Zoeken
Historiserende voorgevelverandering panden op Markt nooit doorgegaan..
Printerversie |
Oorlog voorkomt historiserende voorgevelverandering van Marktpanden In het boek over de Bossche stadsarchitect Piet van Kessel onthult de auteur Theo Hoogbergen een feit dat tot nu toe onbekend is gebleven.
............... | .................... |
Stadsarchitect Piet van Kessel [*1895 †1970] had een meer dan ambtelijke relatie met burgemeester Frans van Lanschot. .................................................................................. |
Het was Frans van Lanschot [*1875 †1949], die met de idee kwam voor een gevelaanpassing van de panden aan de Markt... .......................................................................................... |
Voorgevels Markt terug naar 17e eeuw
Van Kessel goed bevriend met de toenmalige burgemeester Frans van Lanschot, nam kort voor de oorlogsjaren 40-45 het plan over om voor alle marktpanden een gevel uit de 16e eeuw te bouwen. Dat idee was afgekeken van Brussel, waar de gemeente de gevels had onteigend. Daardoor, zo redeneerde Van Lanschot, kwamen die gevels onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.
Zo kon Van Lanschot tot meerdere eer en glorie van zichzelf goede sier maken. De stad was er n.l. cultureel en economisch op achteruit gegaan. Dat plan, waar ook de restauratiearchitect van de Sint Jan H. van Heeswijk achter stond, werd op 16 april 1941 door Van Lanschot, kort voor zijn pensioen, nog eens onder de aandacht van beider heren gebracht. Van Kessel, die de Markt maar ‘rommelig’ vond, zag in de uitvoering van het plan’ een heropleving van de stad.
De gevels op de Markt zoals Piet van Kessel die in zijn Idee-schets zag. ............................................................. |
Van Kessel, so wie so al een goed tekenaar, die op elke detail lette, maakte een tekenboek van alle panden op de Markt, inclusief het stadhuis, uitgevoerd met een laat middel eeuwse gevel.
Op 7 juli 1941 werd Van Kessel, adjunct-directeur van Gemeente Werken benoemd ot stadsarchitect, een promotie die hij aan zijn vriend Van Lanschot te danken had. Maar zomer 1941 was ook het moment waarop Van Lanschot afscheid nam. Van Kessel schonk hem bij ‘dat emotioneel moment een origineel geschenk.
Aan die grandioze ontwerpen ging een inleiding vooraf, verluchtigd met zelf getekende miniaturen van hoofdletters,’ zo schrijft verder auteur Theo Hoogbergen. Waarom het plan niet is uitgevoerd, daar zoekt Van Hoogbergen ook de reden naar: of de oorlog stak daar een stokje voor, of de bijna 66-jarige Van Lanschot schrok bij de gedachten aan de kosten en mogelijk te nemen procedures en regels. Maar hij voelde zeker aan dat de gemeenteraad en de wethouders niet akkoord zouden gaan. Het boek bevindt zich in het persoonlijk archief van Piet van Kessel, waar het volgens het verzoek van Frans van Lanschot, dat hij op zijn sterfbed in 1949 aan zijn echtgenote deed, is teruggekeerd.
Het plan is nooit meer in de openbaarheid gekomen, tot het verschijnen van dit boek over Piet van Kessel, de Bossche stadsarchitect. Die na vijftig jaar, dankzij dr. Theo Hoogbergen, uit de vergetelheid is gehaald.
Bericht van 15 november 2017 Boek van stadsarchitete Piet van Kessel [1895-1970].
Zondag 19 november 2017 verschijnt het boek over stadsarchitect Piet van Kessel, de auteur is Theo Hoogbergen.
Na de lagere school en de ULO werkte Piet in Wijchen bii het timmerbedrijf van zijn vader. Daarna was hij tekenaar en uitvoerder bij uiteelopende architecten in Nijmegen en Den Haag in welke tijd hij diverse teken-en bouwkunde diploma’s behaalde. Ook was hij kort in dienst bij architect Valk in de tijd van de bouw van de Bartjeskerk op de Graafseweg. In 1923 volgde zijn aanstelling tot technisch tekenaar bij de gemeente Den Bosch. De aanstelling was een ‘compromis’, Van Kessel diende bij de bouw afzonderlijk in een bouwkeet op het rerrien zijn plannen samen met architect Hein de Graaf te maken.
Stadsarchitect Piet van Kessel *Wijchen 28 augustus 1895 † Den Bosch, 29 april 1970. .................................................................. |
De Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht [KTA] was zijn eerste grote project in de stad.Het U-vormige gebouw, dat kenmerken vertoont van de Amsterdamse School werd in 1927 door prins Hendrik officieel geopend.
In 1929 begint Van Kessel met zijn ontwerp voor de veemarkt in het Veemarktkwartier. Dat werk rondde hij in1931 af. Een degelijk besloten complex, zo buiten de stad gelegen, baarde opzien. Men vond de hallenstructuur en de verspreid liggende voorzieningen, zoals restaurant- en ontvangstruimte, de bank en bedrijfs - en woonruimten, merkwaardig. Markant is de toren die de langgerekte voorgevel doorbreekt. Er staat sedert de ombouw tot Congrescentrum in neonletters 1931 op.
