Dé Jeroen Boschexpositie in 1967 [voorpublicatie]

Printerversie
Gepubliceerd op: 02-11-2013 | Gewijzigd op: 11-05-2015
Op 16 september 1967 opende kroonprinses Beatrix met prins Claus de ooit grootste Jeroen Boschtentoonstelling ooit gehouden. Groots en grootste omdat er tientallen Jeroen Boschwerken, of naar Bosch hand gesuggereerde werken, konden worden geëxposeerd.* Dat gebeurde in het huidge BAM-gebouw in een tijd waarin deskundigen van nu noch een dergelijke verwerving van werken, noch een dergeljk onderkomen voor mogelijk zouden houden.
* Noot Rotterdam [1936] en Amsterdam [1958] waren de voorgangers van een Jeroen Boschtentoonstelling. 

Dagboek Bestuursvergaderingen
Over de aanloop naar de expositie verschijnt dinsdag 5 november 2013 het  'Journaal', zoals dat door Frenkens eerste echtgenote, Joke Leemans, in die dagen werd opgetekend aan de hand van Frenkens mondeling verslag van de bestuursvergaderingen van de stichting Jeroen Bosch Expositie. 

>>>Voor dagboek zie onderaan dit artikel.

Ton Frenken, de drijvende kracht achter de grootste expositie die Den Bosch ooit gehad heeft: de Jeroen Boschtentoonstelling van 1967, die 267.000 bezoekers trok.

Sponsoring

Het begrip sponsoring bestond nog niet echt in die dagen. De grote motoren achter deze expositie waren Ton Frenken en Alfred Olderaan. Met veel tact en energie wisten zij hun ambities te onderbouwen. Door bij de ene museumdirecteur te bluffen dat zij toezegging hadden over het ene werk van Bosch, wisten zij bij een ander museum opnieuw een meesterstuk van deze beroemde kunstenaar te verwerven.
Het begrip animator: wat dat betreft moet onderstreept worden dat de toenmalige burgemeester Rob Lambooy een enorme steun voor de initiatiefnemers is geweest. Lambooy kan nu terecht een burgemeester met culturele ambities worden genoemd. Daarover later en elders meer.
Steun ondervonden Frenken en Olderaan ook van de Provincie [commissaris Kortman] en van de PNEM, waarvan toen De Roy van Zuydewijn president directeur was en zitting nam in het stichtingsbestuur.
De expositie trok  267.000 [betalende] bezoekers. Hier en daar werd dat aantal overtrokken naar 275.000  en sommigen spraken zelfs van 300.000 bezoekers.

Dé  Jeroen Boschexpositie in 1967

Files voor toenmalig Noorbrabants Museum eerst in de Bethaniestraat later , langer en meer in de richting van de Hinthamerstraat.

foto's © frans kuijt , 16 september en 17 november 1967.

Beroemd werd de file van wachtenden om toegelaten te worden. De keu mensen liep volgens de een tot in de Hinthamerstraat, maar reikte volgens deze foto eerst nog tot aan de Hekellaan. Er waren dagen bij van 7.000 bezoekers. Op 21 oktober 1967 registreert de teller de 100.000ste bezoeker.

De entree was ondergebracht in een speciaal aangebouwde houten loods, die later [1985] de BLOS studio zou gaan huisvesten. Daarin was opgenomen de kaartcontrole en de garderobe. Echter in de eerste weken was de voorhal van de kerkzaal nog als garderobe ingericht.
Dit detail is slechts een van de aanpassingen. Dan spreken we nog niet over de verwarming en de veiligheidsaspecten.
Maar, zoals uit het onderzoek van auteur Gerrit van den Hoven blijkt, moesten er ook rechercheurs, bewakers en suppoosten in dienst worden genomen.

Rondleiding met koningin Juliana en bezichting van o.a. het schilderij Ecce Homo met Oyen [r] en Ton Frenken op de rug gezien. Rechts de aankomst en begroeting van koningin Julaina in het toenmalige Casino door Brabants Dagblad-hoofdredacteur Jan Oyen

Uitgeleende werken
Naar Den Bosch kwamen tien werken:
Bruiloft van Kanaän uit Boymans van Beuningen
Verzoeking van de heilige Antonius Prado Madrid
Aanbidding van het Kind Wallraf -Richartz museum Keulen
Aanbidding der Koningen St. Pieterskerk Anderlecht
Doornenkroning National Gallery London
Goochelaar Musée Municipal Saint Germain-en-Laye
Narrenschip Louvre Parijs
Laatste Oordeel Groeningenmuseum Brugge
Kruisdraging Kunsthistorisches Museum Wenen
Ecce Homo Museum of Fine Arts Boston.

