De Gruyter Historie

Het briefhoofd van de Bossche kruidenier uit de jaren rond 1900-1916. De naam zou rond 1960 in de tijd van modernisering en efficiëncy van de neonreclames veranderd in DE GRUYTER.
Het bedrijf heette toen nog stroomgrutterij, stroomgraanmolen en stoomkoffiebranderij.

Historisch Overzicht
De Gruyter is de naam voor het kruideniersbedrijf dat vanaf 1818 tot 1971 heeft gefunctioneerd. De naam van deze Bossche onderneming herinnerde aan de 'oprichter' Piet de Gruijter [*10 maart 1795 + 23 februari 1867], en luidde dan ook P. de Gruyter & Zn, later gewoon De GRUYTER

Inleiding:
Het eerste begrip De Gruijter als familie gaat terug naar Joan [1734-1795] de vader van Henricus de Gruijter [1765-1843], woonachtig op Vughterstraat 192. Dat pand De Witte Rooster genaamd lag enigszins naast de huidige poort De Drie Swaenen. Daar had diens zoon Henricus een zaadhandel en grutterij. Henricus begon er met een paardenrosmolen.

Kleinzoon Piet [1795-1818] is de 'oprichter' van Piet de Gruyter & Zn. Tenminste door het toetreden van de zoon van Piet- Louis [1833-1911] - is de naam uit eerbetoon aan diens vader: Piet de Gruyter & Zn geworden. Dat was in 1862. De naam werd later gewoon De Gruyter, zonder puntjes op de ij. Dat was ivm de keuze voor de neonverlichting op de panden. Zonder puntjes gewoon makkelijker en goedkoper.

Piet de Gruijter [1795-1818], de naamgever van het concern. Maar zoon Louis was de grondlegger van het bedrijf.  Louis de Gruijter [1833-1911], zoon van Piet, gaf het bedrijf de naam van zijn vader.

Start eerste fabriekje
Kortom Piet de Gruyter begon waarschijnlijk in 1829 of iets eerder, in het pakhuisje 'De Lintmolen', gelegen vooraan in de Orthenstraat op nummer 7, met een paardengrutmolen. Zoals gezegd in 1865 droeg hij de winkel op de Hoge Steenweg waar in het klein al koffie werd gebrand en de paardengrutmolen met pakhuis in de Orthenstraat aan zoon Louis over.

Lambert [1873-1951] en in die lijn ook zoon Lodewijk, waren beiden de beleidsmakers en intitiatoren van de productietak. Jacques [1875-1940], was de man van de retailorganisatie, waarbinnen in Utrecht de eerste winkel en kort erop ook in Amsterdam en Rotterdam winkels werden opgezet.

Het concern DE GRUYTER
Aanvankelijk richtte Piet en diens zoon Louis zich op de leveranties aan boeren. Piet de Gruijter & Zn was een graan-en gruttersbedrijf, de productie bestond uit de verkoop van zelf gemalen granen, zaden, peulvruchten, rijst en meel. Dat gebeurde in eenvoudig opgerichte magazijnloodsen op het platteland, strategisch gelegen aan de trambaan. De rosmolen van 1799 was intussen al van de ouderwetse paardenkracht omgezet in een gasmotor van 5, later 13 pk.
]
De eerste fabriek, niet voor de koffie, maar voor meelproducten en granen aan de
Smalle Haven. Hiervoor legde de vijfjarigeLodewijk in 1905 de eerste steen.
 
Op 4 maart 1905 is 'De Lintmolen' aan de zusters Omnibus Charitas, populair genoemd 'de zusters van de Choorstraat' verkocht. De orde begon in het Eerste en Tweede Straatje van Best, de zijstraatjes langs het fabriekje, met lager onderwijs aan de jeugd.

Grondslag De Gruyter
Onder Lambert & Jacques is de grondslag voor het concern gelegd. De een -Jacques- heeft vooral de retailorganisatie opgezet, de ander Lambert staat aan de basis van het productiebedrijf.

Bij leven van vader Louis de Gruijter bestond de leiding nog uit het driemanschap: vader en twee zonen. Maar diezelfde Louis had bij minderjarigheid van zijn zonen de toekomst al verzekerd in een samenwerkingsovereenkomst.
Het jaar 1904 was het moment van de tussenbalans. Voor het eerstkomende boekjaar werden de balansen van de winkels [afsluiting per 31 december] gelijkgekoppeld aan die van de fabrieken: 1 juli t/m 31 juni.Dat tekent de invloed van het productiebedrijf, een balans die nimmer is verschoven.

