Een vd oudste stadsdelen:hoger gelegen 'deBeurden'

Printerversie
Gepubliceerd op: 31-03-2010 | Gewijzigd op: 07-04-2010
Ronald van Genabeek is de opvolger van dr. Hans Janssen*, de eerste Bossche stadsarcheoloog [1978-2007]. In principe zet Genabeek het werk van Janssen voort, maar er zij wat veranderingen doorgevoerd ten gevolge van een wetswijziging.
Hierdoor wordt de gemeente verplichtingen opgelegd zoals meer formaliteiten afdoen en beleid formuleren zodat een stadsarcheoloog meer bureauwerk en minder veldwerk kan verrichten. ’Maar ik zal zeker, doordat we zo dichtbij de binnenstad kantoor houden, nog vaak genoeg de onderzoeken volgen, reageert de stadsarcheoloog daarop. Den Bosch heeft een goed team archeologen en Van Genabeek kan dat praktische werk gerust aan hen overlaten.

* publicaties zie onderaan artikel
**rondleiding in Museumweekeind
Indruk van het werkterrein van de archeologen van de BAAC  die  al vanaf januari 2010 actief zijn in de Beurdsestraat. Achteraan, waar het witte wasgoed hangt, het Oud Bogaardenstraatje, dat duidt op het Bogaardenklooster dat daar al vóór het Jezuïetenklooster stond.  Stadsarcheoloog Ronald van Genabeek, de opvolger van dr. Hans Janssen, die de eerst aangestelde Bossche stadsarcheoloog is.

foto's © paul kriele, 31 maart 2010.

Andere veranderingen tengevolge van een Europese wetgeving zijn dat voortaan niet de gemeente maar de initiatiefnemer van de nieuwbouw de kosten van het onderzoek betaalt en dat binnen twee jaar de opgravers een rapport van hun werk moeten opstellen. Het voordeel van dit alles is, zegt Genabeek, dat er later veel gemakkelijker een publiekspublicatie kan volgen. Voorheen moest je al die losse verslagen en tekeningen nog gaan bekijken en ordenen. Dat is nu al grotendeels voorgekookt.
Het is wel zo, dat van al die opgravingen tot 2007 nog weinig is uitgewerkt, maar de synthese van Janssen vormt er nu wel een aanzet voor.

Boven: overzicht en rechts een detail van het werkterrein met o.a. achterin perceel 6, waar  momenteel de archeologen funderingen blootleggen. foto's © paul kriele, 31 maart 2010.
Het werkterrein met middenin de locatie van de erboven afgebeelde foto's. Op de achtergrond het Oud-Bogaardenstraatje. Stadsarcheoloog Ronald van Genabeek in de  Beurdsestraat, een naam die afgeleid is van 'de Beurden' zoals het hoger gelegen gebied rond 1200 nog heette.

Oudste bebouwing buiten eerste stadsmuur
Bij de aanpak in de Beurdsestraat bijvoorbeeld fixeren de mannen en vrouwen van de BAAC zich uiteraard op een nauwgezet graafwerk. Maar breder gezien proberen zij verbanden op te lossen, zoals welke bewoning was er, wat voor soort panden stonden daar en welke functies waren er aan gekoppeld. Uit die deelstukken komt uiteindelijk een beeld van een deel van de vestingstad te voorschijn, alsof het om een puzzel gaat.
De archeologen zijn in deze weken nog telkens perceel voor perceel aan het afgraven. Langszij het Oud Bogaardenstraatje zitten ze wat dieper dan langszij de Beurdsestraat, waaronder de oude bebouwing doorloopt.
De bedoeling is uiteindelijk bij al lossen opgravingen op een vlakke laag uit te komen waarvan een totaalbeeld wordt gemaakt.
De Beurdsestraat was oorspronkelijk een buurt die in het landschap relatief hoger lag. In de 13 eeuw, toen de stad amper groter was dan de Markt, trokken vestigden zich al mensen op ‘de Beurden’, zoals de topografische naam van dit stadsdeel luidde. Die droge hoger gelegen grond was aantrekkelijk voor het bouwen van huizen en voor het uitoefenen van een ambachtelijk beroep.
Om welke boeren of handwerklieden het gaat is nog niet exact te bepalen. Van ouds staat dit deel bekend om zijn lakennijverheid, het volderen [Voldersstraatje], verven [Verwersstraat] en weven van stoffen [Weversplaats] van lakense stoffen.
Een oventje dat op het achterplaats van het eerste, meest Noordelijk gelegen perceel, werd aangetroffen duidt of op een brouwerij of op een ververij. Dat verschil van stoken laat zich moeilijk onderscheiden, legt Van Genabeek uit.Er is wel een oven en een pot gevonden, maar geen inhoud van die stookpot. Mogelijk dat vondsten in de omgeving een van die twee kunnen traceren.

