Bekende &vooraanstaande Bosschenaren in eerste telefoonboek van 1915

Printerversie
Gepubliceerd op: 05-01-2018 | Gewijzigd op: 17-09-2022

Het Brabants Dagblad pakte op 26-01-2018 onderstaand artikel op, maar dan wel verpakt in het Vincentius'  Boekenbeursverhaal, de beurs die  in januari 2018 wordt gehouden. 
 
In 1915 verscheen het eerste  landelijke telefoonboek* met daarin o.a.  ’s-Hertogenbosch, Orthen, Vught en Rosmalen. In de Bossche* lijst van –globaal- 600 namen komen uiteraard rijke en ook, door hun functie, belangrijke Bosschenaren in voor.
Zoals naast huisartsen, tandartsen en apotheken, hoteliers, notarissen en fabrikanten, onder wie Goulmy, De Gruyter,  kolenhandel Van Boekel, houthandel Appel en Elias van de schoenfabriek van den Bergh en de directie van de koffiefabriek Sweens en de krant van Lutkie en die van Teulings.
*Dit telefoonboek was in 1989 een
heruitgave van dat van januari 1915
door Drukkerij Van Boekhoven-Bosch bv.
Het telefoonboek van 1915 dat ‘Naamlijst voor den Telefoondienst’ heette, kwam van het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie.

De abonnees hadden een telefoonnummer dat niet meer dan drie cijfers besloeg.
..........................................................................
Ver vóór de Tweede Wereldoorlog staan er de namen in van Joodse inwoners onder wie Max Cahen, de slagers Huisman en Heijmans, de huisartsen dr. Salomon Daniëls en dr. Freerichs, Joseph  Diependaal van de synagoge en Lewin van de capsulefabriek,
En van de vooraanstaande Bosschenaren onder meer  barones Hugenpoth en baron Van Hövell tot Westerflier, Rouppe van de Voort en de Van Lanschots.
 
-Boven: Overgrootvader van Bob van Boekel  Jan van Boekel
*1855  † 1935 van de kolenhandel op de Zuid-Willemsvaart zit 
aan de telefoon [*1907].
Het toestel [rechts] is uitgerust met een slinger om
naar de telefooncentrale te kunnen bellen en een extra oorphoontje
.
 
Dus veel namen die door overlijden en verhuizing [bijv.naar  Vught]  zijn verdwenen uit de Bossche burgerlijke stand.
De vraag is of er, na ruim honderd jaar, nog langer ‘Gele gidsen’ en telefoonboeken zullen verschijnen.... .

Opmerking: Eerste Telefooncentrale/ op dak C&A
Bij ouderen is nog bekend dat de telefooncentrale van de PTT, district Noord-Brabant, gevestigd was in de Prins Bernhardstraat. Daar zaten ook de telefonisten die voor de gewenste verbinding zorgden.

Maar vóór die tijd -de jaren eind 19e eeuw en begin 20ste eeuw- bezat nog de fa.Ribbink & Co en van Bork & Co de telefoondienst,die later overging naar het staatsbedrijf der PTT.
De centrale van Ribbink en Van Bork zat in het pand, waar voorheen C&A was gevestigd  Dat was nog in de tijd van de Stadswaag toen op de bovenetages het museum van het Provinciaal Genootschap daar huisde. Die centrale was herkenbaar aan een torentje op het dak.
Volgens de boekjes 'Wij waren nog stadje' [deel 1]  van Kees Spierings en ' 's-Hertogenbosch in oude ansichten' [deel 1]  van G.F.F.M Dorenbosch en Kees Spierings, is die centrale en dat torentje in 1886 aangelegd. De volksmond noemde het torentje 'de Eiffeltoren'.
Markt
Telefooncentrale in pand
waar vroeger C&A was gevestigd
.

© archieffoto
.......................................................................
Korte voorgeschiedenis van toekkening concessie voor telefooncentrale/ aanleg geleidingen

Het was aanvankelijk de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij Amsterdam, die [per 9 januari 1885 /vlg. raadsbesluit] een aanvraag voor een consessie indiende. Zij had al in in Amsterdam,Rotterdam, Utrecht en Arnhem  door haar langer bestaan haar sporen  verdiend, maar wel met de duurste tarieven. Zonder hoofdelijke stemming  werd besloten haar die concessie te verlenen tot het aanleggen en de exploitatie van telefoongeleidingen. Overigens deed dat ook [vlg. raadsbesluit  dd.3 juni 1885] jhr. mr. J.M.J. de Gier en J.A.H. van Rijckevorsel.

De beslissing over de aanvraag door Ribbink en Bork en Co [Amsterdam], volgens brief dd. 26 juni 1885, werd aangehouden [raadsbesluit dd. 4 juni 1885].
Op 29 jnauari 1886 besluit de gemeenteraad  de onderhandeling met Bell af te breken vanwege de hoge prijs en de weigering van Bell de aanleg zonder verbinding met andere gemeenten te doen en de raad  besluit in overleg te treden met Ribbink en Van Bork en Co te Amsterdam.

Op 8 juni 1886 [datum raadsbesluit] is de achterbouw van het centraal politiebureau [naast de Paternnoster,pk]  aangewezen om daarop een houten  stelling te plaatsen tot het bevestigen van  draden voor den telephoodienst. [Er staat  bij dat dit gebouwtje de Eiffeltoren werd genoemd].

Op 26 juni 1886 [raadsbesluit] werd overeenkomst gesloten met Ribbink en van Bork en Co van telefoongeleidingen [er wordt wisselend gesproken van electriciteitsgeleidingen] tbv de gemeentelijke waterleiding tussen bureaulokaal en machinelokaal en machinistenwoning.

In 1887 onder no. 7 wordt ter tafel  gebracht een brief van de fa.Ribbink en Van Bork en Co van 22 januari 1887 die een declaratie in zendt voor 9/10e gedeelte van de aannemingsom voor de aanleg van electriciteitsgeleidingen in de gemeente ten bedrage van Hfl. 3617,55..

Het 'dure' Bell kreeg overigens wel in Amsterdam een licensie. Daar werd al in 1881 een telefoonboek uitgebracht.

 

Het Brabants Dagblad  kwam veertien dagen later, op 25-1-2018, met een gelijksoortig verhaal, maar dan verpakt in Vincentius'boekenbeurs' waar dit telefoonboek ook aanwezig is. Zoek in het BD,  dd. 25012018. 'Naamlijst voor den Telefoondienst'. 









 

Terug naar boven