De persoon mgr. W. Bekkers

Printerversie
Gepubliceerd op: 07-02-2007 | Gewijzigd op: 10-01-2009
Huishoudster bij bisschop Bekkers
Frida Maas was in de jaren zestig van de vorige eeuw een van de diensters bij mgr. Bekkers. Samen met nog enkele Brabantse boerendochters serveerde zij daar de maaltijden olv de huishoudster. De chauffeur, Gerard Ketelaars, bracht monseigneur ’s morgens de post, Annie Pashauwers schonk hem daarna een glaasje sinaasappelsap en om elf uur de koffieDe maaltijden en diners werden meestal door Annie de huishoudster, die de leiding over het personeel had, verzorgd. Ook als er diners waren voor bijzondere gasten werden de gerechten door haar in de keuken bereid en opgediend in een van de kamers van het bisschoppelijk paleis op de Parade.

Frida Maas [*1938] uit Someren was tussen 1960-1966 huishoudster in dienst van het bisdom bij mgr. Bekkers aan de Parade in 's-Hertogenbosch.  foto's © paul kriele, 7 februari 2007.

*Noot Frida Maas
Frida Maas [* Someren, 29 juni 1938], was in dienst van het Bisdom ’s-Hertogenbosch, waar zij vanaf 1960 als ‘2e meisje’ werkzaam was in de huishouding van mgr. Bekkers, die in juni 1966 overleed. Voor Bastion Oranje vertelde zij op 7 februari 2007 haar levensverhaal.
-----------------------
Behalve nog wat andere rituelen, hoorde bij de taken van de uit Someren afkomstige Frida het verzorgen en wegbrengen van de post bij, dat ’s avonds vóór negen uur gebeurde. Ze liep dan even op en neer naar het postkantoor in de Kerkstraat om de dagelijkse stapels brieven en pakjes af te geven aan het loket. Bekenden van haar noemden haar, als ze onderweg was naar het postkantoor, daarom wel eens plagerig de ’vrouw van de bisschop’.  

Uiteraard werd er van het 1e en 2e meisje ook verwacht dat ze dagelijks de bedden opmaakten en de kamers poetsten.
Tussen de diensters van de notabelen, de bisschop en de commissaris was er een geregeld contact: ze gingen bij elkaar op de koffie, zoals bij de De Gruijters in de Peperstraat, waar de huishoudtser vanb de De Gruijters Hanneke de Bije de koffie serveerde en mevrouw Dorothea de Gruijter-Dorsemagen kwam bij goed weer even met het personeel in het prieeltje een praatje maken. Of bij andere keren bij de Commissaris der koningin Kortman in de Verwersstraat, waar een nichtje van de huishoudster van de bisschop -Annie Pashauwers - in dienst was.

Annie had een rijbewijs. Dus als we wat verder weg wilden, of naar de ouders van collegaatje Ans Heijmans in Rosmalen, dan reed Annie voor ons. Al die dingen gebeurde bij toerbeurt. Zoals ook de uitstapjes en wandelingen in de stad tussen de middag, als er tenminste gelegenheid voor was.

‘De bisschop trakteerde ons zomers ook wel eens op ijs van de IJsvogel. Dat haalde ik in een doos waar het strijkijzer in had gezeten en daar zette ik alvast de glazen coupes in.’ Uiteraard waren de dames present als hun bazen weer aanwezig waren.Bourgondische bisschop

Ook het kaarten ‘s avonds gebeurde op toerbeurt bij een van de vriendinnen in de desbetreffende werkhuizen. Maar ook in de avonduren werd er gewerkt . Elk van hen zorgde er wel voor dat ze thuis waren voordat de bisschop, de commissaris of wie dan ook, van zijn werk was teruggekeerd. Dat was voor Frida en de anderen een moment van gezelligheid, want mgr. Bekkers was een bestuurder met een Bourgondische inslag. Graag sloot hij de dag af met een gezellig samen zijn.
Monseigneur ging niet naar bed alvorens nog even met de dames wat gebabbeld te hebben. Dan liet hij zich graag een wijntje inschenken en vaak kwam er dan ook een blokje kaas op tafel. Gerard Ketelaars, de chauffeur, was maar op een enkele zondag vrij. Bij zo’n gelegenheid reed monseigneur –als er geen verplichtingen waren - vaak naar St. Oedenrode waar hij nog jaren lang zijn moeder bezocht of er ging paardrijden met zijn broers.. Want paardrijden, voetballen en wielrennen waren zijn meest favoriete sporten.

