Nieuwe aanpak voor moeilijk 'plaatsbaren'

Printerversie
Gepubliceerd op: 23-05-2012 | Gewijzigd op: 23-05-2012
De gemeente gaat wat betreft moeilijk plaatsbare Bijstandstrekkers meer inzetten op werk, dan op bij- of omscholing [reïntegratie. De nieuwe aanpak, die mede een gevolg is van de bezuinigingen, maakt de kans groter op verdere groei en of ontplooiing van een werkloze, dan wanneer er geïnvesteerd gaat worden in reïntegratie en bijscholing.
Dat de gemeente van het Rijk taken krijgt toegeschoven, is ook een reden van de nieuwe opstelling van de gemeente.
Wethouder Huib van Olden maakte dit al op17 april j.l.bekend.In juni krigt de raa dhe tvoorstel voorgelegd.
Den Bosch kent een bestand van 4450 mensen die een voorziening ontvangen, waarvan 3200 bijstandstrekkers.

Wethouder Huib van Olden licht bij de presentatie van de nieuwe wet [Wwnv] toe dat bijstand geen recht is maar het zou meer een prikkel tot werk of inzet in de arbeidsmark moeten zijn. Die prikkel gaat de gemeente dus niet meer begeleiden met scholing, officieel gezegd reïntegratie. Met opleidingsbedrijven [naar integratie] gaat de gemeente geen kontrakt meer aan.
De eerste optie is werken, omdat daardoor de plaats in de samenleving gunstiger is, men meer structuur krijgt en dat leidt op zijn beurt tot meer kansen. Betaald werk is voor hen het enige middel om boven het bestaansminimum uit te komen,' zegt Van Olden.

Maar van die 4450 personen heeft 70% ofwel 1100 niet het vermogen te werken omdat ze, zoals dat heet, geen startkwalificatie hebben. Hierdoor komt er ruimte hen niet meer tot arbeid te verplichten, omdat er geen perspectief op werk meer bestaat.
Zo kan vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld in de vorm van mantelzorger of burenhulp het antwoord daar op zijn. De gemeente wil dat nog met andere instellingen, zoals bijv welzijnszorg, uitwerken. Van Olden die dit een vorm van maatschappelijke participatie noemt: ‘ Het gaat er om stimuleren bezig te zijn in plaats van dat we iedereen iets willen dwingen of opleggen. Dat werkt frustrerend, zegt de wethouder. ‘Maar het is wel een effect omdat de samenleving anders is opgebouwd. In dit verband gaat Werken naar vermogen over in meedoen naar vermogen’.

Ondanks dat gemeenten minder geld van het Rijk [gaan] ontvangen blijft de stad er naar streven het maximale uit een ondernemende burger te halen. Immers als je werkt geeft dat meer mogelijkheden. Het is socialer goed mee te doen in de samenleving en verruimt je positie in de samenleving,' aldus Van Olden.