Zoeken
Afronding: Impressie verhalen van schrijvers in Bossche Boekenweek
Printerversie |
Een opening van een Boekenweek is een serieuze aangelegenheid, maar een beetje humor en af en toe een kwink mag er tussendoor wel klinken. Nynke de Jong, zelf ook schrijfster, journalist en columnist bleef erg serieus en daardoor bleef de volledig uitverkochte Theaterzaal ook mat. De muzikale entre acts kwamen van pianist Jannis en de zang van Judith, beiden opgeleid aan de Koningstheater Akademie.
Nynke de Jong is bekend van Goënga [1985], Vrouw & Fiets en Vrouw klijkt sport.
.................................. |
................................... |
Hierboven: De diplomate en journalist [NRC en De Limburger] Petra Stienen, bekend onder meer van Arabische Lente [2008]. Maxim Februari, o.a. columnist bij de NRC, romanschrijver, bekend van onder meer 'Zonen van het uitzicht' en 'Klont'. Hieronder: De Zeeuwse Carolijn Visser aanvankelijk reisboekenschrijfster, maar de laatste jaren richt zij zich meer op herinneringen en verhalen van mensen. foto's © paul kriele, 22 maart 2019. ........................................................................................................................................................................................ |
.................................... |
Maar goed, er traden geen echte BN-ers op. Maar wel drie geheel verschillende auteurs van ook veel gelezen boeken. op deze avond werd het thema
niet als uitgangspunt van een gesprek door Nynke opgepakt , evenmin overigens door de auteurs.
Eerste gastauteur Petra Stienen
De avond begon met een gesprek met Petra Stienen, een Limburgse uit Roermond, maar dat kwam pas later. Stienen begon met een anekdote over haar 11-jarige nichtje die haar een interview wilde afnemen voor school. 'Waar wil je het over hebben?' vroeg ik haar. Zij: 'Over jouw beroep als schrijfster.' Nou ik was blij verrast. 'Je zit in mijn erfenis,' reageerde ik gelijk.
'Maar hoe word je schrijfster?,' vroeg Nynke. Blijkbaar was Petra geboeid geraakt door andere Limburgse schrijfsters onder wie Conny Palmen en de uit Valkenburg afkomstige Irmgard Smits.
Nynke zei nog: 'Als je vriend het uitmaakt. Dan zeg je: Mooi, dat kan ik gebruiken voor mijn verhaal..'
Net na de dood van Pim Fortuyn, toen ik bezig was met 'Arabische Lente', reageerde mijn moeder: 'Moest dat nou, dat je je hoofdpersoon Soraya een Arabische naam gaf?' Petra: Als men denkt dat de naam Soraya met terreur te maken heeft. Dan is er iets mis. Dat was voor mij de klik om over agressie en terreur te gaan schrijven. Dat wordt 'Ontdek Charisma'.
Theater aan de Parade Zoals vanouds, een volle zaal met vele éminences grises en het merendeel van het vrouwelijk geslacht. foto © paul kriele, 22 maart 2019. ................................................................. |
Gastauteur Petra Stienen [2]
Vervolgens kwam 'hoe' en 'de manier waarop' je geïnspireerd wordt ter sprake : Petra: Mijn manier lijkt op het werk van een beeldhouwer. Ik werk trechtervormig. Dat wil zeggen. Ik zie het geheel en overzie dat ook. Maar mijn redacteur Tom, die dacht dat ik niet op schoot, vroeg: Heb je nooit eens iets bijzonders mee gemaakt? Ik vond dat een typisch mannelijke vraag.
Ik pakte dat op om over het aspect mensenrechten een boek te gaan schrijven,' aldus de diplomaat die veel in Arabische landen kwam.
Het werd in 2012 'Het andere Arabische Geluid'.
Maar daarmee plaatste zij zich wel in een problematische positie. Door dat boek heeft zij mensen moeten beschermen.
Momenteel denk ik na over een roman, een combinatie van verhalen en feitelijke situaties. In Engeland heet dat back-story.
Petra: 'De eerste twee boeken gingen over de Arabische wereld 'Het Zuiden'. Maar toen volgde een boek ook over het Zuiden, maar dat bleek het Nederlandse Zuiden te zijn: Limburg. De titel 'Terug naar de Donderberg'.
