Stadspijpers nemen nieuwe oefenruimte in gebruik

Printerversie
Gepubliceerd op: 13-01-2005 Op 13 januari 2005 hebben de Stadspijpers officieel hun nieuwe repetitielokalen en presentatieruimten aan de Elzenstraat geopend. Dat voormalige schoolgebouw Cadans, ligt in de Graafsewijk Noord, dichtbij de Grobbendoncklaan. De zijvleugel van het gebouw wordt gehuurd van de gemeente, maar ondergaat eerst een flinke opknapbeurt.

Links  en rechts*

Rechts - foto's © gerard monté, 13 januari 2005.
De voormalige school in de Elzenstraat Marcel Ploegmakers.

foto's © gerard monté, 30 oktober 2004.

 
De voorzitter van de Stichting Stadspijpers Stefan Schuwer.
wethouder Roderick van de Mortel bij zijn openingstoespraak
foto's © gerard monté, 13 januari 2005.

De Stadspijpers die een kazerne in Vught moesten verlaten, gaan een kleine repetitieruimte [voormalig klaslokaal] en een groter representatielokaal [voormalige aula] openen.
De inrichting is bedacht door de designers Antwan Hoedemakers en Stefan van Ham van ‘Die zijn zo Ontwerpers’. Er komen bijvoorbeeld banieren met middeleeuwse taferelen uit de Bossche geschiedenis te hangen, aldus Marcel Ploegmakers. Het Tilburgs Textielmuseum zal die banieren gaan weven. De officiële opening staat in januari 2005 gepland.
 
-Boven: Wethouder Roderick van de Mortel met voorzitter Stefan Schuwer voor de zojuist onthulde banieren.

Rechts boven: De door bureau Diezijnzo ontworpen banieren, die op de openingsdag werden onthuld.
-Rechts: Aanbieding van het wapen der Stadspijpers, de brodsie** van de voormalige bodes van het stadhuis aan de leden van Bureau Diezijnzo:
Antwan Hoedemakers [m] en Stefan van Ham [r] voor hun verdiensten. Marcel Ploegmakers [l] van de Stadspijpers
.
- foto's © gerard monté, 13 januari 2005.
 

De banieren zijn speciaal door het Tilburgs Textielmuseum geweven. Ze stellen fragmenten voor uit de Bossche geschiedenis.

Ambassadeurs van 's-Hertogenbosch
Van de Mortel sprak voer de Stadspijpers die de gemeente ziet als een representant van de rijke culturele historie van de stad. De wijze waarop zij hun functie invullen, daarmee zijn zij echte ambassadeurs van 's-Hertogenbosch, aldus de wethouder van Cultuur.
Interessant was wat wethouder Roderick van de Mortel over de amateurkunst zei. De gemeente hecht veel waarde aan de amateurkunst omdat die kunst laagdrempelig is en hierdoor ook een breder publiek prikkelt. Dat is reden voor het College van B&W om 50.000 euro per jaar uit te trekken voor de amateurkunstbeoefening. Bij die toekenning fixeert de gemeente zich op de huisvestingsproblematiek, de scholing en de publieksgerichtheid. 
Eerder sprak Van de Mortel daar al over. Namelijk op 19 november 2004, toen de Jeroen Boschverkennersband haar boek presenteerde over 50 jaar Verkennersband. Juist die gezelschappen die zich vaker aan het publiek presenteren kunnen reken op een subsidie, aldus van de Mortel toen.  
Rechts de volledige groep poseert voor de banieren. 


foto's © gerard monté, 13 januari 2005.
 

Toespraak voorzitter Stuwer
Voorzitter Stefan Schuwer van de Stichting Stadspijpers blikte eerst terug op het 20-jarig bestaan van de Stadspijpers. In 2004 vond een stedenbezoek plaats aan Leuven en namen de Stadspijpers deel aan de 1st European Festival of Town Pipers met aansluitend een concert.Stuwer sprak de wens uit Het Kruithuis te willen zien als huisvesitng voor cultuurhistorische verenigingen en ook dat de Stadspijpers graag als ambassadeurs willen fungeren van 's-Hertogenbosch. 
Schuwer werd op zijn wenken bediend toen Van de Mortel repliceerde met het verzoek dat deze cultuurhistorische verenigingen waaronder de Stadspijpers en de Oude Schuts en de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch dan maar met een plan moeten komen voor gebruik van het Kruithuis.

** De brodsies zijn in 1530 in opdracht van de magistraat, vervaardigd voor de Stadspijpers. Later zijn de bodes van het stadhuis ter herkenning deze armbanden met zilveren embleem [stadswapen] gaan dragen.

Na afloop van het officiële gedeelte was er nog een borrel en een bezichtiging van de film die gemaakt is door de Bossche Videoclub.


Terug naar boven