Zoeken
Bruggemans nieuwste boek over Belgische Revolutie
Printerversie |
Dochters en kleinkinderen van de 78-jarige amateur-historicus hielpen hun [groot-] vader mee bij de uitwerking, correcties en het kopiëren van zijn bundel.
Bruggeman vindt de zieken en gewonden een van de mooiste aspecten die hem bij zijn onderzoek opviel. Den Bosch, dat in die tijd een frontstad was, kreeg de opvang van vele slachtoffers van die korte oorlog toegewezen hoewel de stad in geïnundeerd gebied lag. Maar de zusters van de Godshuizen bleken net even goedkoper dan het Rijks - Militair - Hospitaal in Utrecht. Zwervers kregen de rol van ziekenbroeder toegewezen op een afdeling die onder leiding stond van een ‘ziekenvader’. Als de hygiëne niet goed in acht werd genomen kwamen die ‘verplegers’ - door besmetting - zelf ook in een bed terecht.
Boven: Met meer dan gemiddeld plezier- en dus- ook een beetje genoegen, bekijkt Bruggeman zijn eigen werk. Rechts: Directeur Noordbrabants Museum Jan van laarhoven en auteur in een gezellige kout over de aspecten van schrijven en geschiedenis. foto's © gerard monté, 27 september 2005. |
Erg interessant vindt de auteur de verhalen die bewaard zijn gebleven van bijv. leden van de schutterij die de Reserve Divisie vormden. Sommigen van hen [niet altijd ‘Jan met de Pet’] waren soms hun compagnie kwijt omdat die divisie een vooruitgeschoven post bekleedde. Dat die schutters niet altijd een ‘Jan met de Pet’ was, blijkt uit de vele brieven en kaarten met verslagen die naar Holland werden gestuurd en die, individueel of als uitgaven in een boek [bijv. door Coen Free], bewaard zijn gebleven.
Opvallend is dat de kranten weinig over het verloop publiceerde. Dat had als strategische achtergrond dat de Belgen dom gehouden moesten worden. Terwijl de Nederlandse die twee Belgische legers het Maasleger en ’t Scheldeleger met wisselende manoeuvres in de luren trachtte te leggen most dat aantal van 6000 manschappen het toch afleggen tegen de zuiderlingen. Daar was het reguliere leger ook aangesterkt met de ‘Garde Civique’ [Belgische Schutterij].
Door de oprukkende Franse legers kon Willem I niet anders dan 17 augustus 1831 zijn manschappen na tien dagen laten inrukken, kort voordat Hasselt, Leuven en Brussel zouden worden ingenomen. De Bossche manschappen ondergingen op 12 september 1831, bij hun aankomst op Sonneveld, een grootse inhuldiging.
Boven: Toelichting van de auteur. Links: Met bijzondere interesse kijkt de amateur-historicus naar beelden uit vervlogen tijden die hij recentelijk, na onderzoek, zelf beschreef. foto's © gerard monté, 27 september 2005. |
Dat zijn dochters en kleinkinderen hem veel hulp hadden geboden bij het samenstellen van dit werkje stak de trotse Bruggeman niet onder stoelen of banken.
Directeur Van Laarhoven vertelde over de tentoonstelling en de organisatie die dat met zich meebrengt. Van Laarhoven noemde specifiek 'de Triomf van Roosdorp' uit de kollectie van 'Broedertwist', die het Rijksmuseum speciaal voor deze tentoonstelling heeft laten restaureren.
Bij de rondgang toonde de oud-woninginrichter en oud-restaurateur van [wand-] tapijten en stoelbekledingen zich erg onder de indruk van de tapijten.
Koning Willem I de opponent in de onafhankelijkheidstrijd van de Belgen die zich in 1831 voltrok. Holland trok aan het kortste eind. Daarover vertelt de historicus uitvoerig in zijn nieuwste bundel.
Ingrid van Berlo van de communicatie afdeling van het museum die Bruggeman rondleidde, vertelde dat de tapijten gespoten waren in
Denemarken. Deze tapijten moesten 100.000 bezoekers kunnen overleven....
Terug naar boven