Door mijn werk in het buitenland was de affiniteit met mijn geboortegrond wat verloren geraakt. Dat dacht ik. Maar juist daar - in Libanon - kwam dat gevoel van huis en haard, de religie en je
Terug naar mijn roots
Manouv schreef onder meer 'Identiteit'. Manouv zegt als je mensen bevraagt over een laag in hun mens zijn, antwoorden ze dat zij zich op één laag laten voorstaan, afkomst, geloof, of politiek.
Hierdoor is de meerwaarde van mijn morele kompas gaan blijken. Ik ben me meer van mijn afkomst bewust gaan worden. Zodoende ben ik me bijvoorbeeld gaan richten op een volksbuurt in Roermond, de Donderberg. Daar woont de wereld van nu. Alles waar het nu in de media om gaat speelt zich daar af. Toen ik terug ging naar die wijk verbaasde het me dat me dat niet eerder was opgevallen. Daar is een samenleving, waar niemand iets om geeft.
De zorgers en de ambtenaren die wonen niet in zo'n wijk. Die komen er alleen maar om de werkster op te halen, of thuis te brengen. Het zijn wel de beleidmakers bij de gemeente en de instellingen'.
Nynke vroeg ter afronding: Welke les zou je ons meegeven? Petra: De beste virtual reality is gewoon lezen. Sla een boek open en lees.'
Jannis en Judith die nog een echte naam zoeken voor hun band.. foto's © paul kriele, 22 maart 2019. .................................................................................... |
|
Dit duo was overigens de enige die expliciet in hun liedjes het thema vrouw aandroegen... foto's © paul kriele, 22 maart 2019. |
Gesprek met Maxim Februari
De romanschrijver, journalist en columnist bij de NRC Maxim Februari maakte zich, ook al ging hij wel stemmen, niet druk over de provinciale politiek, maar wel over de nationale, omdat die hem die aansprekende onderwerpen bezig houdt. Zo begon de aftrap van Februari’s aandeel in de opening van de Bossche Boekenweek.
'Wat verwacht het publiek van je?' was de eerste- rake-vraag van Nynke de Jong: ‘Vermakelijke zaken, iets vertellen als je zo op ‘het podium’ staat. Dat ‘podium’ viel vaak in deze bijdrage. Daarmee duidt Februari op alle mogelijke podia, naast toneel en theater ook bijv. de door de tv aangedragen podia [bijv. DWDD].
Februari bekritiseerde daarmee het ‘selfie-gedoe’ van BN-ers en andere prominenten. ‘Het publiek verwacht iets van je, zelfs nep –nieuw’,’ sprak de journalist, die toegaf er zelf ook aan mee te doen. Maar door dat als columnist te bekritiseren schaart hij zich tot de kennis van de columnistiek.. ‘Ik doe dat al twintig jaar. Dat je dat al zo lang doet zegt ook iets van je stommiteit, anders had ik het niet zo lang vol gehouden. Je zit gewoonte manipuleren. Als journalist weet je wat werkt en wat niet.
Maar anderen die in dat selfie-gedoe ook zo bedreven raakten, zijn voor die gretigheid van het publiek gevlucht. Neem Ilja Pfeijffer die naar Italië verhuisde. Nog leuker voor een journalist: ‘een reisje Italy’.
Februari vervolgt: ‘Schrijvers spelen met de eigen persoon en trekken daarmee lezers aan. Reden dat ik nu over columnistiek schrijf, over een persoon die de waarheid zegt. Dat leidde voor Nynke tot de vraag: dan zul je door de afgelopen verkiezingsweek wel drang hebben om daarover een tweede boek te schrijven…
Vervolgens kwam de keuze van romans en fictie naar voren.
Mijn boek is een pleidooi voor de roman. Die is aan het verdwijnen omdat meer en meer de kennisbehoefte zich opdringt. Dat komt omdat de lerende mens op een andere manier gaat kijken. Meer richting de wetenschap [sociologie en antroposofie].We zijn zo langzamerhand, zo technocratisch ons leven gaan leiden. Daarom pleit ik meer voor de roman. Die laat de vreugde meer zien. Het is een bruggetje naar een volgend onderwerp Maxims jeugd.