Fotograaf Frans Kuit  [† 2011], die de vele foto's van de JB-tentoonstelling voor het Brabants Dagblad maakte.

foto © paul kriele, 25 juni 2008.

Koninklijke bezoeken
Nadat de kroonprinses de expositie op 16 september 1967 had geopend kwamen op 17 november 1967 ook koningin Juliana en prinses Margriet op bezoek.
Een apart hoofdstuk en even interessant gaat over bruiklenen. Dat moet nog uitgewerkt worden.

Ruzies
Behalve de eerder genoemde personen waren drs. Joep Naninck en drs. Jan Oyen, resp. eind- en hoofdredacteur van Het Huisgezin, de voorloper van het Brabants Dagblad, twee grote ondersteuners van dit initiatief. Het was de tijd waarin de krant gezag had en er van concurrentie op nieuwsgebied geen of nauwelijks sprake was. Oyen was bovendien hoofd van de commissie publiciteit.
De aanpak daarvan werd ook een heikel onderwerp, niet in het minst door de tegenstellingen binnen de commissie. Doorslaggevend was vaak de rol van de soms onder invloed van drank scheldende en foeterende Jan Oyen, wiens ideeën te vaak werden miskend.
Uit de notulen van de vergaderingen blijkt, dat 'een zomaar spontaan praten' op een scheldpartij. Oyen raakte geïrriteerd door de voortvarende aanpak van Ton Frenken en Alfred Olderaan. Mede daardoor werd het budget overschreden. Die emoties leidde op vrijdag 17 maart 1967 tot een escalatie. Dankzij het tactische optreden van voorzitter mr. Jacques De Roy van Zuydewijn 'werden de moeilijkheden opgelost'.

Publiciteit
Frenken reisde niet alleen een groot deel van de wereld af*. Vaak werd het in bruikleen vragen overgelaten aan ambassadeurs en collegae-museumdirecteuren van onder meer Boymans van Beuningen of het Rijksmuseum. Frenken verrichtte ook veel publiciteitswerk en stond interviews af aan nationale en internationale bladen enkranten.  In dat opzicht was Jan Oyen steeds een ondersteunende collega/ vriend van Frenken.
Op het eind van de expositie reisde Frenken wederom, dit keer, naar Amerika om in Philadephia een een paneel terug te bezorgen. Dat had ook te maken met zijn nieuwe plannen voor een Roussau-expositie.  zie verderop.
Maar er staat in het 'Journaal' ook bij: 'Vele bruikleengevers hebben toegestemd in verlenging'.
Op 23 september 1967, een week na de opening,  was al drie ton [Hfl.] aan inkomsten binnen.

Reizen van Frenken
In Uit het boek 'Bosch was hier'
 
Van de catalogus die parallel aan de expositie verscheen, waarin alle -mogelijk aan Jeroen Bosch toegeschreven werken staan vermeld en ale musea die iets van Bosch bezitten, kwam in oktober 1967 al de tweede en in november de derde druk uit.

.

-Rechts: Drs.Joep Naninck en midden drs.Jan Oyen, ind-en resp. hoofdredacteur, van het toenmalige Huisgezin [nu Brabants Dagblad]. Rechts Truus Naninck.
Oyen was lid van het algemeen comité en vice-voorzitter van de Stichting Jeroen Bosch.
-Boven:  De twee motoren achter de JB-expositie van 1967 Ton Frenken [l] en Alfred Olderaan.

foto © frans kuit, 16 september 1967


Frenken [*3 juli 1930] overleed op 1 december 2004.
Van Frenken staat een borstbeeld in de Bethaniestraat, naast het voormalige Noordbrabants Museum. 
Na liquidatie van de Stichting Jeroen Bosch, die Frenken met o.a. Wim Dik en de oud-burgemeester van Oirschot Jan Dosker, had opgericht, werd dit kunstwerk van Nel van Lith gerealiseerd.

