In Cultuurrede legt wethouder Weyers accent op jong talent

Printerversie
Gepubliceerd op: 01-02-2013 | Gewijzigd op: 08-04-2013
Wethouder Jeroen Weyers [PvdA] begon zijn jaarlijkse State of The Art op vrijdagmiddag 1 februari 2013 in de Verkadefabriek met een samenvatting van  vorig jaar, toen hij -zoals hij zelf aangaf- geen uitgebreide rede hield:
'Ik vind het belangrijk dat iedereen de kans krijgt zich maximaal te ontwikkelen. Daarbij mag het niet uitmaken of je jongen, meisje, hetero, homo, rijk, arm, wit of zwart bent. En dat geldt ook voor kunst en cultuur: Ieder kind moet kunnen proeven aan cultuur. 
Het gemeentebestuur wil ervoor zorgen dat talenten zich ontwikkelen, dat mensen zich optimaal ontplooien. Wij vinden dit belangrijk. Vandaar dat wethouder Ruud Schouten, wethouder van Talentontwikkeling is.' 

Voorafgaand aan de toespraak van Jeroen Weyers hield de directeur van de Verkadefabriek, Jan van de Putten -hij kon het niet laten- ook nog een korte inleiding.
Inleidend woordje Jan van de Putten
Van de Putten wilde per se niet terugkijken en jammeren over de bezuinigingen. Hij koos er voor de blik op de toekomst gericht te houden en de verworvenheden van de stad op cultureel-, en kunstzinnig  gebied te aan te stippen.
Nadat de directeur memoreerde wat Gerard Marlet vorig jaar had geconcludeerd [zie bij Weyers..] kunst en cultuur zijn van grote invloed op de kracht van de stad- volgde Van de Putten met het motto: laten we in plaats van de kunst en culltuur ter verantwoording te roepen,
Wethouder Jeroen Weyers [PvdA].

foto © paul kriele, 1 februari 2013. 
trots zijn op de verworvenheden van onz stad'. Daarop volgde een rits met daarin onder meer: de musea, de evenementen, de ateliers, de festivals, de theaters en de gezelschappen.

Vervolg Weyers  
Weyers sprak voor een redelijk volle zaal van de Verkadefabriek, die gevuld was met betrokkenen uit de culturele sector, waaronder ook ambtenaren en de pers. 
'We moeten jongeren kansen geven zich te ontwikkelen. Jonge kunstenaars, jonge theatermakers en jonge culturele ondernemers maken de toekomst van onze stad.' Dat was een zinssnede waarmee de wethouder het belang wilde aangeven van de jongen makers. 'De grote opgave voor onze gemeente is het aantrekken en behouden van talent. Dat is nodig om de stad aantrekkelijk te houden voor inwoners, bedrijven en investeerders.
Investeren in cultuur, vooral in middelgrote steden, rendeert,' aldus een aanhaling van Weyers uit een onderzoek van Gerard Marlet van vorig jaar.  

' En.... vanmorgen wees onze burgemeester mij op een internationaal onderzoek waaruit blijkt dat Cultuur een middel is om je gemeente en je inwoners te ondersteunen in hun dagelijkse werkzaamheden en ontwikkelingen. Investeren in cultuur, investeren in talent is investeren in een duurzame sterke en sociale stad! Dat economische belang is inmiddels duidelijk geworden.

In mijn State of the Art ga ik u mijn toekomstbeeld van de cultuur van ’s-Hertogenbosch vertellen en ‘wat’ dat beeld dan is,' zei spreker, die niet de pretentie heeft een kunst- en cultuurkenner te zijn. 'Samen met u wil ik de route en de inhoud van die route bepalen.' 

Ik vind het belangrijk dat we elkaar verhalen vertellen. Juist nu.  En is onze grote zoon Jeroen Bosch ook niet een geweldig verhalenverteller?
We leven in een samenleving met veel verschillen. Verschillen tussen mogelijkheden en talenten om deel te nemen aan de samenleving en aan de economie. Verschillen tussen sociale en culturele achtergronden en tussen leefstijlen. En Cultuur is het middel om elkaar te begrijpen. Cultuur verbindt.'

Verschillen tussen opvattingen en idealen en religie.
Verschillen tussen opvattingen en idealen en religie, kan rijkdom betekenen. Maar zeker in onzekere en moeilijke tijden kan het ook verwijdering betekenen. Als het echt moeilijk wordt, kunnen groepen in onze samenleving tegenover elkaar komen te staan.
Het is belangrijk dat we elkaar begrijpen en dat we dat steeds opnieuw proberen. Ik wil die rijkdom behouden en verder uitbreiden voor ‘s-Hertogenbosch.

Keuze maken of combineren..?
Het is misschien een typische politiek bestuurlijk keuze. Maar we zijn wat mij betreft een cultuurhistorische stad en een moderne stad vol creativiteit.
In de vernieuwing wil ik jonge makers in deze stad houden en binnenhalen. Jongeren die gebruik kunnen maken van tijdelijke ateliers, werkplekken, betaalbare voorzieningen.  Maar ook zij die in hun eigen woonomgeving actief zijn en meehelpen om de sociale kracht van wijken te versterken.
Het is aan ons, bestuurders, om deze groep, deze initiatieven een kans te geven, te faciliteren. Door ook binnen stedelijke vernieuwingsprojecten hiervoor ruimte te maken: De organische stad.
Ik ben ervan overtuigd dat onze stad geen andere keuze heeft dan de combinatie van een cultuurhistorische stad en vernieuwende concepten.

Hierbij hoort vanzelfsprekend ondernemerschap en flexibiliteit. We weten met elkaar dat het de komende jaren financieel niet makkelijker wordt. Ook in de cultuursector zal blijken dat wie onderneemt toekomst heeft.

Ik hoef eigenlijk helemaal geen cijfers te zien. Maar ik wil wel toe naar een meerjarige basissubsidie en veel ruimte voor flexibiliteit zodat ik ondernemerschap, vernieuwing en talentontwikkeling echt kan stimuleren.
En ik wil dat elk kind in aanraking komt met de diversiteit van kunst en cultuur. Cultuureducatie op het basisonderwijs en dichtbij in de wijk.
Kinderen moeten we uitdagen en vooral niet beperken in hun reacties. Het gaat om de beleving. Zoals we ook bij de presentatie over de nieuwe visie op de bibliotheek hebben gezegd. Mensen zijn op zoek naar de beleving en niet alleen naar een boek. Op zoek naar verdieping, maar ook naar verbinding.

Voornemens: Congres én kleinschalige gesprekken met de makers en met de inwoners...
Weyers: 'Ik wil deze weg niet alleen bewandelen. Ik vind het belangrijk dat we opnieuw nadenken over de manier waarop mensen bij kunst betrokken zijn. Eerstens gebeurt dat met een congres.  
En daarna -dit voorjaar al- gaan we met de vele makers en met de inwoners in kleinschalige bijeenkomsten praten over de manieren waarop we de relatie tussen kunst en de burger zien. En hoe we daar steeds nieuwe vormen voor zoeken.
Zo bouwen we door aan onze culturele stad voor 2016, 2018 en verder, met een rijk en divers aanbod. Omdat er nu eenmaal niet één verhaal is, maar omdat ieder zijn eigen verhaal heeft. En omdat we elkaar die verhalen moeten vertellen.

Ik wens onze stad, en u in het bijzonder, een heel mooi cultureel jaar.'

Terug naar boven