Historiserende voorgevelverandering panden op Markt nooit doorgegaan..

Printerversie
Gepubliceerd op: 17-12-2017 | Gewijzigd op: 16-07-2019
Oorlog voorkomt historiserende voorgevelverandering van Marktpanden  In het boek over de Bossche stadsarchitect Piet van Kessel onthult de auteur Theo Hoogbergen een feit dat tot nu toe onbekend is gebleven. 
............... ....................
Stadsarchitect Piet van Kessel [*1895 1970]
had 
een meer dan ambtelijke relatie
met burgemeester Frans van Lanschot.
..................................................................................
Het was Frans van Lanschot [*1875 1949],
die met de idee kwam voor een gevelaanpassing
van de panden aan de Markt...

..........................................................................................

Voorgevels Markt terug naar 17e eeuw
Van Kessel goed bevriend met de toenmalige burgemeester Frans van Lanschot,  nam kort voor de oorlogsjaren 40-45 het plan over om voor alle marktpanden een gevel uit de 16e eeuw te bouwen. Dat idee was afgekeken van Brussel, waar de gemeente de gevels had onteigend. Daardoor, zo redeneerde Van Lanschot,  kwamen die gevels onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.
Zo kon Van Lanschot  tot meerdere eer en glorie van zichzelf goede sier maken. De stad was er n.l. cultureel en economisch op achteruit gegaan. Dat plan, waar ook de restauratiearchitect van de Sint Jan H. van Heeswijk achter stond, werd op 16 april 1941 door Van Lanschot, kort voor zijn pensioen, nog eens onder de aandacht van beider heren gebracht. Van Kessel, die de Markt maar ‘rommelig’ vond, zag in de uitvoering van het plan’ een heropleving van de stad.
 
De gevels op de Markt zoals Piet
van Kessel die in zijn Idee-schets zag.

.............................................................
 

Van Kessel, so wie so al een goed tekenaar, die op elke detail lette, maakte een tekenboek van alle panden op de Markt, inclusief het stadhuis,  uitgevoerd met een laat middel eeuwse gevel.
Op 7 juli 1941 werd Van Kessel, adjunct-directeur van Gemeente Werken benoemd  ot stadsarchitect, een promotie die hij aan zijn vriend Van Lanschot te danken had. Maar zomer 1941 was ook het moment waarop Van Lanschot afscheid nam. Van Kessel schonk hem bij ‘dat emotioneel moment een origineel geschenk.
Aan die grandioze ontwerpen ging een inleiding vooraf, verluchtigd met zelf getekende miniaturen van hoofdletters,’ zo schrijft verder auteur Theo Hoogbergen. Waarom het plan niet is uitgevoerd, daar zoekt Van Hoogbergen ook de reden naar: of de oorlog stak daar een stokje voor, of de bijna  66-jarige Van Lanschot  schrok bij de gedachten aan de kosten en mogelijk te nemen procedures en regels. Maar hij voelde zeker aan dat de gemeenteraad en de wethouders niet akkoord zouden gaan. Het boek bevindt zich in het persoonlijk archief van Piet van Kessel, waar het volgens het verzoek van Frans van Lanschot, dat hij op zijn sterfbed in 1949 aan zijn echtgenote deed, is teruggekeerd.
Het plan is nooit meer in de openbaarheid gekomen, tot het verschijnen van dit boek over Piet van Kessel, de Bossche stadsarchitect. Die na vijftig jaar, dankzij dr. Theo Hoogbergen, uit de vergetelheid is gehaald.
Bericht van 15 november 2017  Boek van stadsarchitete Piet van Kessel [1895-1970].
Zondag 19 november 2017 verschijnt het boek over stadsarchitect Piet van Kessel, de auteur is Theo Hoogbergen.