Zo’n dag betekende voor de huishoudsters en diensters ook een vrije dag waarbij ieder voor zich of gezamenlijk iets werd ondernomen.De instelling van de monseigneur ging zover dat ie Frida alle vrijheid gaf om gasten uit te nodigen, meestal waren dat vriendinnen die nieuwsgierig waren naar dat grote paleis.
Maar op zondag was, tenzij monseigneur iets anders in de agenda had staan, de dag dat monseigneur Mutsaerts op bezoek kwam. Bekkers en diens voorganger Mutsaerts waren elkaars vrienden, aldus Frida, ondanks dat hun karakters tamelijk verschilden. Ze hielden allebei wel van een grapje, maar Mutsaerts was er nog eentje van de oude stempel en in zijn sociaal gedrag gedroeg hij zich toch echt als een bestuurder-op-afstand. Behalve in het paleis. Daar toonde hij zich naar ons erg vriendschappelijk.

Mgr. Mutsaerts woonde in de Clarastraat bij de zusters Theresiaantjes, nog geen 20 meter van de Parade vandaan. Maar hij liet zich bij zijn zondags bezoeken aan Bekkers door zijn chauffeur Henk Broekhof ophalen. Mutsaerts bleef ook graag eten, maar dat was niet elke zondag het geval, .
Van de gasten waren met name Frida’s ouders hartelijk welkom. Als het aan Bekkers lag, mocht Frida ze zo vaak uitnodigen als ze wilde. Frida was eens in de maand ook wel eens vrij, of niet echt aan huis gebonden als monseigneur voor een bezoek weg moest of naar St. Oedenrode reisde.In de loop der jaren is bij wijze van spreken heel Someren in Den Bosch op bezoek geweest, vertelt Frida. Mijn vriendinnen die ik uitgenodigd had, vertelden hun ervaringen natuurlijk in Someren door. Men was natuurlijk benieuwd waar ik werkte en hoe zo’n paleis van een bisschop er van binnen uit zag. Vooral de grote marmeren hal, waar minstens 5 deuren op uit kwamen en de 40 kamers ontlokte bij de bezoekers verbazing.Zo’n zondag, een andere doordeweekse vrije dag of een verloren uurtje bood haar de gelegenheid even bij haar vriendinnen te gaan buurten, of zij bij haar op bezoek te komen.

Op de Parade was het dan steevast een even bijpraten met een glaasje wijn en soms een stukje kaas, dat Frida uit de kelder haalde. sloot de dag graag af met even bijpraten onder een glaasje wijn en soms een stukje kaas dat Frida uit de wijnkelder haalde. ‘Dan werd er nog even bijgepraat en de dag doorgenomen. Voordat monseigneur in bed stapt, had ik al het bed opengelegd. Dat hoorde zo bij de rituelen.’

Grapjas
Dat brengt me op de grappen die hij met ons en wij met hem konden uithalen. Nog in het eerste kennismakingsgesprek schrok ik van monseigneurs vrijpostigheid. In dat gesprek, dat uiteraard serieus verliep, zei Bekkers op een gegeven moment, hoe lang mijn hemd was. Ik schrok en dacht dat is toch geen praat voor unne bisschop. ‘Maar,’ zei hij gelijk daarop: ‘Mijn hemd gaat tot zover.’ Dan wees hij tot even voorbij zijn middel. ‘De rest zijn poetslappen,’ zei hij dan grappend. Nou ja, toen was het ijs gebroken en wist ik wel zo ongeveer wat ik aan hem had.40-Plus
Dat Bekkers erg voor een grapje in was, blijkt uit het volgende incident. Op een dag, het was al namiddag geworden, had ik me afgevraagd waarom men mij zo had opgenomen. Iedereen keek me zo indringend aan. Nu bleek dat ik bij het halen van een stuk kaas op de aanrecht het etiket 40-plus had laten liggen. Dat had Bekkers meegenomen en in een onbewaakt ogenblik achter op mijn jurk geplakt.
Uren later vroeg ik iemand wat er toch aan mij te zien was… Die dag was ik dus een 40-plussers geweest en toen was ik nog veel dikker dan tegenwoordig.
Maar wij waren ook niet van de poes. Omdat we de bedden moesten dekken hadden we eens het onderlaken dubbel gevouwen. Het ondereind van beide lakens maakten we van boven vast en daar legden we het hoofdkussen op, zodat het niet zichtbaar was.
In onze verbeelding zagen we de bisschop ’s avonds al met zijn beide benen haffelen om tussen de lakens te kunnen wegkruipen.Meestal zei hij er niet veel over. Maar het is wel eens voorgekomen dat ie liet merken met die geintjes te willen stoppen. De volgende dag was ie weer net zo gek. Terwijl ik in de gang aan het stoffen was, pakte ie me bij beide benen vast en rolde me achterover over het tapijt. Bij zo’n vertoning schaterde hij het uit van het lachen.

