Zoeken
Frans van Asperen museumdirecteur
Printerversie |
1. Frans van Asperen
2. Pandje 'De Brabantse Poffer'
Nieuwe bestemming De Poffer/ 7 april 2006.
---------------------------------------------------------------------
1. Frans van Asperen
Op 23-12-1999 is op 85-jarige leeftijd Frans van Asperen overleden. De in Boxtel geboren zoon van een postbeambte stond bekend als initiatiefnemer en directeur van het Museumke de Brabantse Poffer in de Postelstraat.
Frans, aanvankelijk portier van de Rotterdamse Bank op de hoek Visstraat/Karrenstraat en later colporteur en conciërge, verzamelde op zijn weg van alles en nog wat. Die collectie broquante en curiosa is hij in 1983 gaan uitstallen in het pandje De Brabantse Poffer op Postelstraat 3a. Dat groeide zo enorm aan dat de muren gingen scheef hangen en de draagbalken gingen doorzakken. In 1991 deed hij zijn collectie over aan de Dungenaar Jo van der Heijden. die- tesamen met zijn eigen collectie ambachten - het museum Het Brabanste Leven voortzette.
![]() |
Frans van Asperen in burger. Deze voormalige conciërge, colporteur en portier richtte in 1983 het Museumke de Brabantse Poffer in de Postelstraat op met een collectie curiosa die hij in de loop der jaren had vergaard. Maar in 1989 puilde het pandje zodanig uit, dat op aanraden van de brandweer de museumdirecteur het pandje moest sluiten. foto © paul kriele, 1980 |
Frans, die kon praten als Brugman, was met zijn ludieke gewoonten en vertelsels een van de laatste der Mohicanen. Met hem verloor de stad een kleurrijke figuur. Maar zijn excentriciteit was niet bij iedereen geliefd.
Frans van Asperen werd maandag 27 december 1999 op het kerkhof Groenendaal in Orthen begraven.
Excentrieke verzamelaar Van Asperen
De Bosschenaar Frans van Asperen was een excentrieke persoonlijkheid. Hij heeft vele ambities/ambachten gehad.
In 1942- het jaar van zijn huwelijk met Jeanne van Roessel- begon hij ook met het vergaren van Brabantse antiquiteiten die hij op zijn weg tegenkwam. Uiteindelijk kreeg hij in 1983 het pandje in de Postelstraat ter beschikking. In dat rond 1600 gebouwde trapgevelhuisje bracht hij al zijn poppen en beelden, meubels en manden, devotionalia en curiosa en ander gerei onder. Maar het raakte in de jaren tachtig bomvol, zodanig dat de brandweer het onverantwoord vond.
Frans van Asperen, uit een geslacht van postbeambten, voelde zich als een der groten der aarde. Hij was verlekkerd op titelatuur en decorum.
De praatgrage museumdirecteur heeft vele grootheden over de vloer gehad in zijn pandje in de Postelstraat. Maar eens zakte zijn roem in. Zijn ambities groeide hem boven zijn kroon.... Om publiciteit zat hij niet verlegen. De man was erg vereerd met artikelen in magazines of reportages op de televisie. foto uit collectie Van Asperen [jaren tachtig] |
![]() |
2. De Brabantse Poffer
Nieuwe bestemming van De Poffer 7 april 2006.
Frank de Bie begint in het historische pandje ‘De Poffer’ op Postelstraat 3 a een kunstgalerij en een kunst-opleidingscentrum voor gehandicapten. De precieze invulling wil De Bie, die bekend staat om zijn brede initiatieven die niet altijd tot succes en soms zelfs tot schulden leidden, niet zeggen. Maar zijn kunstgerichte zaak gaat op 7 mei 2006 [koopzondag] open.
Het pandje staat bekend als het voormalige museumke van Frans van Asperen: De Brabantse Poffer. Het perceel was van Wijffels, directeur van de Botermijn die het pand liet opknappen en het kort erna verkocht aan Aannemer Drijvers.
Laatstelijk was er de kapsalon Vanity Hair, die naar Guardianenhof verhuisde en daarboven- het inmiddels ook verhuisde- vertaalbureau De Keulenaar [Postelstraat 11] in gevestigd.
De 52—jarige Frank de Bie is een breed georiënteerde zakenman die actief was onder meer als producent van tv-producties, uitgever van het stadsmagazine Entrance, organisator van modeshows en popfestivals, manager in de horeca en bestuurslid [ondermeer van de BLOS voorganger van Boschtion], Groen Links en de speeltuinvereniging Westenburgerweg en.. dan nu in de kunst.
Den Bosch trekt Duitse ondernemers aan 1 januari 2001.
Vlak voor Kerstmis hebben twee Keulse ondernemers zich in de Postelstraat gevestigd. In het pandje dat voorheen bekend stond als museum ‘De Brabantse Poffer’ en meer recent: als modehuis Paraddy en vervolgens kapsalon Piet Ekstijn, is opnieuw een zakenpand geworden.