   Het zo pas onthulde borstbeeld
van Ton Frenken.


foto © paul kriele, 21 juni 2008.

Zie ook de diverse artikelen op deze site door bij zoekfunctie Frenken in te typen.
bijv. Frenkens leven en werk  dd. 16 november 2008


Journaal van Bestuursvergadering stichting Jeroen Bosch Expositie 1967  opgetekend door Joke [Frenken-]Leemans

Joke Frenken-Leemans [*1932], de eerste echtgenote van Ton Frenken, maakte elke avond, eerst globaal en de dag erop uitvoerig, de notulen van de vergaderingen van de Bestuursverqadering van de –toenmalige- Stichting Jeroen Bosch op. Die stichting was in 1966 opgericht ter voorbereiding van een tentoonstelling met werken van Jheronimus Bosch in het Provinciaal Genootschap, zoals toen het Noord Brabants Museum heette. In dat gebouw in de Bethaniëstraat huist tegenwoordig de BAM.
Dat opschrijven deed Joke meestel onder een borrel, bij thuiskomst van een vermoeide, soms teleurgestelde en soms een optimistisch gestemde motor achter deze grootse expositie ooit in Den Bosch gehouden, haar echtgenoot mr. Ton Frenken.
Er werd wekelijks op wisselende adressen vergaderd. De vergadering werd voorgezeten door mr. Jacques de Roy van Zuydewijn. Penningmeester was Koos Slot en secretaris Joan Willems, conservator van het Provinciaal Genootschap.

Jan Oyen [met de portefeuille publiciteit] en Joep Naninck, beiden van het Brabants Dagblad, waren de leden. Gemma van de Griendt, die in die jaren huwde met Frans Kuit, de free-lancefotograaf bij het Brabants Dagblad, werd later de secretaresse. Ook Tineke Roosen wordt als secretaresse genoemd.

*Noot Slot
In een van de eerste vergaderingen kwam al de financiën ter sprake. Maar penningmeester Slot toonde zich tegen een commissie financiën.” Je hebt van nog meer mensen alleen maar last. Ik ga liever met tweeën er op uit dan weer een heleboel te moeten verantwoorden aan comités.’

Joke Leemans degene die in 1966/1967 de mondeling vertelde notulen van de Bestuursvergadering van de Stichting  Jeroen Bosch  omzette in een handgeschreven dagboek.

foto © paul kriele, 5 november 2013.

Financieel

Het budget voor deze expositie bedroeg eerst van 100.000 gulden ! En dat ging via 250.000 en 4 ton [30 december 1966] naar uiteindelijk [ januari 1967] naar 7 ton. Daarin was ook nog eens de verbouwing van -wat toen nog Provinciaal Genootschap werd genoemd- vervat.
Uit de notulen blijkt dat het Rijk een subsidie zou toekennen van Hfl. 50.000. Ook van de gemeente was subisidie toegezegd [notulen 22 maart 1967] van100.000 en van de provincie 168.000 gulden. Het Provinciaal Genootschap schonk 50.000 gulden  [Uit 'Bosch was hier'.]
In de aanloop naar de expositie [23 maart 1967] staat dat het Prins Bernhardfonds onder geen voorwaarden geld te verwachten. Later gaan Ton en Joan Willems [hoofd culturele Zaken van de provincie] bij het fonds op bezoek en weten alsnog een bedrag van 50.000 Hollandse guldens los te peuteren [notulen 4 april 1967].
Uit de catalogus blijkt dat naast de genoemde subsidiënten ook het Anjerfonds en tal van instellingen en bedrijven de expositie financieel hebben gesteund.
Het nieuwe boek 'Bosch was hier' meldt dat in de organisatie van de expositie 1.000.000 Hollandse guldens omging en dat er een winst resulteerde lager dan 400.000 gulden, aldus mr. Jacques de Roy van Zuydewijn. 
Maar uit het Journaal van Joke Leemans wordt dat aspect financiën niet echt duidelijk.