Bezoeken van Mies Bouman en prinses Irene
Van de meeste bezoekers herinnert Frida zich nog alle namen. Het waren soms vluchtige kennismakingen en vaak ook ontmoetingen die haar wat meer aangrepen en indruk maakten.
Uiteraard noemt Frida de bezoeken van Mies Bouman met wie Bekkers vaak gesprekken heeft gevoerd in het paleis ter voorbereiding van zijn deelname aan de actualiteitenrubriek KRO’s Brandpunt. Maar monseigneur reisde net zo vlot voor opnamen naar de studio in Hilversum.

Frida noemt daarvan ook de beroemde uitzending over de eigen verantwoordelijkheid van het gezin bij de geboorteregeling. En de ontmoeting van bisschop Bekkers met Mies Bouman in ‘de Stoel’.Van al die gasten heeft prinses Irene het meeste indruk op haar gemaakt. Aan haar bewaart zij de beste herinnering omdat de prinses zich heel vertrouwd gedroeg. Irene deed van allen nog het meest gewoon. ‘De prinses stapte spontaan bij ons de huiskamer binnen om koffie te drinken. Dan ging ze met ons een gesprek aan over onze ervaringen en wat wij ervan vonden om bij de bisschop te kunnen werken.
Ze kwam in die tijd regelmatig bij de bisschop over de vloer om over haar toetreding tot de rooms katholieke kerk te komen praten.’
Beroepsgeheim  
Als we vragen naar meer inhoudelijke zaken reageert Frida: ‘Tja, da’s beroepsgeheim, daar hadden we verder niks mee te doen. We brachten koffie nietwaar. Aan de lamp bij de bisschop hing zo’n belletje en dan gingen we naar binnen: -‘Had u gebeld monseigneur? 
Ja, graag Frida, zei de bisschop dan, waarop hij met een gebaar het gezelschap af ging om te inventariseren wie er koffie of thee wenste.  Dan was het bijvoorbeeld: vier koffie en twee thee, Frida.
Nou en dan ging ik dat halen en dan bracht ik dat naar binnen en dan zei ie wel eens, als er bekende mensen waren, ziet de dienstmaagd marcheren. Zo van die dingen. 
Maar ja, als prinses Irene er zat, dan zou ie dat niet gedaan hebben. Al die mensen heb ik min of meer gekend, maar daarna heb ik ze nooit meer ontmoet of gesproken. Later kreeg ik de videobanden van de uitzending met Mies Bouwman. Maar als ik dan in het begin op de tv, toen monseigneur pas dood was, de herhalingen zag, dan ging dat toch wel door merg en been.  
Immer vrijgezel gebleven
De vraag dat zij veel werkhuizen heeft meegemaakt in haar leven, maar nimmer de ware is tegengekomen doet ze af met: ‘Ik was steeds intern. Ik had er geen tijd voor en dan was die ene toch echt veel tekort gekomen. ‘Maar na nog eens aandringen zegt ze met een kwink: ‘Als een ouwe schuur aan het branden is, dan is er geen blussen meer aan.’ Het overlijden van mgr. Bekkers was voor Frida reden te stoppen met werken. Vanaf haar 14e tot haar 60ste was zij werkzaam geweest als babysit bij familie, zoals het begon en als hulp in de huishouding bij particulieren en tenslotte bij de bisschop, zoals het in 1966 eindigde. Ze heeft nog wel geholpen met de verhuizing en het inruimen van de kamers voor mgr. Bluyssen. Maar voor Frida was het aangrijpend heengaan van de geliefde bisschop uit ‘Roy’ aanleiding terug te gaan naar Someren, waar ze tegenwoordig een flatje bewoond in het centrum.  
-------------------------------------
Expo over mgr. W. Bekkers  24 december 2006.

