Na 70 jaar: Herdenkingsexpositie in Stadsarchief

Printerversie
Gepubliceerd op: 14-10-2014 | Gewijzigd op: 14-10-2014
Uit een greep van 800 verschillende archiefstukken, waaronder attributen [onder meer Duitse helm, granaathuls] en foto’s, documenten en films, toont het Stadsarchief een diverse collectie herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog 40-45. Niet alleen uit een eigen archief, maar eveneens van de overheid, particulieren, bedrijven en de Godshuizen, aldus Jac Biemans van het Stadsarchief, in zijn inleiding.

Jan de Wit, als kabinetchef specifiek betrokken bij ontvangsten en herdenkingen die de gemeente organiseert geeft een toelichting bij de expositie [duurt tot 31 oktober], die is opgezet door Laurens en Monique Ruzius.
De Wit zegt in zijn welkom dat’….deze ‘schatkamer van de gemeente’ een tijdvak beslaat die door velen als de meeste integrerende periode van de geschiedenis van de stad wordt gezien.
De bevrijding is voor Den Bosch een enorme slag geweest. Het heeft ipv twee dagen zes dagen gekost,’ aldus De Wit.

De expo is opgezet ism de stichting October 1944, waarvan Pierre Kisters voorzitter is. Voor Kisters is deze expo de aanleiding om aan het Stadsarchief de originele banden van de videofilm die Luc van Gent en Karel Margry indertijd over de bevrijding hebben gemaakt.

-Hierboven: De overdracht door de voorzitter van de
 'Stichting October 1944' Pierre Kisters van de originele videobanden van Luc van Gent en Karel Margry, die de Bossche bevrijdingsfilm hebben gemaakt.
-Rechts: Attributen [granaathuls en Duitse helm] en documenten [o.a.rantsoenbonnen] uit de tentoonstelling in het Stadsarchief 'Beeld van de oorlog en bevrijdingsperiode', die tot 31 oktober 2014 duurt
.

foto's © paul kriele, 14 oktober 2014.

Nog meer archiefstukken worden getoond.
Jan de Wit plaatst Adriana - roepnaam Pop - Kagenaar-Janssens in het zonnetje vanwege haar bijdrage aan deze herdenking. Pop Kitslaar is van de bekende van de modestoffenwinkel Janssens- Kitslaar op de Pensmarkt 22-24, maar zij is geboren op Vughterstraat 94. Omdat de huisarts bij haar geboorte op 26 september 1926 uitriep ‘Wat een Poppetje’, is die naam altijd aan haar gekoppeld gebleven.
Bij de bevrijding in oktober 1944, dat toen nog provisorisch, maar wel met de Engelsen en Canadese soldaten, werd gevierd, droeg zij dat oranje jurkje, dat nog herinnert aan de huwelijksdag van koningin Juliana en prins Bernhard in 1937. Er staat Paleis Soestdijk op afgebeeld, vertelt Pop Kagenaar.
'Met een van de Canadese soldaten, Macay die we Mac noemden, hebben we nog lang kontakt gehad,' zegt Pop Kagenaar.
 
Voetbalwedstrijd van BVV tegen het Rotterdams elftal
op het terrein van Sparta.

In een andere vitrine staan foto's en documenten over onder meer het transport van Joodse leerlingen van het Joods Lyceum op de Papenhulst en het aanhoudingsbevel van 17 mei 1944 van ruim 50 zigeuners die in woonwagens in de Vogelwijk [Siberie] woonden en vervolgens per goederentrein naar kamp Westerbork  werden vervoerd. Op d elijsten komen de namen voor van J.J. Freiwalt en C. Erunholtz en diverse leden van de familie Westhiner.
De toenmalige NSB-burgemeester had dat bevel uitgevaardigd.

De Vogelwijk voor zigeuners
De Vogelwijk was aanvakelijk een woonwagenkamp, waar rondtrekkende zigeuners [handelslui] hun houten woonwagens met paard en vee hadden gestald. Er werd voor hen ook een houten kerkje gebouwd.

