Bluyssen mgr.

In zijn jeugd had Bluyssen al vaak last van hoofdpijnen en vermoeidheid. Pas later zou duidelijk worden dat er iets [angina pectoris] was met de bloedvaten rond zijn hart. Doordat zijn vader op tamelijk jonge leeftijd [1893-1948] overleed, werd Jan vlak voor zijn wijding in 1950 tot toeziend voogd over het gezin aangesteld.

Op 3 juni 1950 vond in de St.Jan de priesterwijding plaats. In deze kathedrale basiliek waar nog de sfeer en pompa heerste van de jaren van het Rijke Roomsche Leven, en ook de daarbij passende langdradige rituelen, werd Jan met 20 [van de 74 ooit begonnen studenten] door mgr. Mutsaerts tot priester gewijd.
Op 28 december 1961 is Bluyssen door zijn voorganger mgr .Wim Bekkers, die hij vijf jaar later opvolgde, tot bisschop gewijd.
Bekkers had hem in december 1961 met een smoesje voor een gesprek in het bisschoppelijk paleis utgenodigd. De populaire Rooienaar zocht een hulpbisschop.
Bij de aanvang van zijn bisschopsambt [1963] manifesteerde die klachten zich opnieuw. Bluyssen nam een half jaar rust.

Zijn veertigjarige bisschopswijding vierde Bluyssen op donderdag 28 december 2001 in het klooster van de zusters Mariënbrug waar hij na zijn terugtreding verblijft. Op doktersadvies stopte hij in maart 1983 met zijn ambt. Hartklachten en daaruit volgende vermoeienissen belemmerden hem in zijn functioneren. In december 1983 verleende de paus Bluyssen dispensatie uit zijn ambt van bisschop.

Samenvatting Kerstboodschap 2001
In zijn kerstboodschap* belicht de emeritus-bisschop Jan Bluyssen de geboorte van Jezus, een gebeurtenis die '... voor zowel gelovige als ongelovige een mysterie blijft.'
'Die gebeurtenis is ook niet historisch te bewijzen en ook niet met het verstand uit te leggen. Voor Christenen is het in ieder geval een uiting van Gods vérgaande mensenliefde: diens verlangen om dicht bij de mensen te zijn.
In het kerstverhaal ligt de navrante tegenstelling dat Maria en Jozef geen onderdak vonden en dat God juist op zijn geboortedag een wereld ervaart die weinig herbergzaamheid kent, aldus de 75-jarige bisschop.

In dat kerstverhaal ligt ook aan ons de uitdaging mensen de broodnodige geborgenheid te geven en aan God de gelegenheid te geven zijn nabijheid voelbaar te maken.

Bluyssens volledige boodschap
Gelovige of ongelovige de geboorte van Jezus op 25 december blijft een mysterie, zo zegt bisschop Bluyssen in zijn kerstboodschap. Die gebeurtenis valt met geen pen te beschrijven en is ook niet verstandelijk uit te leggen.
De geboorte van Christus is de mysterievolle uiting van Gods vérgaande liefde tot de mens, dat ie dichtbij ons wil zijn. Het is ook niet zo doorslaggevend of het allemaal klopt wat er in de Bijbel staat, maar het blijft wel interessant. Vel belangrijker is de vraag naar het 'waarom'. Als je gelooft weet je dat je moet zoeken en luisteren om het mysterie van Kerst of welk bijbels verhaal ook te kunnen ontdekken. Het bijbelverhaal van Johannes psalm hoofdstuk 1, vers14, vindt Bluyssen intrigerend. Daar staat:' het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond'. Populair gezegd: Christus zocht onderdak onder ons, zodat wij iets van zijn heerlijkheid konden waarnemen.

In het kerstverhaal ligt de navrante tegenstelling dat eerst Jozef en Maria geen onderdak konden vinden en dat op dat Jezus op het punt van zijn geboorte geen bedje gespreid vindt. Met andere woorden God kwam in een wereld die weinig herbergzaamheid kent.
Het begrip herbergzaamheid bevat een dubbele dienstvaardigheid: aan de medemens een broodnodige geborgenheid geven en aan God de gelegenheid geven zijn nabijheid voelbaar te maken, vooral bij hen die in nood zitten. In het kerstverhaal toont God zich metgezel met name aan hen die geschonden zijn, maar die toch ontvankelijk blijven voor alle eerlijk gegeven hulp.
Bluyssen vraagt ons Gods handreiking te dankbaar te accepteren om zo een vredig kerstfeest te kunnen vieren.