De compagnons kapper David Letsch [*1971] en vertaler Ralph Schmidtt [*1970] hebben hun zakelijke activiteiten overgeplaatst van Keulen naar Den Bosch . Op de begane grond is de kapsalon van David en op de verdieping het vertaalbureau van Ralph gevestigd. De reden van deze verhuizing is de betrokkenheid bij de Nederlandse taal te versterken.
Het pandje van de Vughtse ondernemer J. Wijffels**, dateert van de zeventiende eeuw en werd in de beginjaren negentig gerestaureerd.
Redding Museumke
Er kwam in 1989, opgezet door de Kring Vrienden van Den Bosch en de VVV een actie op gang: Redt de Brabantse Poffer. Vughtenaar J. Wijffels** kocht het pandje aan en Frans kon met zijn collectie nog even voortbestaan. Maar in 1991 droeg hij zijn levenswerk toch over aan Jo van der Heijden. Deze Schijndelnaar begon tezamen met zijn hobby -het verzamelen van herinneringen aan ambachten - het museum =Het Brabantse Leven= in een 14e eeuwse boerderij aan de Spurkstraat in Den Dungen.
Frans kon met veel bravoure van woorden de grootheden der aarden - waartoe hij zichzelf ook rekende - rondleiden. Zijn laatste ambitie was het maken van kunstwerken, van schelpen. Maar Van Asperen werd niet begrepen,' zegt Jo van der Heijden, 'Wat is kunst en wat is wijs? Frans had het hoog in zijn bol. Ikzelf ben wat simpeler. Maar niemand kan oordelen wat kunst is.'
Frans is dan mogelijk door zijn tijdgenoten miskend, de laatste jaren van zijn leven bracht hij door in een seniorenwoninkje aan de Boschmeersingel. Daar vertrouwde hij mij toe tevreden te zijn en gelukkig met zijn nieuwe vriendin.
![]() |
Het zeventiende eeuws pandje op Postelstraat 3a-b dat ooit een museum is geweest. Frans van Asperen bracht er in de jaren zeventig/tachtig zijn curiosa en brocantes onder, maar moest door omstandigheden het pandje in 1989 verlaten. Het werd aangekocht door de Vughtenaar J.Wijffels. De collectie verhuisde naar het Brabantse museum van Van de Heijden in Den Dungen. Even was het kapsalon, ook had Paraddy er zijn modeboetiek. Momenteel is er beneden opnieuw een kapsalon van David Leggert en erboven het vertaalbureau van Ralph Schmitt. foto © gerard monté, 7 mei 2000. |
Het pandje De Brabantse Poffer is al in 1983 door de Vughtse zakenman J. Wijffels aangekocht en in 1991 voor 450.000 gulden gerestaureerd. Lange tijd heeft het gediend als kapsalon, momenteel is het de damesmodezaak Paraddy. De collectie van Frans van Asperen- hoewel gereduceerd- is te bezichtigen in het museum Het Brabants Leven aan de Spurkstraat 70 in Den Dungen.
**Noot: De inmiddels overleden J. Wijffels uit Vught verkocht kort na de restauratie het pandje aan aannemer Drijvers.
Ellen Numan, dochter van een zus van Frans van Asperen, vertelt dat het museum al eerder heeft bestaan. Dat klopt volgens mij ook wel, maar- zo lang niet bevestigd- ga ik uit van de opening in de Postelstraat in 1983...
De Van Asperens vormen een talrijke geslacht. De stamboom van de familie toont een groot nageslacht,dat mede wordt veroorzaakt door een veelheid aan mannelijke nazaten.
Op een foto van de PTT-harmonie staan een paar van Asperens, de een heette Janus maar had als doopnaam Arnoldus. Degene die aangesproken werd met Nol, had als geboortenaam Johannes.
De foto daterend van 1923, was genomen bij de oprichting van de harmonie die zich daarvoor opstelde de Vughtse hei. De prent hing in de burelen van het 'hoofdpostkantoor' in de Kerkstraat. De lijst werd mij in 1988 door Karel de Rooy tijdelijk ter beschikking gesteld.
Bij de ouderen staat vooral Nol van Asperen [vader van Frans ] bekend als de mensenredder. Door zijn moedige daad zou in 1969 een brug naar hem worden genoemd. Juist in die periode werd John F. Kenndy vermoord en kreeg de nieuwe brug over de Dieze de naam van de Amerikaanse president en viel Nol buiten de boot...
De vader en broers van de vader van Frans van Asperen. vlnr.: Martinus, Arnoldus [Nol], Henricus [Harrie], Fransiscus en Adrianus [Janus.] Nol, Frans' vader, was de mensenredder, schaatser en zwemmer. |
Nieuwe bestemming
Het pand 'De Brabantse Poffer' heeft sedert november 2000 als bestemming kapsalon. Een maand nadat Ralph Schmitt op het adres Postelstraat 3a-3b begon met een vertaalbureau [september 2000] startte zijn compagnon David Leggert er een kapsalon. Overigens is de kapsalon wel op hetzelfde adres gebleven, maar het vertaalbureau was uit zijn jasje gegroeid en verhuisde naar het grote witte appartementengebouw van Hans Persoons, een paar deuren verderop.
Terug naar boven