De retailorganisatie
Jacques [1875-1940] startte zijn loopbaan in in 1896 in Utrecht, kort nadat hij door de rechtbank volwassen was verklaard. De 'Stichtsche P. de Gruyters Groothandel' op de Vreebrug was in september 1896 de allereerste winkel. In korte tijd volgden er in de
Folder met daarop een winkelinterieur zoals die  ook op de Hooge Steenweg 10 aanwezig was.

Overigens in hetzelfde jaar 1896 ging ook in Den Bosch- op Hoge Steenweg 10- een karakteristieke DG-winkel op: ingericht met veel gepoetst koper, tegeltableaus boven de schappen, kristallen kroonluchters en houten voorraadbakken. Daarin lagen onverpakt de kilo's granen en grutterijen, diverse meelsoorten en specerijen opgeslagen. In 1913 gaat in Nederland de 44ste winkel open, waarvan de meesten gevestigd waren in de vier grote steden.
In glazen silos waren de- nog ongebrande- koffiebonen zichtbaar voor het publiek dat al op de aroma van gebrande koffie naar binnen was gelokt. Want koffie werd ter plekke gebrand, evenals nagenoeg alle artikelen pas bij verkoop in de winkel werd afgewogen en verpakt.

Onder invloed van een toenemende concurrentie van de Boerenbond-organisaties, de Eerste Wereldoorlog en de beperkingen die de Nederlandse Overzeese Trust Maatschappij kreeg de omzet van de grutter een knauw en kwam het voortbestaan van de magazijnen in gevaar. In het cruciale jaar 1918 -het eeuwfeest van het bedrijf - werden zij afgestoten. De winkelketen bestond toen al uit ongeveer 50 zaken.
Henk Kesting leverde de chocoladevormen aan De Gruyter. Vormen voor allerlei gelegenheden, zoals bij de verloving van Beatrix en Claus en voor allerlei feestdagen. Bovenstaande vorm heeft de afmeting : 5,5 x 12,5 cm.

Twee van de negen niet geheel complete tableaus van
'oogst' [l.] en 'havenwerkers' [r.] Particuliere collectie. 
foto's © paul kriele

Tableaus uit oude DG-zaken links Lente en rechts Welvaart. foto's © paul kriele

Productiebedrijf van Lambert
Het grutterijtje in de Orthenstraat, inmiddels uitgebreid met een de koffiebrander 'De Ezel', heeft tot 1905 bestaan. In de tussentijd had Lodewijk de Gruijter als vijfjarige knaap de eerste steen gelegd voor het fabrieksdeel aan de Smalle Haven.

Lambert [1873-1951] kan als de grondlegger van het eigentijdse productiebedrijf genoemd worden. Puur een familiebedrijf, dat zich aanvankelijk nog als grutter gedroeg. Maar geleidelijk aan de productierange uitbreidde met koffie en thee en later boter-en zuivelwaren in het assortiment nam. Retail, productie en distributie dat zijn de drie poten waarop het familiebedrijf was gebaseerd

Den Bosch, de moederstad van de De Gruyters, was het centrum voor kantoor en productie. Vanaf de Veemarktkade- Fabriek II- en later aan de Parallelweg -fabriek III- voor de versafdelingen [vlees!], ontwikkelde zich het distributienet. Fabriek II werd eind jarrn dertig opgericht en Fabriek II, die inspeelde op De Gruyter als verswinkel, in de jaren 60.

Oude fabriek in vernieuwd jasje
De fabriek Hamido op de Veemartkkade keert in de oorspronkelijke uitstraling met  De Gruyter op de gevel, terug dankzij een initiatief vande BIM, de Brabantse Industrie Maatschappij. Het fabriekspand huisvest startende ondernemers.
In de logistiek en in de ICT wordt geïnvesteerd om het perceel voor eigentijdse ondernemers gebruiksvriendelijker te maken. zie ook Hamido

Links uit expositie NbM de Snoepjes van de Week. Het lijvig boekwerk over het concern dat in 1971 aan de SHV werd verkocht. De titel: De Gruyters Snoepje van de Week.
Het meest vindingrijk van de expositie was  om de stemmen van enkele oud-De Gruyters en medewerkers te laten horen.
Ook de directiekamer met portrettengalerij maakte deze expositie erg authentiek.
Lees verder: De Gruijter na de oorlog

<< Minder informatie


Laatste artikelen binnen de categorie De Gruyter Historie:

Familie-en bedrijfsgeschiedenis De Gruyter

Familie-en bedrijfsgeschiedenis De Gruyter

Gepubliceerd op: 01-01-2003 | Gewijzigd op: 19-02-2018
De geschiedenis van de familie en het kruideniers/bedrijf De Gruyter
Lees meer