Bron: Bluyssens boodschap werd uitgesproken in de nachtmis bij de Zusters Mariënburg en voor de ORVA seniorenomroep. 

Homilie Uitgesproken tijdens de plechtige eucharistieviering bij zijn 50-jarig priesterschap in de St. Janskathedraal zondag 4 juni 2000.
Titel: Waarom is wat wij vinden niet wat wij zoeken? 

In bijgaand homilie geeft hij nog eens een terugblik op zijn priesterschap en een conclusie na vijftig jaar dienstbaar zijn aan het Bossche diocees. De 74-jarige Bluyssen voegt daarbij nog zijn kijk op de geloofsbeleving en de manier waarop de sacrale Kerk zich in de tegenwoordige leefgemeenschap geplaatst kan zien. Bluyssen: 'De primaire taak van de Kerk is dat Zij het echte antwoord op ons zoeken verstaanbaar mag en moet maken. Specifiek zegt hij voor 'ons': 'de jeugd'.

Mensen van vandaag lijken meer dan ooit te hunkeren naar transparante, God -doorlatende tekenen. Ik ben steeds meer gaan vermoeden dat iets van die hunkering mij destijds als kind bewoog om priester te worden. mensen helpen ontdekken waar ze met hun vragen en problemen het best terecht kunne, mensen helpen te zoeken en te vinden.

Het was de Groningse dichter Rutger Kopland die mij onlangs diep te denken gaf. In een gedicht formuleert hij twee maal een ingehouden, maar uitdagende vraag:

Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom
wat wij vinden niet is
wat wij zoeken?

Ja, waarom vinden we niet altijd wat wij zoeken en waarom is wat wij vinden niet altijd wat wij zoeken? Is het omdat wij het verkeerde zoeken; omdat we de verkeerde weg gaan; of omdat de verkeerden ons de weg wijzen, de verkeerde weg? Waar moeten we het eigenlijk zoeken?

Het ligt voor de hand dat wij allereerst te rade gaan bij Hem die met grote stelligheid verklaarde: 'Zoekt en gij zult vinden' [Mt.7,7]; die bovendien gezegd heeft:' Ik ben de weg, de waarheid en het leven'. [Joh,14,6]. Jezus hij presenteert zich als dè veilige Wegwijzer. De priester delend in diens priesterschap, mag proberen dat concreet te maken.

het begin als priester
Vijftig jaar geleden [min een dag, het was zaterdag 3 juni 1950] kwamen we -21 man sterk - vanuit het bisschopshuis deze unieke kathedraal binnen, Enerzijds vervuld van blijde dankbaarheid, vermengd met een zekere zelfvoldaanheid na 12 à 13 lange jaren van studie in stugge afgeslotenheid, boordevol idealisme en geladen met aller edelste bedoelingen. Zo liepen we toen God tegemoet die via de priesterwijding voor hele ons leven. Zijn priesterlijke stempel zou meegeven. =tegenstelling sacrale kerk -profane wereld.

De priesterwijding betekende in die jaren een forse klim omhoog zowel op de kerkelijke als op de maatschappelijke ladder. De wijding maakte een mens toen niet alleen tot voorganger van de plaatselijke geloofsgemeenschap, maar ook tot eee gezaghebbende, publieke figuur in de plaatselijke leefgemeenschap. Normaal vonden we dat toen, maar naar nu blijkt was het eigenlijk toch maar vreemd: tussen de wijdeling en zijn medegelovigen gaapte een niet reële afstand, de afstand van sacraal tegenover profaan. De priester: man van de heilige Kerk; de anderen, de leken, mensen van de profane wereld. Maar die leken van toen wisten heel wèl wat geloven is.

foto volgt
De circa achttienjarige Jan Bluyssen gefotografeerd tijdens zijn priesterstudie in Son [1942-1944]. In die jaren was de opleiding aan het seminarie van Beekvliet verbannen naar elders door een Duitse bezetting.

Jan was wel een fanatieke student, maar geen echte sportliefhebber. Hij deed wel vaak mee als er een toneelspel werd opgevoerd of er een declamatie werd gehouden.
Als klasse-oudste toonde hij zich een goede bemiddelaar tussen zijn courgenoten en de docenten van wie enkelen zelfs tot zijn -verre- familie behoorden.