Na de lagere school en de ULO werkte Piet in Wijchen bii het timmerbedrijf van zijn vader. Daarna was hij tekenaar  en uitvoerder bij uiteelopende architecten in Nijmegen en Den Haag in welke tijd hij diverse  teken-en bouwkunde diploma’s behaalde. Ook was hij kort in dienst bij architect Valk  in de tijd van de bouw van de Bartjeskerk op de Graafseweg. In 1923 volgde zijn aanstelling tot technisch tekenaar bij de gemeente Den Bosch. De aanstelling was een ‘compromis’,  Van Kessel diende bij de bouw afzonderlijk in een bouwkeet  op het rerrien zijn plannen samen met architect Hein de Graaf te maken. 
 
Stadsarchitect Piet van Kessel


*Wijchen 28 augustus 1895 
†  Den Bosch, 29 april 1970.
..................................................................
Grote werken
De Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht [KTA] was zijn eerste grote project in de stad.Het U-vormige gebouw, dat kenmerken vertoont van de Amsterdamse School werd in 1927 door prins Hendrik officieel geopend.
In 1929  begint Van Kessel met zijn ontwerp voor de veemarkt in het Veemarktkwartier. Dat werk rondde hij in1931 af. Een degelijk besloten complex, zo buiten de stad gelegen, baarde opzien. Men vond de hallenstructuur en de verspreid liggende voorzieningen, zoals restaurant- en ontvangstruimte, de bank en bedrijfs - en  woonruimten, merkwaardig. Markant is de toren die de langgerekte voorgevel doorbreekt. Er staat sedert de ombouw tot Congrescentrum in neonletters 1931 op. 
Wolvenhoek
Het voormalige Belastingkantoor
later RWS en tegenwoordig deel
van het Stadskantoor in de Wolvenhoek.

........................................................
 
De in 1931 gebouwde  Veemarkt die officieel
in 1932 door koningin Wilhelmina werd geopend.
 
Het jaar daarop volgde  het Belastingkantoor in de Wolvenhoek. Dit gebouw werd - na een ombouw tot Stadskantoor -op 28 april 2004 officieel door koningin Beatrix  geopend. 
In 1936 ontwierp hij zowel een nieuwe secretarie aan Achter het Stadhuis als een eigen woonhuis op de  Graafseweg 243. Het pand werd in vakkringen gekenmerkt als een meer functioneel dan een esthetisch gebouwd huis. 
-Links: De voormalige Secretarie en
archief van de gemeente in Achter het Stadhuis.
Vanaf 2004 staat er het Bestuurscentrum.
-Rechts: Kapelaan Koopmansplein,
waar in 1923 de KTA [Kunst, Techniek en Ambacht] werd gebouwd.
Later zijn daar de Ambachtschool
en de MTS en HTS voortgekomen. 


© archieffoto's
Restauraties
Een ander aspect van Piet van Kessel is het restaureren van monumenten. In 1941 werd naar ideeën van de architect op een even deskundige als grondige manier het Refugiehuis op de Spinhuiswal aangepakt. In deze reeks passen ook het Kruithuis, Stadhuis en De Dry Hamerkens in de Hinthamerstraat en huize De Put in het Tweede Korenstraatje . 
Hinthamerstraat 57
De Dry Hamerckens.

foto © paul kriele,
26 oktober 2017.
....................................................

Na-oorlogse tijd
In de wederopbouwjaren van na de oorlog was Van Kessel betrokken bij de restauratie van de door de oorlog zwaar gehavende Wilhelminabrug. Daar werd samen met de kunstenaar Frans van der Burgt op de de vier pilonen de geschiedenis van de stad uitgebeeld. 
Stationsweg
De kort na de Tweede Wereldoorlog gerestaureerde Wilhelminabrug
met kunstwerken van Frans van der Burgt.

...............................................................................
.
 