Bijgaand vlnr overzicht van de foto's die over het werk van mgr. Bekkers gaan. Midden virtrine met enkele kostabarheden, zoals de mijter en het bisschopskruis en de muiltjes van de Rooise bisschop. Rechts idem en diens staf opgeborgen in een luxe doos. 

foto © gerard monté, 24 december 2006.


Links mijter en muiltjes en rechts
o.a. een fotolijst met Bekkers' moeder.
foto's © gerard monté, 24 december 2006.


Boek bisschop Bekkers gepresenteerd14 december 2006. 
In een volle Jacobkerk, die tegenwoordig een gehoorzaal is van het Jeroen Boschcentrum, werd na vier lezingen ! en een ouderwetse ‘schooiersoproep’ voor door de stichting Bisschop Bekkers, uiteindelijk tegen half elf het dikke 400 pagina’s tellende [foto]boek over het leven van deze Rooise, ’hartstochtelijke priester gepresenteerd. Broer Jan Bekkers [90 jaar] kreeg van de auteurs Kees Hakvoort en Jan Walravens het eerste exemplaar aangeboden. Het boek bevat - wat illustraties betreft - voor het grootste deel documenten en foto's uit de verzameling Peter Steffen.
Op tijd aanwezig waren emeritus-bisschop van Breda Tini Muskens en emeritus bisschop Jan Bluijssen.

foto © paul kriele, 14 december 2006.

Als eregasten waren verder aanwezig bisschop Tini Muskens van Breda, bisschop Toon Hurkmans van Den Bosch en emeritus bisschop Jan Bluijssen, die een boeiende en - voor wat het 2e Vaticaans Concilie [1961-1965] betreft – inzichtelijk voordracht hield.
De door zijn ouderom [dichtslibben bloedvaten] getekende Bluijssen noemde dat Vaticaans Concilie waarbij Bekkers -ook al was hij er niet altijd aanwezig en liever thuis in zijn bisdom, dichtbij Rooi, erg betrokken was en via toespraken en gesprekken trachhte de kerk te vernieuwen met zijn 'Bekkers-knecht' Bluijssen als lijfeijk afgevaardigde in Rome.
Voor de onderbouwing van die toespraken verliet de Bossche bisschop zich op de Nijmeegse prof. Schillebeex, de Amstedamse prof. Groot en de Bredase prof Cordion. Door zijn uitstraling en mimiek wist Bekkers, die in zijn taalkennis gehandicapt was, zich bij buitelandse bisschoppen toch verstaanbaar te maken. In zijn aansprekelijke voorstellen kreeg Bekkers in alle geledingen veel belangsteling en aandacht. Vaak vertoefde hij na aflloop met jongeren [studenten] in café's. 

Bekkers had ook een speciale aandacht voor de pers. Journalisten wist hij op zijn manier aan zich te binden en in hun drang naar nieuws te beantwoorden, aldus Bluijssen die van zijn voorganger de omgang met de pers en specifiek de radio en tv heeft geleerd.

Vanaf de tijd van het Concilie is dankzij Bekkers en diens hulpbisschop Bluijssen de liturgie begrijpelijker en meer volkser [taal] geworden. Maar zei de 80-jarige Bluijssen, als een van de laatste levenden uit die tijd, ‘De conciliegeneratie is aan het uitsterven’.
Gerard Rooijakkers sprak over het emanciperende Brabant waartoe Bekkers in zijn jaren als kapelaan [Bartjes] en als pastoor [’t Heike in Tilburg] en als bisschop, behoorde. Bekkers was de man van tegenstellingen, door de socioloog Rooijakkers 'een paradoxale bestuurder' genoemd, die in sommige opzichten traditioneel en in zijn Brandpuntjes [tv-toespraken voor de KRO] en het afschaffen van taboes progressief was. Bekkers was een bisschop met gezag [zichtbaar in de mijter en de bisschopsring], die zich ook minzaam tussen het volk [Rooise familie], de boeren en arbeiders, studenten, vakbonden [NCB], de ruiterij en het gilde kon bewegen.De 90-jarige Jan Bekkers en zijn 30 jaar jongere vrouw Coby Arts toonden zich verheugd over zoveel belangstelling. 'Het doet mij goed,' zei Jan in enkele eenvoudige zinnen, dat er nog zoveel mensen zijn die mijn broer kennen en die zich voor zijn werk inzetten.'