-repro Cees de kok

God is overal
Wat een wereld van verschil tussen toen en nu! 19650 :een heel andere tijd, een heel andere kerk, heel andere gelovigen. Als we destijds alles hadden kunnen voorzien, hadden we ons op die wijdingsdag nog heel wat nerveuzer gevoeld. Intussen pretenderen gelovigen van nu terecht dat ze God overal mogen zoeken en ze durven vertrouwen dat ze Hem kunnen vinden niet alleen binnen het sacrale veld van de kerk en geloof, maar ook in het alledaagse leven van elke dag. De Kerk is er inderdaad altijd van uitgegaan, dat God zich overal laat kennen: in zijn schepping, in velerlei materiele manifestaties, in allerlei menselijke ontmoetingen.

het sacrament en de priester
Het kerkelijk woord om die goddelijke nabijheid uit te drukken , is 'sacrament'. Ons geloof is een sacramenteel geloof. We gebruiken tekenen om Gods nabijheid en Gods heilzame werkzaamheid aan te duiden: water bij het doopsel, en brood en wijn in de Eucharistieviering; en een mens wordt priestergewijd om teken te zijn van God. De Kerk zelf is zo'n teken, de Kerk zelf is sacrament, zo stelde het tweede Vaticaans Concilie. Welnu, een kerk die zich sacramenteel noemt, geeft te kennen dat ze zichzelf ziet als de bijzondere speelruimte van God. Waarmee ze zich natuurlijk niet hooghartig hermetisch afzondert van het overige menselijk gebeuren.
Integendeel, haar taak is het zichzelf transparant, d.w.z. doorschijnend te maken voor Gods helende nabijheid. Vooral via dat sacramenteel vermogen van Zijn schepping laat God zich nader kennen. De priester is er om ons daarop steeds opnieuw te attenderen, om sacramentele tekenen aan te bieden, maar ook om zelf over het gewone alledaagse leven het licht van Gods heilzame nabijheid te laten schijnen.

de priester en de leek
In hun brief van 24-9-1992 over 'de dienst van de priester' hebben de Duitse bisschoppen de priesterlijke opdracht getypeerd als de opdracht om beroepshalve =transparant= te zijn. Transparant, dat betekent dat door hem heen, dus via typisch-sacramentele werking, God zelf voelbaar ervaren wil worden voor wie zoekt.
Maar geldt dit alleen voor de priester? Betreft dit anderen gelovigen niet eveneens, om niet te zeggen evenzeer? Ja, eveneens, maar niet evenzeer. De priester heeft in deze een heel eigen uitdrukkelijke zending,. Maar leken kunnen soms meer, leken kunnen heel dikwijls wat priesters niet kunnen.
Mensen van vandaag lijken meer dan ooit te hunkeren maar transparante, God - doorlatende figuren, priesters zowel als leken. De Kerk van vandaag stelt haar hoop op de feitelijke inzet van vele trouwe leken en zij bidt om voldoende toename van het aantal priesters, ze verlangt naar frisse, realistische ingestelde, mens - lievende en God - toegewijde priesters.

Het wapen van Jan Bluyssen die tussen 1961-1983 bisschop was van 's-Hertogenbosch. Dagelijks dienstbaar is de vertaling van de in het Latijn geschreven wapenspreuk.

de gruwel van de polarisatie
Ruim twee weken geleden waren wij, jubilerende priesters van cours 1950, bijeen op onze halfjaarlijkse samenkomst; die stond natuurlijk in het teken van ons gouden jubileum. We hebben gezamenlijk verlanglijstje opgesteld, maar ik denk dat ik er niet echt naast zit, als ik stel dat wij na vijftig jaren van priesterlijke toewijding in dienst van ons geliefde Bossche diocees één grote wens koesteren: dat nu na het aanbreken van het nieuwe millennium de=gruwel= van de polarisatie snel wordt weggeleefd. Gruwel zeg ik, met een bijbelse term die duidt op iets destructiefs, iets demonisch. Het heeft lang genoeg geduurd, die kille splijtende verbetenheid waarmee gekift werd om vermeend gelijk. Hoog tijd dat we met zijn allen onszelf hernemen vanuit de laatste wilsbeschikking van onze Heer Jezus, in de evangelie-lezing zojuist door Hem biddend tot Zijn Vader onder woorden gebracht: Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij'. [Joh. 17,11]. Want, zeg nu zelf: wat is een kerk die de onderlinge eenheid rond haar Heer niet meer kan zien als onverbiddelijk eerste eis waarvoor alles moet wijken?

