Zoeken
30 maanden tegen failliete zakenman Albert Janssen
Printerversie |
Tegen de in 2009 failliet gegane zakenman Albert Janssen* is vandaag - 8 december 2010 -in het Paleis van Justitie dertig maanden - onvoorwaardelijk -geëist. Janssen wordt beschuldigd van van fraude met geld uit zijn bv's die in 2007-2009 failliet gingen. Ook staat hij bij de fiscus voor € 2 miljoen en bij andere schuldeisers voor €1,5 miljoen in het krijt.
De raadsvrouwe van de flamboyante zakenman Janssen is van mening dat het Openbaar Ministerie door grove schending en veronachtzaming van de rechten van de verdachte Janssen niet meer in haar vervolging kan worden ontvangen. Met dit niet - ontvankelijkheidsverweer -begon de Amsterdamse advocaat de zitting rond de verdachte zakenman die er met zijn kledinglijn, herenmodezaak en herensociëteit een nogal dandy-achtig leven op nahield.
Bovendien trachtte Vroegh- subsidiar -aan te geven dat de ten laste gelegde feiten een nogal gekleurd beeld geven van het zakendoen van Janssen en subjectief zijn. De advocaat is primair van mening dat het Openbaar Ministerie het recht heeft verspeeld om cliënt te vervolgen.
*zie Noot onderaan artikel
![]() | ![]() |
Zakenman Albert Janssen . foto © paul kriele, 22 september 2010. | Raadsvrouwe Esther Vroegh . |
Janssen die kantoor [Sellform] hield aan de Koninginnelaan en de heren-kledinglijn Aja voerde, zat ruim drie maanden in voorlopige hechtenis [einde op 14 juli 2010], een periode die hij in beperking moest doorbrengen. In een regiezitting op 22 september j.l. kreeg hij wel zijn paspoort terug, maar moest zich om de drie weken melden bij de reclassering.
begripsverwarring
De verdediging heeft de indruk, en met haar diverse fiscalisten en accountants, dat er spraakverwarring bestaat over boekhoudkundige en fiscale begrippen en de strafrechtelijke relevantie daarvan. Uw Rechtbank heeft tijdens de regiezitting gesteld dat het verwijt aan cliënt betreft faillissementsfraude en niet een fiscaal delict. Maar om te kunnen vaststellen of er wettig en overtuigend sprake is van faillissementsfraude, is wel vereist dat men zicht heeft op fiscale constructies en terminologie.
Vroegh stelde de stringente voorwaarden aan Janssen opgelegd, aan de kaak en suggeeerde dat het OM voor een vluchtgedrag vreesde.
Hierna volgde een reeks van transacties en het noemen van het zakenverkeer mbt verdachteJanssen, die Vroegh als volgt samenvatte:
1. Alle verweten handelingen zijn door cliënt uitgevoerd ten behoeve van de voortgang van zijn ondernemingen en het garanderen van de werkgelegenheid, dus een exclusief bedrijfseconomisch motief;
2. Cliënt heeft de akte van cessie, de overeenkomst met Dutch Banking Partners en alle overige handelingen geïnitieerd op advies en begeleiding van gerenommeerde accountantskantoren, te weten Witlox Advies, ondersteund door fiscale advocaten en adviseurs;
3. De overdrachten etc. hebben plaatsgevonden conform de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek;
4. Van verwijtbare onttrekkingen, valsheid in geschrifte en benadeling van schuldeisers is geen sprake.
Op grond van dit pleidooi vroeg de Amsterdamse advocaat -Esther Vroegh - om vrijspraak.
De rechter eiste tegen Albert Janssen 30 maanden onvoorwaardelijk gevangenisstraf. Vroegh vindt dat Janssen wordt behandeld als een crimineel die bewust het faillissement van zijn zaken nastreefde om zich daarmee te verrijken.
Uitspraak over 14 dagen.
* Noot executieverkoop Janssen zie artikel Executieverkoop dd. 10 juli 2008 .
Terug naar boven