Hierboven: Gerard Rooijakkers, die bevriend is met Bluijssen en in dit geval de uitgever van het boek. 
Eregasten waren emeritus-bisschop Tini Muskens van Breda [l] en bisschop Toon Hurkmans van Den Bosch die aandachtig luisterden naar de historische toespraak van onder meer hun collega Jan Bluijssen over de unieke Bekkers. 
Op de foto rechts boven zit rechts naast Bluijssen, Peter Steffen, die de enorme collectie foto's en documenten over Bekkers beschikbaar stelde. 


foto's © gerard monté, 14 december 2006.

De auteurs Stefan Verstraaten [beeldbewerking [l] en rechts Kees Hakvoort [2e vl] en Jan Walravens [uiterst rechts].  

foto's © gerard monté, 14 december 2006.
 

Ook de etnoloog Rooijakkers haalde -niet zonder bedoeling - het Concilie aan . Dat paus Johannes XXIII toen de ramen van de kerk heeft opengezet [Agiornamento] om een frisse wind toe te laten, hield niet op bij het einde van die wereldwijde kerkvergadering. Ook dat collectief geheugen moet onderhouden en gevoed worden, aldus der historicus, uitgever en hoogleraar Rooijakkers, diedaarmee bedoelde dat het -ook na 40 jaar- de plicht van de huidige generaties is, de bedoelingen van het Concilie en de lijnen van Bekkers verder uit te dragen en te voeden . 

Bijgaand: Johan Bluijssen [boven] en bisschop Toon Hurkmans [rechts boven] en Cees Slegers [r], die de avond leidde.

foto's © gerard monté, 14 december 2006.

Hierboven de toespraken van prof. dr. Peter Nissen [l], Gerard Rooijakkers [r.]en Ad van den Oord [l].
 foto's © gerard monté, 14 december 2006.


De twee auteurs Jan Walravens [l] en Kees Hakvoort [r]. foto's © gerard monté, 14 december 2006.


Aanbieding eerste exemplaar 'Bekkers 1908-1966, een hartstochtelijk priester'.

Van de staf van auteurs, Peter Hakvoort en Jan Walravens en Peter Steffen, ontving Jan Bekkers het eerste exemplaar. Emotioneel en dankbaar tegelijk toonde de broer van bisschop Bekkers zich in zijn dankwoord. Jan uitte zijn vreugde en verbazing dat zovelen nog zoveel om zijn broer geven. 

foto's © gerard monté, 14 december 2006.


Bijgaand: Jos Koster, de 'nieuwe' eigenaar van De Steffenberg stelde een perkamente rol beschikbaar die hij in het klooster van de Paters van Scheut [de vorige bewoners] had aangetroffen. De koperen koker bevat een tekst tgv de eerste steenlegging bij de bouw van de school in 1962. Daarop staat als fragment ook een veelzeggende tekst van mgr. Bekkers tgv die ceremonie in 1962. 
Op de foto's reikt Rooijakkers een kopie van die perkamente rol uit aan Peter Steffen tbv zijn collectie
.

foto's © gerard monté, 14 december 2006.

De basis van het fotoboek vormt de uitgebreide collectie van Peter Steffen die al als schooljongen begeesterd raakte door de Rooise Bekkers. Met Peter Hakvoort en Jan Walravens zijn gesprekken gevoerd die uiteindelijk leidde tot de uitgave van ' Bekkers 1908-1966, een hartstochtelijk priester'. Uitgeverij Het Veerhuis van Gerard Rooijakkers heeft dit enorm gewichtige exemplaar doen produceren.Technisch gezien zijn de foto's en documenten gerealiseerd door beeldbewerker Stef Verstraaten die de beelden heeft bewerkt. Verstraaten is met zijn buro gespecaliseerd in het bewerken van oude foto's en het maken van portretten. Eerder al had Verstraaten een groot aandeel in het boek 'Een ander licht' [dr.Van Lith] en in het boek over de fotograaf Koos Breukel. 
Tot slot sprak de voorzitter Broers van de Stichting mgr. Bekkers die ontstaan is uit de 'emmertjesactie' van Mies Bouman en bisschop Bekkers.
Daarin zat -toentertijd -7 miljoen gulden. Bedragen werden uitgekeerd aan gehandicapten en misdeelde kinderen en/of hun ouders. Later aan projecten in de Derde Wereld. 


foto's © gerard monté, 14 december 2006.
 