Waarom is wat winden niet wat wij zoeken? Zou het kunnen zijn dat we ons juiste oriëntatiepunt missen? Wie richting zoekt in het duister, moet zich vooral orienteren ohet .licht. Wat doet het licht? Een van onze grootste dichters, Martinus Nijhoff, tekende dat heel raak: Het licht, Gods witte licht, breekt zich in kleuren: keuren zijn daden van het licht dat breekt...

het beeld van God
God breekt zich in kleuren. Na vijftig jaren van priesterlijk bezig zijn weet ik het zeker: God is niet als een bejaarde of bebaarde man op hoge wolken. Zulks weten we al veel langer, maar soms lees of hoor je nog wel eens beweringen als: christenen zien God als een vergrijsde, strenge potentaat. We kunne beter niet uitgaan van een God naar al te menselijke voorstelling. Weliswaar is de mens geschapen als beeld van God, maar alleen Jezus is de perfecte menselijke weergave van God. Al het ander - menselijke is onvolmaakt, versluierd en een fragmentair beeld van God.

God is toch beter te herkennen in termen van licht en vuur en geest dan in termen van altijd mankerende menselijkheid. Het licht geeft dunkt me een veiliger benadering van God dan alle door onszelf zo hoog geprezen uitbeeldingen van menselijke grootheid. Vooral als je bij God denkt aan levend licht, aan licht dat stem heft, dat tot jou spreekt, voortdurend jou aanspreekt, en tot wie jij op jouw beurt ook spreken mag. Zoals Mozes in het lichtgevend vuur van de brandende doornstruik God herkende en met Hem converseerde. Zoals ook de twaalf-eeuwse abdis Hildegard van Bingen over God sprak als 'het levende licht'. Ze gaf zichzelf de naam: bazuinklank van het levende licht, God, levend licht, sprekend licht, veilig licht.

Goddelijk licht overal aanwezig
Eigenlijk boeit die benaming mij ook om een tweede reden:=licht= neemt ook het zwaarwichtige en het feodale van ons Godsbeeld weg. God als licht in talloze variaties fonkelend in een diamant. Diamant. Jezus spreekt in een van zijn gelijkenissen over een in de grond verborgen parel: je moet maar gauw dat stuk grond kopen als je die parel wilt bemachtigen. Parel of diamant, het maakt niet uit. Het ging Jezus om het Rijk van God, eigenlijk had Hij het over God in Zijn diepste wezen, God in diens zorg voor de mens en de hele schepping. God: fonkelend diamant. Goddelijk licht, slechts gefilterd en gebroken war te nemen. God die tot ons komt in fragmenten, altijd slechts fragmentarisch herkenbaar; overal aanwezig, maar aan geen vaste plaats exclusief gebonden.

De tijd tussen Hemelvaart en Pinksteren was 2000 jaar geleden voor de eerste volgelingen van Jezus een periode van gezamenlijk onzeker, biddend afwachten. Hoe zou het verder moeten gaan met de boodschap van Jezus? Ze herinnereden zich goed Zijn stellige belofte van de Geest die Hem- Jezus - zou vervangenter verdere ondersteuning. Samen met Maria, de moeder van de Heer, de Zoete Moeder, baden ze vol vertrouwen om die goddelijke geestkracht. Zouden ze vinden wat ze zochten, wat ze hoopten?

Wachten, bidden en zoeken, dat past ook ons in onze dagen. Het landelijk comité 2000 roept ons op om deze tijd van Hemelvaart en Pinksteren te beleven als een tijd van 'vuur'- verwezen wordt naar het vuur dat de Geest van God in ons aller hart ontsteken wil-; tevens wekt het genoemde comité ons op om nu vanwege het jubeljaar meer dan ooit 'ons hart te laten spreken' . Ons hart laten spreken: Geest en geloof, vuur en liefde, ze hebben met onze diepste menselijke roerselen te maken.

Het betreft hier niet alleen het eigen hart. We dienen ons vooral af te vragen waarom jonge mensen bij de Kerk niet vinden wat ze zoeken. Waarom is wat zij vinden niet wat zij zoeken? Blijkbaar zoeken we niet langs de goede weg. Waarom kan de Kekr het echte antwoord op hun zoeken niet werkelijk verstaanbaar maken? Is dat niet de religieuze hamvraag van onze tijd? Mag en moet dat niet onze grote zorg zijn? Het gaat ons immers niet primair om de Kerk, maar om de mens, om iedere mens die zoekt doch niet vindt.

Op zijn vraag: 'waarom wat wij vinden niet is wat wij zoeken', geeft de dichter Rutger Kopland in een ander gedicht zelf antwoord:

De grazige weiden, de stille wateren,
ik heb ze gezocht en inderdaad
gevonden, ze waren nog mooier
dan mij was beloofd,
prachtig.
En in dit liefelijk landschap de zoon
van de maker, aan een boom genageld,
maar geen spoor van geweld
of verzet, alleen maar
vrede, rust...