Toenmalig Heinekenmedewerker en student medicijnen, de latere huisarts dr. Harrie Damen, heeft met de exploitatie van de garderobe en de horeca zijn studie weten te betalen. [info Harry Damen].
Damen moest een lening sluiten om de pachtprijs van 1000 gulden te kunnen bekostigen [uit 'Bosch was hier'].

‘Journaal op bed’

Door die vermoeidheid van Ton Frenken gebeurde het vaak dat de notulen ‘op bed’ werden vastgelegd. Joke maakte die aantekeningen, meer was het niet, voorlopig op de rand van de krant, zoals ze vertelde en schreef later dat ‘Journaal’ - nog steeds met de hand- op grote vellen papier uit.

De vergaderingen bestrijken de periode van november van 28 november 1966 tot en met vrijdag 17 maart 1967, tenminste zoals de aantekeningen aangeven.

Ton Frenken [1930-2004]
Frans Kuit heeft over Ton Frenken geen goed woord over.
‘Ton Frenken kon in het geheel niet delegeren. Het lijkt een tegenstelling, maar Frenken liet veel werk over aan zijn intendanten Harry Damen en Alfred Olderaan .
Joke Leemans: ’Ton was de motor achter die expo. Dat komt ook omdat hij niet kon delegeren. Daarom heeft hijzelf het meeste werk verzet.
Door te bluffen heeft hij de schilderijen van Jeroen Bosch binnengehaald. Dat is iets wat ze in Den Bosch niet kunnen: bluffen. ‘

Frans Kuit [1936-2011]
‘De tentoonstelling was het werk van Ton Frenken en Alfred Olderaan.
Bij 55.000 bezoekers en een begroting van 7 ton [Hollandse guldens] inclusief de verbouwing van, wat toen nog het Provinciaal Genootschap heette, zouden ze quitte spelen. Dat geschatte aantal van 55.000 bezoekers werd vijf maal overschreden en kwam uit op 275.000*. De hele stad stond op zijn kop. Ze kwamen uit Amerika en Oost-Duitsland en Japan, overal vandaan.' 
Dat aantal werd 276.000 [redactie] 

Jan Oyen [1921-1996]

Frans Kuit: 'De idee voor een Jeroen Boschtentoonstelling is op 8 oktober 1966, mijn verjaardag, diezelfde avond ontstaan.** Op die dag werd het Jeroen Boschhuis, nu de Muzerije, geopend. Daar vroeg ik Jan Oyen om ’s avonds een borrel te komen drinken. Oyen kwam daar met dat idee van een tentoonstelling over Jeroen Bosch. Het was een prima hoofdredacteur, maar voor sommigen door zijn nukkig karakter een nare vent.’

**Auteur van 'Bosch was hier', Gerrit van den Hoven, laat in het midden uit wiens brein de idee voor een JB-expo kwam.

Oyen had -zeker als hem een vergadering was gepasseerd met gemopper- de eigenaardigheid,  Ton 's nachts om 4 uur op te bellen en dan al tierend en razend zijn emoties te uiten. [notulen 17 maart 1967]

Leo Roosen
’Leo Roosen*, de directeur van het Provinciaal Genootschap was niet echt een organisator daar bij het Provinciaal Genootschap, aldus Bruens. Hij was meer een boekhoud type. ‘ Maar volgens de notulen [februari 1967] claimde hij wel alsof het Provinciaal Genootschap de JB-tentoonstelling organiseerde...
'Ton wil huurder worden  van het Provinciaal Genootschap' [21 april 1967] .
Later is Roosen min of meer opzij geschoven om Ton Frenken de volledige verantwoordelijkheid van de tentoonstelling te kunnen geven.

* Joke Leemans spelde Leo en Tineke Roosen steeds als Rozen.

Data gesprekken
Gesprekken gevoerd met Joke Leemans o.a. op dinsdagavond 15 januari 2008 om het originele manuscript op te halen.
En met Frans Kuit op 15 januari 2008 om foto’s over te nemen. In de maanden daarop volgend werden gesprekken gevoerd met huisarts Harry Damen, voormalig VVV-directeur Jan Bruens, Jan van Laarhoven [voormalig dir.Noordbrabants Museum] , voormalig bestuurslid JB-stichting Jan Dosker en nog onder meer met  Harry Verwiel [Provinciaal Genootschap].