Ook troffen de archeologen in de oudste laag een kogelpot van rond 1250 aan. In die tijd was er nog geen sprake van diverse vormen van klei /leem bakken. Bakpannen en kookpotten behoorden tot het standaard kookgerei. Deze acht eeuwen oude pot heeft een bolle bodem zodat ie stevig in de as kan worden gezet.
En een 14e eeuwse paalwoning op perceel 5, kan ook op handwerklui duiden. Maar de sporen van de houten woning en de funderingsgaten zijn wel gevonden, maar het hout is intussen vergaan.
Hierboven: Lang bleef de grond langszij de Mortel onaangeroerd, maar eronder liep in de eerste eeuwen van de stad de Mortelgraaf, een afwateringstak van de Binnendieze. [Diezetak afgebeeld op rechter foto].
Op de achtergrond de Mortelkazerne die er in 1744 kwam te staan.
Rechts: Dit zijn de tuinen die hoorden bij de panden in de Waterstraat. De Mortel  bleef lang onbebouwd.
Het pand rechts is het voormalige Provinciehuis en links het oude Rijksarchief. Maar ooit stond hier een mansio, ofwel een huis van aanzien
.
foto's © paul kriele, 5 en 20 januari en 22 februari 2010.

Onbebouwde Mortel
Rondom de binnenstad vestigden zich ook tuinders en agrariers die de bewoners van melk en landbouwgewassen voorzagen. De Mortel is lange tijd onbebouwd gebleven. Daar hoorden de langgerekte tuinen bij de percelen in de Waterstraat. Op een ervan zijn de fundamenten van een schuur blootgelegd die hoort bij een mansio. Dat is een grote villa van een vooraanstaande Bosschenaar, mogelijk een lid van het stadsbestuur of van de St. Jan.
Zuidelijk van deze bebouwingen en tuinen liep de Mortelgraaf, een wel gedocumenteerde, maar niet eerder opgegraven Diezetak. Het betreft mogelijk een kunstmatig aangelegde stroom die zorgde voor de afwatering van dit gebied en waarschijnlijk uitkomt in de Beurdsestraat, waar die aanhaakt in de Dommel.

*Rapport van oudste opgravingen -1978-2007
dr. Hans Janssen is momenteel bezig met het opstellen van een rapport [synthese] van alle opgravingen die in ‘zijn’ werkperiode hebben plaatsgevonden. Uit dat rapport, dat een overzicht geeft van wat de archeologen uit diverse onderzoeken lopende 1978-2007 hebben vastgesteld, kan later een publicatie voortkomen.

Het bevat met name de vroege periode van voor 1629 waarbij diverse onderwerpen de revue passeren zoals de ontwikkelingen van de stad kort na de stichting in 1185 welke gebieden aanvankelijk wel en welke niet werden bewoond waar de hogere gronden lagen en wat voor soort huizen en welke ambachten er voorkwamen. Ook de oudste Diezetakken komen er in beeld om de [af-]watervoorziening in beeld te krijgen.

**Rondleiding in museumweekeind
Vooruitlopend op de start van de bouw rondom het Noordbrabants Museum vindt er archeologisch onderzoek plaats in de Mortel en in de Beurdsestraat.
Op zondag 11 april kunt u daar vanaf 12.00 uur een kijkje komen nemen. Medewerkers van de afdeling Bouwhistorie en Archeologie van de gemeente vertellen u graag meer over hun werk ter plekke en de vondsten. Geïnteresseerd? Meldt u dan om 12.00, 13.00, 14.00, 15.00 of 16.00 uur bij het witte huisje aan het Oude Bogaerdestraatje. In het tuincafé van het Noordbrabants Museum aan de Verwersstraat worden de vondsten tentoongesteld. Het museum is vanwege het Museumweekend geopend van 12.00 tot 17.00 uur en gratis toegankelijk


Terug naar boven