Hij heeft wel gevonden wat hij zocht. Om te vinden moet je blijven zoeken. Zoeken zonder ophouden, zoeken met elkaar en bij elkaar. Geloven is zoeken tot je vindt wat je zoekt. De genagelde zoon zelf zei het al: 'Zoekt en ge zult vinden'. De priester is vrijgesteld voor dit hoopvol tasten naar God, hij moet er leiding aan geven, erin voorgaan. De dichter vond wat hij zocht: 'de grazige weiden, de stille wateren'; maar hij vond ook wat hij niet zocht: 'de zoon aan een boom genageld'.

Die combinatie, dat is het leven dat bevrijdend werken kan. Daar moet je je aan over durven geven. Alle geloof begint met toe-neiging naar het levensmysterie, je overgeven aan Hem die jou te boven gaat. Niemand speelt dat alleen klaar. Uiteindelijk zijn we allemaal aangewezen op grotere verbanden.

gebed tot de Zoete Moeder
Vandaag wil ik evenals vijftig jaar geleden -toen samen met, nu mede namens mijn coursgenoten- bidden tot de Zoete Moeder dat zij voor ons de goede God wil danken, danken voor alles voor wat Hij ons durfde toevertrouwen, en voor de velen die Hij ons gaf ter ondersteuning en bemoediging, soms ter correctie. Ik heb duizendvoudig ervaren, dat stille en minder stille geloofsgetuigen meer waard zijn dan gouden munten.
Ik wil de goed God danken dat Hij mij boven verwachting nog zo lang de kans gaf om vanuit de rust van een voortijdig begonnen emeritaat te blijven zoeken en verwijzen naar de tekenen van Zijn zorgende nabijheid.

Fijn dat u vandaag met zovelen deze dankbaarheid wilde komen delen. Een bisschop heeft heel veel steun en stuwing nodig. Ik wens dit mijn tweede opvolger van ganser harte toe, hem oprecht dankend voor het feest dat hij mij vandaag bereid heeft. De Heer zij met hem en met u allen!

(Toespraak Jan Bluyssen, 3 juni 2000)
<< Minder informatie


Laatste artikelen binnen de categorie Bluyssen mgr.:

Symposium rond spiritualiteit & mystiek van bisschop Jan Bluyssen

Symposium rond spiritualiteit & mystiek van bisschop Jan Bluyssen

Gepubliceerd op: 11-05-2016 | Gewijzigd op: 11-05-2016
Aanstaande vrijdag 13 mei 2016 vindt in de St. Clemenskerk in Gerwen bij Nuenen een symposium plaats over de Spiritualiteit en de mystiek van oud- bisschop wijlen Jan Bluyssen die op 8 augustus 2013 overleed.
Lees meer
Nieuw boek bisschop Jan Bluyssen: Godservaring

Nieuw boek bisschop Jan Bluyssen: Godservaring

Gepubliceerd op: 28-11-2009 | Gewijzigd op: 03-12-2009
Vandaag verscheen van emeritus-bisschop Jan Bluyssen een prachtig vormgegeven boekje waarin hij zijn zoek- en ervaringstocht naar/met God beschrijft. Bluyssen schreef met inleidingen van vriend/socioloog Gerard Rooijakkers en de kerkgeschiedenisleraar professor Peter Nissen een essay.
Lees meer
Monseigneur Bluyssen 80 jaar

Monseigneur Bluyssen 80 jaar

Gepubliceerd op: 21-03-2006 | Gewijzigd op: 16-04-2013
Op 10 april 2006 viert monseigneur Johan - roepnaam Jan - Bluyssen, oud-bisschop van 's-Hertogenbosch, zijn 80ste verjaardag.
Lees meer
mgr. Johannes Bluyssen

mgr. Johannes Bluyssen

Gepubliceerd op: 21-03-2006 | Gewijzigd op: 11-05-2016
Levensloop van mgr. Jan Bluyssen met belangrijke momenten en met diens boekuitgaven: Gebroken Wit en God verborgen en nabij.
Lees meer
' God verborgen en nabij'

' God verborgen en nabij'

Gepubliceerd op: 08-11-2002 | Gewijzigd op: 0
Boek van Bluyssen & Rooijakkers is uit :'God verborgen en nabij'
Lees meer
'God verborgen en nabij' gepresenteerd

'God verborgen en nabij' gepresenteerd

Gepubliceerd op: 01-11-2002 | Gewijzigd op: 08-04-2012
8 november symposium over "God, verborgen ne nabij"
Lees meer