In 1946 is Piet van Kessel, als opvolger van Van Heeswijk, benoemd tot restauratie-architect van de Sint Janskathedraal. Hoewel een grote restauratie onder zijn functie niet plaats vond, moesten er wel vernielde glas in loodramen en muurwerk worden gerestaureerd. Dankzij de relaties van Van Kessel bij de Provincie en in D n Haag zijn sedertdien nieuwe bedragen en onderliggende percentages voor het restauratiewerk, herzien en verhoogd.

In 1967 werd HermanTeering – na een inwerkperiode- tot opvolger van Piet van Kessel als restauratie-architect van de St. Jan benoemd.
Ook van zijn hand is de restauratie van het poortgebouw van  de Zusters van de Orthenpoort [o.a. Oeteldonks GeminteMuzejum] en het ontwerp van stadion de Vliert en bijgebouwen [CILG] in 1951.  
Poortgebouw van de Zusters van
de Orthenpoort, waar tegenwoordig
het Oeteldonks Geminte Muzejum is gehuisvest
.
.....................................................................................
Structuurplannen 1935 1952
In 1952 volgde de eerste structuurplannen: verkeersafwikkeling voor  het  Brugplein met onder meer een rotonde en het Structuurplan van 1964, dat feitelijk een verkeersplan was, maar dat tot geluk van de stad in 1969 na veel kritiek onder leiding van burgemeester Gerrit van de Ven werd ingetrokken Het werd in1969  vervangen  werd door het ‘ Integraal Binnenstadplan’. Met die beslissing verviel ook de voorgenomen plannen voor demping van de Binnendieze, hoewel daar niet expliciet over werd gesproken. 
Provinciehuis  uit binnenstad verjaagd Wat ook niet door ging was de bouw van een imposant provinciehuis in de binnenstad. Eerst  was dat gepland in de Waterstraat, waaraan de parkeergarage Wolvenhoek met de bijnaam ‘De Kuil‘ nog herinnert en vervolgens aan de  Zuidwal  ter hoogte van het zwaar gebombardeerde  Voldersstraatje, waar tegen veel bezwaren rezen. Totdat uiteindelijk voor de locatie Zuid werd gekozen, waar het 70 meter hoge Provinciehuis van de Rotterdamse architect Maaskant verrees. 



Zo zag het gebied -meer een volksbuurt
- rondom de Bethaniëstraat er vóór 1935 uit.
 

© archieffoto's
 
Op de plek van de volksbuurt, kerkhof en
oude kloosters kwamen medio twintiger jaren
de villa's lanszij de Bethaniëstraat en
in de Mgr. Prinsenstraat het St Jacobshofje.
Maar het allereerste structuurplan betrof in 1925 het gebied ronde de oude Sint Jacobskerk. Door die stedelijke ingreep veranderde de volksbuurt met zijn krotwoningen, waar tussenin nog restanten van kloostergebouwen stonden, het aanzien van een villawijk. De volksmond gaf er de naam ‘Het Plantsoen’ aan. Door de herstructurering, zoals dat toen heette, kreeg de wijk een betere aansluiting op de Hekellaan.
Piet  van Kessel was ook de ontwerper van het houten stadje  dat bij het 750-jarig bestaan van ’s-Hertogenbosch in 1935 in de Casinotuin door aannemer Drijvers werd opgezet, compleet met raadhuis en [DG-]winkel en terrassen. 
In het kader van de wederopbouw gaf de architect cursussen bij het herstel van door oorlogsschade getroffen katholieke kerken. Uit die cursussen is later het  begrip Bossche School voortgekomen.
Voor zijn verdiensten  werd de –ook- reislustige Van Kessel benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau [vanwege zijn verdiensten voor de stad] en tot ridder in de Orde van Sint Sylvester [vanwege zijn verdiensten voor de Sint Jan].
In zijn pensioen had Van Kessel, die  zich aansloot bij de Bond van Nederlandse Architecten, bij de Algemene Katholieke Kunstenaars Vereniging en bij het Sint Bernulphusgilde, de hobby’s tekenen en reizen.   

Terug naar boven