Inrichting 'museumgebouw'
Aanvankelijk werd de inrichting en opzet van de tentoonstelling aan Dick Elffers,  die bekend stond als een vermaard architect en kunstenaar, overgelaten. Maar al gauw zo bleek [notulen 8 maart 1967] dat diens ideeën lijnrecht stonden tegenover wat Ton Frenken en Alfred Olderaan er van verwachtten. 
Diens idee was binnenruimten te creëren en overal schuine schotten te plaatsen. Die binnenruimten moesten een intimiteit  aan de bezoeker bieden. Het publiek kon door dat idee een gezellige wandeltocht maken.
Lijnrecht stond dit op hoe Ton er over dacht, namelijk open ruimten en alles recht op elkaar. Dat had Ton ook met diens broer Jacques kort gesloten.
Uiteindelijk werd er zelfs over gedacht afscheid van Elffers te nemen.
Verderop in de notulen blijkt dat Elffers, die ze hiermet Bossche amateurs te maken te hebben,  geheel aan de invloed van Ton en Alfred toegeeft en hun visie accepteert. Overigens had Elfers een salaris gevraagd  tussen de Hfl.  6.700 en 10.000.
Ton vindt  de vrijblijvende manier van werken van Elffers te estetisch. De opzet is al ingedeeld in thema's dus van een vrije inrichting kan geen sprake zijn. Met aspecten van verlichting, veiligheid en warmte en vochtregulering dient rekening gehouden te worden, aldus Ton.
Elffers gaat [eind apri1967] overstag en volgt de plannen van Ton en Alfred.

Bruiklenen
In april1967 wordt 'de stand' opgemaakt van wat te verwachten viel: 18 authentieke panelen, 12 belangrijke werken en 16 tekeningen.
Spanje beter gezegd de Spanjaarden, '..dat kontakt ligt moeilijk en moeizaam. Het gaat er daar zo conventioneel aan toe.
Voorzichtigheid en bescheidenheid zijn er geboden,' schrijft Joke Leemans 13 maart 1967. Het is een moeilijk land om iets lost te krijgen.'' 
Opmerking
Van de heden ten dage circa 24 aan Bosch toegeschreven werken, wordt van een groot aantal getwijfeld of ze van de hand van Jeroen zelve zijn. Steeds meer werken krijgen het etiket 'uit het atelier van Jeroen Bosch' of  zelfs van 'volgers'.
Deze nog actuelere constateringen volgen uit het onderzoek  van het Bosch Research and Development team. 
In de jaren 60 en70 van de vorige eeuw werden er zelfs 40-45 werken aan Jeroen Bosch toegeschreven. 

Zie artikel Over onderzoek in Noordbrabants Mseum door BRD team dd 23 oktober 2013,  of Jeroen Boschonderzoekers op Spaanse tv  dd. 26 februari 2012. 

Burgemeester Ton Rombouts heeft in de wandelgangen laten blijken dat zijn inschatting is dat er in 2016  mogelijk 12 werken naar 's-Hertogenbosch komen.

Kunstenaar Domien van Gent [Hoofd Tentoonstellingsdienst Provinciaal Genootschap] [1917-1979]
Intussen werd tijdens een vergadering van het Provinciaal Genootschap [dinsdag 20 maart 1967] aan de positie van een andere broer van Ton, de later vermaarde en creatieve en even eigenzinnige Domien van Gent,  getrokken. Maar dat liep -voorlopig- goed af. Kort erop werd diens positie nog eens doorgenomen met Jean Leerling [Van Abbe museum] en mr. Hein Bergé nav de opzet van 'De dienst  van Domien' en een expositie van moderne schilderijen [8 april 1967] door Domien te organiseren.

Kunstenaar, recensent, kritikaster
Domien van Gent. *5 september 1917 † 17 maart 1979.
Drie broers van Ton Frenken vlnr Jacques, Maarten, NN en
rechts Henk.
Ton en Marc zijn overleden
.

foto © paul kriele, 12 december 2013.

Joke Frenken-Leemans
Joke [* 1932] en Ton kregen vijf kinderen, te weten Jet, Pieter, Maartje, Jasper en Bas.
Joke:’ Binnen 6,5 jaar kwamen er 5 kinderen. Ik had het erg druk en was aan huis gekluisterd.’