Later kwamen er huizen te staan langs straten met vogelnanem, vandaar de Vogelwijk.  Die volksbuurt kreeg door haar min of meer slechte reputatie de bijnaam Siberie, mede ook door de afgelegen ligging van de wijk.
Het is nu de buurt vwaar politie, GGD en brandweer zijn gehuisvest.









De nu 93-jarige Adriana-roepnaam Pop- Kagenaar-Janssens, die vertelt over de bevrijding  door de Canadezen die voor de modestoffenwinkel op Pensmarkt 22-24 lagen.
Een dat de eerste H.Mis in mei 1944 niet in de getroffen St. Pieter, maar bij hen thuis op de bovenetage werd gevierd
.
 
foto © paul kriele, 14 oktober 2014.

De nu 93-jarige Pop Kagenaar-Janssens, die uit een gezin komt van 6 kinderen: ’Voor onze winkel lagen de Canadezen. Wij hadden onze schuilkelder onder het pand  van de modestoffenwinkel Janssens-Kitslaar op de Pensmarkt 22-24[nu het grote dubbelpand van Manfield en Only].
Ik weet nog dat de eerste Mis bij de bevrijding in1944 in ons huis plaats vond, want de parochiekerk van St. Pieter was deels vernield. Maar met de kerst was dat al opgeruimd en konden we de kerstmis weer in de St. Pieter vieren.

Met name uit het begin van de oorlog heb ik tonnen met documenten verzameld. Het leven was toen nog vrij normaal ik ging naar kostschool met de trein. Maar de laatste twee jaar moesten we vaak binnen blijven en werden ’s nachts de ramen met zwart papier verduisterd om buiten het zicht van de Duitse vliegtuigen te blijven, zo vertelt Pop Kagenaar-Janssens.

.

Pop Kagenaar-Janssens, en Marijke, een van haar nichten, dochter van de winkelier wijlen Hans Janssens, de broer van Pop Janssens, bij de vitrine met het oranje jurkje

-Links boven: Jan de Wit toont Pop Kagenaar-Janssens een in de schuilkelder getekend kinderportretje van haar.

-Boven: De Wit refereert aan Pops slordigheid, hoewel ze een ambitieuze verzamelaar was. 
Pop: 'Dat gebeurde vooral in het begin van de oorlog. De eerste twee jaar, toen het leven nog zijn normale gang had. Ik ging met de trein naar  kostschool.'
De laatste twee jaar van de oorlogo verliep alles anders. Je moest vaak binnenblijven, de ramen werden 's nachts verduisterd met zwart papier om te evrmijden dat Duitse vliegtuigen zich op objecten konden lokaliseren.'

-Boven: De Wit toont hier een persoonsbewijs dat ze kwijt was en waarvan Pop aangifte deed. 
In een  later opgevoerd sinterklaasgedicht wordt Pop Janssens omschreven als een zondagskind maar met een zielige uitdrukking, iemand met dansbenen die clandestien rookt en daarom is toezicht van haar ouders gewenst,' staat er in dichtvorm te lezen.

foto's © paul kriele, 14 oktober 2014.

Jan de Wit probeert wat herinneringen bij haar los te kweken, maar dat lukt niet echt. Persoonsbewijzen en dergelijke worden getoond, maar omdat Pop wat ‘slordig’ was zijn die stukken bij verzamelaar Jan de Wit terecht gekomen. Na wat anekdoten over Pop en een Sinterklaasgedicht, waarin zij op een komische toon wordt weggezet, draagt De Wit de documenten over aan het Stadsarchief. Dat gaat compleet met het aangiftebewijs van de vermissing - toentertijd- van haar persoonsbewijs… .

Dankzij de ‘bewaarderigheid’ van Pop Kagenaar-Janssens zijn er toch nogal wat documenten bewaard gebleven. Die liggen vanaf 14 oktober 2014 in het Stadsarchief .

Terug naar boven