrokken bij gemeentelijke plannen: 'De politiek was toen lamgeslagen. De vraag was: Hoe verder te gaan?’ Na dat plan van 1964, volgde het eerstvolgende structuurplan in 1980,  pas nadat de [eigenzinnige en welbespraakte]  wethouder Ton Wagenmakers  was opgestapt…’.

Dat acties en plannen soms lang konden duren had ook te maken met geld. Daarmee bracht Cees van den Oord het aspect kosten in. Maar die factor geld daarover moest de gespreksleider Antoine Jacobs aan Cees van Aalst de vraag voorleggen of ‘geld’ bij het bouwen niet een beslissende factor was?

Van Aalst terugblikkend op  de jaren vanaf 1975, toen er geld vrij kwam en de restauratieperiode aanbrak, sneed het aspect historiserend bouwen aan. Dat restaureren van panden kostte de gemeente handen vol geld. Zij bleef meestal met een grote kostenpost [spreekt van een ton aan guldens] zitten. Wat mij ook opviel is dat de gemeente bij de uitvoering van bestemmingsplannen,bepaalde investeringen ook moest verantwoorden.’ Wat restaureren betreft daar heeft de stad extra veel steun te danken aan het Rijk en de provincie.’

Actievoerder  Aad Smid: ‘Wij  van ‘Geen cement in de Gement’ wilden de Gement beschermen als natuurgebied. Ook de provincie nam dat standpunt in. De provincie bood via het Streekplan bescherming, maar de mobiliteitspoot wilde die weg wel.' 
Er zou een vierbaans verbindingsweg van Vlijmen naar Vugt komen als koppeling tussen de A59 en de A2 [bij De Witte] voorzien. 

Hans Kessens reageerde op het,  door de een wel en door de ander minder, verschijnsel van historiserend bouwen. Bij het dilemma geld moet je geld ook over hebben voor moderniteit. Het spreekwoord luidt:  Bij gebrek aan visie grijpt de boekhouder de macht. Frans van Gaal: ’Maar modern bouwen heeft met geld te maken.’

Cees van den Oord kwam met voorbeelden dat hij de factor geld toch een beetje kort door de bocht vindt. Neem de Gement, door Staatsbosbeheer, of de stadsput, die is door de gemeente en particulier initiatief betaald.’ [Hierop volgt enig gehoon..].

Uit het publiek sprak oud-raadslid Paul Masselink: ’De hoogte van investeren zegt geen bal. Zet de hoogte af tegen het gebruik dat het heeft. Masselink noemde als voorbeeld het vroegtijdig gesloopte politiebureau op het Burg. Loeffplein. En onderstreepte zijn inbreng met  ‘Korte termijn gebruik valt niet te verantwoorden.

Docent geschiedenis versterkte dit aspect net de kreet dat  Den Bosch een stad is geworden van rijke luii.  Dat vernam hij uit de klas. De leerlingen kwamen met een voorstel om daarmee aan te duiden dat er voor de jongeren noch huizen noch een uitgaansleven is.  Hun voorstel was om langs de Zuid-Willemsvaart goedkope huizen te bouwen en ook voor jongeren  toegankelijke restaurantjes.

Aad Smid kaderde deze aspecten ‘jongeren’ en geld’ af met’: ’De politiek heeft hier niet het primaat. Dat zou wel moeten.’

De rol van de pers
Het publiek, een dertigtal, wilde weer terug haar de titel ‘het rammelt aan de poort..’  De invloed van de mondige burger  Hoe die vorm te geven?,  vroeg Jacobs zich af. Een actiegroep is de eerste vorm, want via de politiek is het veel moeilijker. Die schieten pas in als de actiegroep eenmaal is begonnen. De pers heeft  een minder kritische opstelling gekregen. Als journalist moet je wel goed beslagen ten ijs komen. Door fusies is de armslag of het keuzes maken erg geslonken.  Jacobs noemde als voorbeelden de raadsverslagen en de ‘vooraf publicaties’.

Hans Kessens pakte nog eens de sfeer en de mentaliteit van de jaren 60 op. De voorlichting was toen erg beperkt .Er bestond toen nog geen communicatieafdeling. De Kabinetchef sprak namens de burgemeester [Rob Lambooij]. De publiciteit was toen nog een coproductie tussen kabinetchef Hans Netten en de journalisten.
Bij de gemeente heerste- met Lambooij als voorbeeld- een nogal regenteske mentaliteit. Maar in de publiciteit rond het structuurplan leidde  Kessens senior’ opstelling in de krant tot een op het matje roepen van de hoofdredactie. Kessens zou ontslagen moeten worden.’

Cees van den Oord benadrukte met een voorbeeld hoe vanuit de bevolking tegen plannen te keer wordt gegaan. Wat betreft zijn bij de komst van windmolens op de Rietvelden en nabij Engelen de omwonenden vroeg opgestaan met een referendum. Dat gebeurde toen de politiek zei dat het besluit al was gevallen.

Daarop volgde in het debat als aandachtsveld de stap naar de sociale media. Cees van den Oord:  ‘De krant is niet meer zo belangrijk. De jeugd kijkt geen tv meer. Met twitter en facebook kun je zelf publiciteit maken. Ik zie het als middel.’

Maar daarop volgde ook wat tegenwind in de opmerking over misbruik van twitter met anonieme scheldpartijen en onzin teksten. Aad  Smid sprekend uit ervaring: ‘Je hebt actievoerders nodig en partners en de landelijke pers. Dat kan uiteindelijk leiden tot een rechtszaak. Maar social media wordt nog te weinig benut. Mensen sluiten zich bij sociale media vaak op in hun eigen kanvas Het is een groot spiegelpaleis’.



Terug naar boven