Wolvenhoek Het voormalige Belastingkantoor later RWS en tegenwoordig deel van het Stadskantoor in de Wolvenhoek. ........................................................ |
|
De in 1931 gebouwde Veemarkt die officieel in 1932 door koningin Wilhelmina werd geopend. |
In 1936 ontwierp hij zowel een nieuwe secretarie aan Achter het Stadhuis als een eigen woonhuis op de Graafseweg 243. Het pand werd in vakkringen gekenmerkt als een meer functioneel dan een esthetisch gebouwd huis.
-Links: De voormalige Secretarie en archief van de gemeente in Achter het Stadhuis. Vanaf 2004 staat er het Bestuurscentrum. |
|
-Rechts: Kapelaan Koopmansplein, waar in 1923 de KTA [Kunst, Techniek en Ambacht] werd gebouwd. Later zijn daar de Ambachtschool en de MTS en HTS voortgekomen. © archieffoto's |
Een ander aspect van Piet van Kessel is het restaureren van monumenten. In 1941 werd naar ideeën van de architect op een even deskundige als grondige manier het Refugiehuis op de Spinhuiswal aangepakt. In deze reeks passen ook het Kruithuis, Stadhuis en De Dry Hamerkens in de Hinthamerstraat en huize De Put in het Tweede Korenstraatje .
Hinthamerstraat 57 De Dry Hamerckens. foto © paul kriele, 26 oktober 2017. .................................................... |
Na-oorlogse tijd
In de wederopbouwjaren van na de oorlog was Van Kessel betrokken bij de restauratie van de door de oorlog zwaar gehavende Wilhelminabrug. Daar werd samen met de kunstenaar Frans van der Burgt op de de vier pilonen de geschiedenis van de stad uitgebeeld.
Stationsweg De kort na de Tweede Wereldoorlog gerestaureerde Wilhelminabrug met kunstwerken van Frans van der Burgt. ............................................................................... |
. |
In 1967 werd HermanTeering – na een inwerkperiode- tot opvolger van Piet van Kessel als restauratie-architect van de St. Jan benoemd.
Ook van zijn hand is de restauratie van het poortgebouw van de Zusters van de Orthenpoort [o.a. Oeteldonks GeminteMuzejum] en het ontwerp van stadion de Vliert en bijgebouwen [CILG] in 1951.
Poortgebouw van de Zusters van de Orthenpoort, waar tegenwoordig het Oeteldonks Geminte Muzejum is gehuisvest. ..................................................................................... |
In 1952 volgde de eerste structuurplannen: verkeersafwikkeling voor het Brugplein met onder meer een rotonde en het Structuurplan van 1964, dat feitelijk een verkeersplan was, maar dat tot geluk van de stad in 1969 na veel kritiek onder leiding van burgemeester Gerrit van de Ven werd ingetrokken Het werd in1969 vervangen werd door het ‘ Integraal Binnenstadplan’. Met die beslissing verviel ook de voorgenomen plannen voor demping van de Binnendieze, hoewel daar niet expliciet over werd gesproken.
Provinciehuis uit binnenstad verjaagd Wat ook niet door ging was de bouw van een imposant provinciehuis in de binnenstad. Eerst was dat gepland in de Waterstraat, waaraan de parkeergarage Wolvenhoek met de bijnaam ‘De Kuil‘ nog herinnert en vervolgens aan de Zuidwal ter hoogte van het zwaar gebombardeerde Voldersstraatje, waar tegen veel bezwaren rezen. Totdat uiteindelijk voor de locatie Zuid werd gekozen, waar het 70 meter hoge Provinciehuis van de Rotterdamse architect Maaskant verrees.
Zo zag het gebied -meer een volksbuurt - rondom de Bethaniëstraat er vóór 1935 uit. © archieffoto's |
|
Op de plek van de volksbuurt, kerkhof en oude kloosters kwamen medio twintiger jaren de villa's lanszij de Bethaniëstraat en in de Mgr. Prinsenstraat het St Jacobshofje. |
Piet van Kessel was ook de ontwerper van het houten stadje dat bij het 750-jarig bestaan van ’s-Hertogenbosch in 1935 in de Casinotuin door aannemer Drijvers werd opgezet, compleet met raadhuis en [DG-]winkel en terrassen.
In het kader van de wederopbouw gaf de architect cursussen bij het herstel van door oorlogsschade getroffen katholieke kerken. Uit die cursussen is later het begrip Bossche School voortgekomen.
Voor zijn verdiensten werd de –ook- reislustige Van Kessel benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau [vanwege zijn verdiensten voor de stad] en tot ridder in de Orde van Sint Sylvester [vanwege zijn verdiensten voor de Sint Jan].
In zijn pensioen had Van Kessel, die zich aansloot bij de Bond van Nederlandse Architecten, bij de Algemene Katholieke Kunstenaars Vereniging en bij het Sint Bernulphusgilde, de hobby’s tekenen en reizen.
Terug naar boven