Lelijkste wijk van de wereld
Februari, geboren dicht bij de Duitse grens, gaat terug naar de tijd van zijn opgroeiende jeugd in Overvecht [Utrecht]. ‘Als het ergens in de wereld lelijk is, dan is het Overvecht. Maar dat herken ik niet vanuit mijn jeugd. Na 40-50 jaar is dat een probleemwijk geworden. Om de mensen de minste levensvreugde te bezorgen moet je ze bij elkaar in de meeste lelijkheid stoppen Dan komt er niks meer van vreugde terecht. Lelijkheid is erger dan armoede. Ik heb geprobeerd dat in mijn schrijven te verwerken. ‘Lelijk’ is een voedingsbodem voor schrijvers’. Nynke reageert: ’Ja en voor criminelen’.
Omdat te beschrijven was ik op zoek naar een methode hoe vreugde over te brengen. Dat kwam ik tegen in de dans. Kijk naar de dans, het is een uiting van vreugde van vitaliteit. Ik heb dat in de taal laten zien. Zo van: hé, wat kan ik dat goed… ‘.
Maar als er een boek komt dan gaat dat ook over de kinderen die opgroeien in Overvecht. Feitelijk groeien we allemaal op in een soort Overvecht. Tragiek moet je niet willen wegpoetsen. Lelijkheid en tragiek behoren tot het leven.’
De ethicus Maxim Februari
‘Ik was ook niet van plan meer ellende in mijn boeken te stoppen. Professioneel ben ik een ethicus, ik leer studenten ethiek. Dat staat gelijk met fictie.
Teveel romans gaan over de kindertijd, alles wat achter je ligt. We dienen meer de toekomst te beschouwen en ons de vraag te stellen: Wat gaan we doen met elkaar? Dat kan in fictie. En fictie is ook de niet maakbare dingen. Het leven draagbaar te houden.’
‘De echte wereld,’ zegt Februari op een ander moment, is niet voorspelbaar, ook niet met data. Al gaandeweg moet je oplossingen zoeken. Onverwachte dingen kom je toch wel tegen. Daar is de roman goed voor.’
‘Ik ben ik begonnen als romanschrijver. Op een gegeven dag wilde ik de wereld leren kennen. Maar om daarover boeken te kunnen schijven moet je je wel eerst in een hoop zaken gaan verdiepen. ‘Komt er nog een boek van..?’, vroeg Nynke.
Maxim: ‘Eerst ga ik een bundel maken met lezingen en columns. Dat is nodig om mijn werktafel leger te maken. Maar geen boek over Moeder de Vrouw!’
Carolijn Visser is geboren in Zeeland. Ze schreef al meer dan 25 boeken, merendeels reisverhalen. Maar daar kwam een paar jaar geleden een omslag in naar biografieën, het vastleggen van belevenissen en emoties van personen die ze –toevallig- tegen kwam, of opzocht in tehuizen in Zeeland.
Maar van haar jeugd in Zeeland daar heeft ze –geen –ja hoe zeg je dat- nadelige gevolgen, noch rare gevoelens aan over gehouden. Carolijn: ’Nee juist niet . Zeeland heeft mij niet beperkt bij mijn opvoeding. Mijn vader was leraar geschiedenis aan de Pabo [kweekschool]. Dat uitte zich ook thuis. Vader las heel intensief de kranten. Hij kon er uren over vertellen, hoe de wereld in elkaar zat en wat er in China en achter het IJzeren Gordijn gebeurde. Wat dat betreft is die kennis ons met de paplepel ingegeven. Maar bij mij ontstond de drang daar meer van te willen weten. Het intrigeerde me.
Ik maakte al op mijn zestiende jaar een treinreis naar Polen en bezocht daar een werkkamp en ontmoette er leeftijdgenoten. Het was een onvergetelijk avontuur. Het moment waarop ik in Poznan de trein uitstapte rook ik het communisme. De lucht van steenkool, olie en de stamppot van de gaarkeukens. Totaal anders dan in Nederland. Ik wilde meer gaan reizen. Maar dan moest ik eerst gaan weken om geld voor die reis te verdienen. Pas later ontdekt ik dat ik over die reizen wilde gaan schrijven'.