Boek na 40 jaar overlijden mgr. Bekkers 8 mei 2006. 
Dinsdag 9 mei 2006 is de herdenkingsdag dat mgr. Bekkers, die van 1960-1966 bisschop was van Den Bosch, 40 jaar geleden overleed. De bisschop stierf op 58-jarige leeftijd op 9 mei 1966 in het St. Elisabethziekenhuis. Diens opvolger, mgr Johan Bluyssen, die in 1961 zijn coadjutor was geworden, was gisteren te gast in de Culturele Salon [reportage**], waar hij werd geïnterviewd door de hoogleraar kerkgeschiedenis prof. Dr. Peter Nissen. Gerard Rooyakkers voormalig buurman van bisschop Bluyssen, gaf ook zijn visie op de periode van beide bisschoppen.

Komend najaar verschijnt het boek ‘Bisschop Bekkers 1908-1966, een hartstochtelijk priesterleven’. De auteurs van dit rijk geïllustreerd boek hebben helaas geen gebruik kunnen maken van het archief van het bisdom. Vanwege privacyreden stelt het bisdom geen inzage in de privé-documenten van de oud-bisschop en de onderlinge briefwisseling met toenmalige gelovigen, die vaak in gewetensnood zaten en zich met vragen over - onder meer seksualiteit - tot de Bekkers wendden.
Het boek is erg informatief en rijk geïllustreerd dankzij de collectie van Peter Steffen die Bekkers van de wieg tot het graf heeft gevolgd en de auteurs Kees Hakvoort en Jan Walravens [niet aanwezig]. 
Dat dikke boek neemt niet de veronderstellingen uit de weg dat Bekkers die in 1966 overleed, nauwelijks deel nam aan het Vaticaans Concilie [1962-1965]. Dat kwam én door zijn gezondheid én doordat Bekkers met zijn dorpse achtergrond, liever in het Brabantse en zeker dichtbij zijn moeder wilde blijven. 

Bovendien verliet Bekkers zich op de deskundigheid van Nijmeegse professoren onder wie prof.Schillebeekx op zijn coadjutor Bluyssen én de bisschoppelijk secretaris Jan Reinhard. De Bossche, liever de Rooise bisschop, was niet erg gesteld op het rijke Romeinse/Vaticaanse vertoon van prelaten en de roomse tierelantijnen.  

De lezing over bisschop Bekkers op 7 mei 2006 in Galerie Achter de Kan.

De aankomst van emeritus-bisschop Bluijssen bij Galerie Achter de Kan met Gerard Rooijakkers. 
Mgr. Bluijsen met naast hem Rina van de Ven-Michels.  
foto's © gerard monté, 7 mei 2006.

 

Gerard Rooijakkers.
-foto's © gerard monté, 7 mei 2006.
In de pauze poseren de hoofdrolspelers bij de lezing over bisschop Bekkers in de tuin van Achter de Kan: vlnr emeritus-bisschop Johan Bluijssen, dr. Peter Nissen die Bluyssen interviewde, de auteur Kees Hakvoort, Gerard Rooijakkers en de verzamelaar Peter Steffen. 


 
Hierboven de mimieken en gelaatstrekken van mgr. Bluijssen tijdens het interview met hem door prof. Peter Nissen.
foto's © gerard monté, 7 mei 2006.

Hierboven het interview door prof. dr. Peter Nissen met mgr. drs. Johan Bluyssen. 

foto © gerard monté, 7 mei 2006.



Hierboven, vlnr Henk Langenhuijsen toont de dummy van het boek over Bekkers.
Emeritus-bisschop Bluijssen en Henk Langenhuijsen houden even pauze in de tuin van de Galerie in de Vughterstraat. 
foto © gerard monté, 7 mei 2006.

Aan de verschijning van het ‘Bekkersboek’ is vanaf 15 december 2006 ook een expositie in het Prentenkabinet in de Verwersstraat gekoppeld, dat de uitgave mede mogelijk heeft gemaakt. 

 

Terug naar boven