Het verhaal achter Teulings Rijtuigen

Printerversie
Gepubliceerd op: 24-08-2008 | Gewijzigd op: 02-09-2008
Ad Teulings is een nazaat van de oprichter Stans Teulings  van Teulings Rijtuigenfabriek in 1703.
In het dagelijks leven was Frans  hoogleraar organisatie-sociologie [UvA].
In zijn hobby legde Ad zich toe op onderzoek naar de stamboom van zijn familie en met name naar het ambacht van zijn voorvaderen.
Na de oproep van Mari Blatter van de Oeteldonksche Club kwamen beiden met elkaar in kontakt.
Oorsprong van het geslacht
De Teulingsen zijn een oud Bosch geslacht dat zich in 1203 vanuit Zuid-Brabant tesamen met een aantal andere families als kooplieden in de stad vestigde, na de slag van Hertog Hendrik van Brabant tegen de Geldersen.

De oudste Bossche voorvader is een Didderic (Theoderik) Tolinc die trouwde met een Elisabeth van Ter Bruggen, dochter van Amelis van Rosmalen. Via dit huwelijk kwam een zoon van Didderic, Amelis met zijn zwagers in het ambacht van harnasmaker terecht, gevestigd in het steen (stadstoren) met de ook nu nog bekende naam Het Verguld Harnas.
Een zoon Jan Tolinc werd in 1340 schepen van de stad, een zoon Wouter trouwde met Ermengarde van Enghelant en legde met zijn broer Didderic de grondslag voor de korenkoperstak.
De vader van de eerstgenoemde Didderic was ook weer een Didderik, burggraaf van Aalst medestrijder en vervolgens mede-ondertekenaar van het vredesverdrag van 1203 tussen Hendrik van Brabant en Otto van Gelre.

 
De naam Tolinc [tol]

De Tollinc’s, burggraven van Aalst, vormden een zijtak van de burggraven van Gent. Zij erfden via de Gentse voorouders een deel van het Land van Waas (Bewester Schelde) als leen van de Duitse keizer (Rijksvlaanderen), en de tolrechten aan de monding van de Schelde, geheven vanaf een waterburcht gelegen in de Schelde voor de stad Antwerpen. Zij waren ook in het bezit van de daar tegenover liggende eilanden. Aan die functie ontleenden zij de naam Tollinc, op zijn Frans Tollins. In Den Bosch werd dat Tolinc, later Toelinck en tenslotte Teulings. Ondanks die verschillende schrijfwijzen werd het altijd al als Teulings uitgesproken (zoals Leuven vroeger geschreven werd als Loeven en daarvoor als Loven.

De Teulings in den Bosch waren – naast de wapensmeden - overwegend graankooplieden, en later ook actief in de lakenhandel. Zij bleven altijd hun zakelijke contacten met Teulingsen in Gent en daarna Antwerpen behouden. Familieleden vestigden zich ook soms tijdelijk, vaak blijvend in andere grote handelssteden van die tijd, Venetie, Sevilla, Londen, Riga en andere Hanzesteden.

Nadat Jan Tolinc als schepen was gekozen trad er in elke generatie wel weer een nieuwe Teulings toe tot de schepenbank. Een Henric Tolinc, kanunnik van de St-Jan werd in 1364 lid van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap, waartoe ook in volgende generaties familieleden toetraden.
De bekendste, en tevens laatste was Frans Toelinck die in 1541 tot de Broederschap toetrad en tweemaal als proost fungeerde, bewoner van het bekende  Huyse De Loet in Den Bosch. Hij was de zoon van Peter, deken van de korenkopers, schepen in 1512, en Raadsheer van de Raad van Brabant in Brussel.

Deze Peter Toelinck is de voorvader  van Ad Teulings, de auteur van dit historisch verslag en ook de voorvader van de Bossche rijtuigmakers.

Grafzerk op Groenendaal van Christianus  Theodorus Maria Teulings [*9-9-1859 †11-1-1901] en diens echtgenote Anna Meuwese en hun dochter Elisabeth.
Deze Christianus is de stichter van de boekdrukkerij Teulings.


foto © paul kriele, 21 augustus 2008.
----
Zoals bij veel Bossche families het geval was, die voor de revolutie van 1629 tot de patriciers behoorden, werd hun maatschappelijke positie sterk aangetast.
De Calvinisten sloten de katholieken uit van alle bestuurlijke functies, en maakten het werk van kooplieden door sancties vrijwel onmogelijk. Een deel van de Teulingsen vluchtte naar familie in Antwerpen, een ander deel naar familie in Amsterdam, en zij bleven daar het koopmansbedrijf met veel succes uitoefenen. Een derde nazaat van Frans zocht bescherming bij de heer van Mierlo, als onder-rentmeester van Helvoirt. Voor zijn kinderen kocht hij op diverse plaatsen molenrechten en hieruit ontstond de molenaars- en molenmakerstak Teulings.


Stans was stichter Teulings rijtuigen [1703]
Eind 16e eeuw keerde een deel van de familie weer terug in ’s-Hertogenbosch.
In 1703 begon Stans Klassen Tolinckx op de Vuchterdijk een wagen- en rijtuigmakerij op de Vuchterdijk. Zijns broer Peter, Wouter, Nicolaas en Jan voegden zich als snel bij hen.