‘Ton, die een goed verteller was, moest vaak laat ’s avonds zijn ei kwijt. Voordat ie zijn verhaal kon doen, at hij apart. We dronken dan een borreltje of zo en hij vertelde zijn belevenissen die ik op de rand van de krant schreef.
De volgende morgen, als Ton weer naar zijn werk was, schreef ik die aantekeningen uit. Op die manier heb ik een dagboek bij gehouden.
Ton werkte in die jaren onder meer als docent Staatsinrichting aan de Eindhovense Pedagogische Akademie. Maar hoe verder de tijd verstreek en de voorbereidingen voor de expositie complexer werden, heeft hij – met instemming van directeur Van Leeuwen - heel wat lessen laten schieten. Uit de notulen blijkt dat Ton van september  t/m december 1967 onbetaald verlof kreeg.

Joke vertelt dat de geschiedenis met Ton Frenken een navrante achtergrond heeft.
Mijn broer Peter [*1938], die leraar was in Boxtel, overleed in 1978 op 40-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Het gekke is dat mijn man met de weduwe van Peter [Annemieke Sopers] is getrouwd. Ik ben toen gescheiden van Ton.
‘Da’s natuurlijk een echte familieroddel,’ zegt Joke. ‘De vrouw van mijn broer trouwt met mijn man…’

Frappante anekdoten  van Joke Leemans
Er valt over die vergaderingen, die vaak ook in intriges en teleurstellingen eindigden, tal van anekdoten te verhalen zoals het feit dat de latere huisarts Harry Damen er zijn studie medicijnen uit haalde. Harry was de beheerder van de garderobe en de toiletten. Die accommodatie was in een aangebouwde barak [latere BLOS-studio], naast de middel eeuwse oude Jacobkerk, ondergebracht.

Overigens kwam dit ´paviljoen´er pas in de derde week van de tentoonstelling.
Dat lezen we in de notulen van 30 september 1967.
Dat paviljoen, naar idee van architect Joop Pruyn, werd binnen vijf dagen tijd gebouwd door aannemer Van der Linden uit Sint Michielsgestel

Voor het eerst in het vliegtuig
Ton en Joke Frenken hebben een paar reisjes gemaakt met het vliegtuig. Doel was schilderijen los te krijgen uit gerenommeerde musea.
Eind februari 1967 reizen ze naar Venetië en Milaan. Voor hen was deze eerste keer een ervaring met tal van ´nieuwigheden´, die Joke kinderlijk beschrijft.

´Voor Ton was het een gespannen zending. Gewichtig´, zoals haar man die reis ervoer,´ schrijft Joke. Haar man wilde bij het raampje zitten want ´..we konden het niet over ons hart verkrijgen om op zo´n ongewoon moment van ons leven een gewone krant te gaan zitten lezen.´
Zij beschrijft de steeds kleiner wordende wereld onder hen. ´Dat gekriebel van autootjes, watertjes en huisjes. Je bent zelf in de wolken van de Lieve Heer uit prentjes van vroeger. Meteen, zo gauw als het vliegtuig hoger gaat, beginnen we het leven van daar beneden na te apen met allerlei kleine hapjes, vorkjes en lepeltjes en alles in builtjes suiker, peper en melkpoeder, die voorhen werden neergezet.
Als al die vastigheid op is mag je gaan drinken met volle teugen, slap en sterk. Helaas hier in de lucht gelden afstanden niet.´

Expo Roussau
Ook een verhaal, dat zeker verbazing zal wekken, is dat Frenken een paar ton aan die tentoonstelling heeft overgehouden. Dat bedrag wilde hij bestemmen voor een expositie over Roussau. Daarvoor was hij zich begin december 1967 met zijn vrouw Joke in Amerika gaan oriënteren. ´We hebben met inzet van al onze krachten geprobeerd op de hoogte te geraken van wat daar op gebied van kunst te doen is.
Door bezoek aan musea, galeries en kunstzaken maar ook op wat op dit gebied leeft in Amerika. Er is daar weer alles het beste tot en met het slechtste en alle variaties daar tussen in.

Intussen begon Tons idee om een Roussau tentoonstelling te maken groter en groter te worden ….´







Terug naar boven