Nynke de Jong met Carolijn Visser in gesprek tegen een opvallend groot tafereel maar wel subtiel uitgekozen met dit Zeeuws tafereel op de achtergrond.. foto © paul kriele, 22 maart 2019. .............................................................................................. |
Van reisverhalen naar biografieën
'Na zoveel boeken kwam er een omwenteling. Ik kreeg er genoeg van en schreef me zelf er uit. Ik kwam op het spoor van de levende mens. Dat was zo totaal anders, zo bijzonder en ik begon aan een research. Zo is Rinus uit Maastricht ontstaan, en op de Argentijnse pampa kwam ik Ida uit Maastricht tegen.
Rinus wilde bouwkundige worden, maar het niet het geld om de studie te betalen. Daarom werd hij timmerman. Hij ging op reis, maar had geen geld, dus dat werd per fiets. Rinus ging de wereld rond om een baan als timmerman te zoeken omdat hij dacht dat ze ergens wel een timmerman nodig hadden. Het is een heel close verhaal van een familie en al zo geschreven. Op de Argentijnse pampa ontmoette ik een Nederlandse vrouw Ida uit Maastricht.
De broer van Rinus leeft nog en zijn dochter ook.
Ik moest voorzichtig te werk gaan. Maar als je eerlijk bent dan accepteren mensen het van je. Ik zou bijvoorbeeld nooit een boek over Prins Bernhard schrijven. Je moet voortdurend met de persoon mee leven. Ik snap niet dat zo’n auteur dat schrijven volhoudt’.
Boek met verhalen van demente patiënten in ‘Zeeuws geluk’
Carolijn is – na twintig jaar reis verhalen- op verzoek in Zeeland tehuizen in Walcheren en Zeeuws Vlaanderen gaan bezoeken om daar [dementerende] bewoners te spreken. Dat gebeurde met toestemming van de directies. En er werden bijeenkomsten belegd om toestemming te kunnen vragen.
Het speelde mee dat mijn moeder dement raakte. Al die herinneringen vind ik interessant, welke hebben ze overgehouden? Maar dat bracht ook mijn jeugdherinneringen in beeld. Die twee componenten verbond ik met elkaar.
Ik groeide op in een tijd van vrede en zoveel procent groei. Maar dat klopte niet met de herinneringen van de geïnterviewden in de tehuizen.
Mijn opzet was om persoonlijke redenen verhalen vast te leggen.’ ‘Was dat lastig?’ vraagt Nynke. ‘Ik ben er gaan logeren. Ik heb hen niet geplaatst als iemand die de kluts was kwijt geraakt. Je gaat daar zorgvuldig mee om. De stichting heeft het voor publicatie gelezen.
‘Wat vind je nu zelf van je boeken en waarom schrijf je? vraagt Nynke haar. Carolijn: ’Ik hoop dat mensen ze lezen. Dat is al een hele ambitie. Als dat zo is heb ik mijn doel bereikt’.
Jeugdherinneringen
‘Van die aanpak kwam ik terug op mijn eigen jeugd. Dat maalde al een tijd in mijn hoofd. West-Kapelle kwam daarin steeds terug. Hierdoor raakte ik mij meer bewust van die kinderjaren. Mijn ouders waren net teruggekeerd uit Indië, daarom ben ik niet daar, maar in Zeeland geboren.
Door de Tweede Wereldoorlog lag West-Kappe plat. Maar ik herinner me van mijn jeugdjaren vijftig alleen kale dijken zonder bomen die er ooit gestaan hadden. Ik ben in de schaduw van die oorlog opgegroeid.
Als kind vond je alles normaal. Toen sprak niemand over de oorlog. Jongens van de lagere school waar ik op zat, zeiden niet meer dan Hu… Nu hebben ze zelfs leren praten. En…er is zelfs een oorlogsmuseum geopend. Het hele verhaal kunnen ze lezen in ‘Moeder de Vrouw’.
Hierna wil ik even geen spanningen voelen. Dat boek met de joodse Selma, daaraan heb ik vier jaar gewerkt. Dat is een hele toewijding die je hebt doorgemaakt.
Ik kies er even voor om kortere verhalen te gaan schrijven en ga me ook toeleggen op de journalistiek.’
Met het gesprek met Carolijn Visser was deze Literaire Manifestatie 2019 afgerond. De toeschouwers werden door Nynke uit genodigd om in de foyer de boeken van de auteurs te gaan bekijken, eventueel te kopen en ze te laten signeren.
Terug naar boven