Uit het gildenboek valt vast te stellen dat dit familiebedrijf binnen een tiental jaren tot de grootste wagen- en rijtuigmakerij van de Meierij was uitgegroeid.
Stans (Constant) had tien kinderen, en alle zoons kwamen de gelederen van ‘Teulings Rijtuigen’ versterken. Ook neven, ooms en aangetrouwde zwagers traden in de loop der tijd toe.

Stans kan daarom met recht en reden als de grondlegger en stichter van het bedrijf worden genoemd. En de stichtingsdatum is dan 1703.




Ad Teulings heeft de stamboom van zijn familie Tollincs/ Toelinck  uitgeplozen.

foto's © paul kriele, 21 augustus 2008.
Mairi Blatter [l] en Ben van der Aa dragen binnen het Technisch Ministerie Oeteldonksche Club [TMOC]  zorg voor de 9 rijtuigen  van de OC. 

Tot aan het begin van de 20e eeuw bleef dit familiebedrijf in stand, waarbij het bedrijf op dezelfde plaats, verspreid over meerdere panden werd uitgeoefend.
Stans Tolincks werd ook wel Stans Molemakers genoemd. Dat geeft aan dat ook het molenmakersambacht werd beoefend.
De techniek van de rademakerij vormde zowel de kern van de bouw van wagens, karren en koetsen als voor de molenbouw. Molens werden gebouwd tot in Leiden en Amsterdam-Zaandam.

Het familiebedrijf werd rond 1850 omgezet in een Firma C.A. Teulings, nog steeds gevestigd aan de Vughterdijk.

Cornelis Antonsz Teulings, de betovergrootvader van Ad Teulings [auteur van dit overzicht] droeg in 1915 de trotse titel Fa. C.A. Teulings, Fabriek van Rijtuigen en Carosserie voor Automobiles. 
Een fraai beeld van de Vughteruitgang met de molen van Van Esch die rond 1912 zijn wieken verloor.
Teulings is intussen meegegaan met de tijd en heeft om de hoek het grote witte pand aangekocht en dat bestemd voor carrosserie en automobiles, zoals de reclametekst op de gevel aangeeft.

© ansichtkaart collectie Jan Masselink.



omschakeling naar automobielen was voor Teulings desastreus


De overgang naar het automobieltijdperk was echter een brug te ver. Die overgang heeft het bedrijf niet overleefd.
De komst van de trein en de elektrische tram had daarvoor al tot een flinke beperking van de afzetmogelijkheden geleid.


Cornelis was de zoon van Anton, zoon van Cornelis, zoon van Nicolaas, zoon van Wouter, de eerdergenoemde broer van Stans, allen werkzaam in het door Stans gestichte familiebedrijf.






Vughterdijk

Het bedrijf werd uitgeoefend op de Vughterdijk vanuit een min of meer aaneengesloten reeks panden: de Pyp, het Appelboomke, de Drie Sterren, de Drie Konen (later het Lindeboomke) en de Prins. Het omvatte rond 1725 o.a. een rijtuigmakerij/annex schrijnwerkerij, een radenmakerij, een smederij, een zadelmakerij, een uitspanning, een tapperij en magazijnen.

Bij de stichting van de Firma rond 1850 was die situatie niet wezenlijk veranderd. In 1852 nam de Firma deelaan de expositie Handel en Nijverheid in Arnhem, in 1878 en 1889 aan de Wereldtentoonstelling in Parijs, waar drie rijtuigen een Medaille d’Or ontvingen.  Op die expo leverde de overgrootvader van Ad, Jean Teulings, nog een bijdrage, omdat hij vloeiend Frans sprak. Zelf was hij niet langer dan een jaar als leerknaap in het bedrijf werkzaam geweest.


De Vughterdijk
rond 1900. Deze kaart is iets ouder van de voorgaande.
Links op de gevel staat Fa.C.A.Teulings Carrosserie- en rijtuigfabriek. Dat bedrijf heeft tot 1911 bestaan.
 
© ansichtkaart  coollectie Jan Masselink
gepubliceerd in 's-Hertogenbosch op de kaart gezet/oktober 2007.
Als toelichting bij de hoekpanden: rechts het latere café Harends. Maar op de gevel staat nog café en stalling  H.Timmermans.
Op de linkerhoek de herberg Tilburgs Welvaren, waar ooit tol werd geheven. Bij de komst van de tram werd het een halteplaats voor de tram. De rails loopt vlak langs de linker stoep.
Volgens Ad Teulings heeft ene Teulings daar als herbergierster nog het tolgeld geïnd.
 
                                                                           

Op zijn 19e vertrok deze Jean in 1869 als pauselijk Zouaaf naar Rome, waar hij de overwinning op Garribaldi in de vlakten van Montana, en daarna de bloedige nederlaag bij Rome meemaakte. Voordat hij huiswaarts keerde werd hij samen in een veteranen-compagnie Zouaven door zijn bevelvoerder meegevoerd in de Frans-Pruisische oorlog.
Pas na nog eens drie bloedige veldslagen keerde hij [kort voor 1900] naar ’s-Hertogenbosch terug. “


Coenraad van drukkerij C.N.Teulings
De grafzerk van de vader van de stichter van Drukkeirj Teulings later Brabants Dagblad en later de VNU, 
Coenraad Teulings  *19-7-1823
†26-7-1902.
In dit graf op Groenendaal ligt ook Maria Wilhelmina H.van Roosmalen *9-9-1824 † 20-7-1907
en hun zoon Coenraad Jacobus Josephus Maria Teulings * 9-4-1885 †24-12-1968.

foto © paul kriele, 21 augustus 2008.



Terug naar boven