Verhalen van omgekomen Bossche oorlogsslachtoffers/militairen
Printerversie |
Bij de dodenherdenking op 4 mei 2017 in de Grote Kerk op het Kerkplein lazen scholieren van het Bossche Sint Janslyceum verhalen voor van vijf in de stad omgekomen burgers/militairen. Shaonnon Zoulfi en Ruben ten Thije [Boonkkamp] waren er samen met hun schoolgenoten Annelie Buisman en Doron Schoot.
![]() |
vlnr. Shannon Zoulfi, Ruben ten Thije, Annelie Buisman en Doron Schoot . ....................................................................... foto © paul kriele, 4 mei 2017. |
Pas vorig jaar kreeg kwam er informatie binnen over het bestaan van de Bosschenaar Ivor Arnold van Troostwijk. Dat is niet zo verwonderlijk omdat pas in oktober 2016 de stad alle namen kon noemen van Joodse slachtoffers die in de vernietigingskampen omkwamen.
In onze stad kwam ook een groot deel -59% -van de bijna 500 joden door de Holocaust om. Een van hen was de op 13 november 1943 geboren Ivor Arnold van Troostwijk. Zijn lot bracht hem, doordat zijn ouders in het Huis van Bewaring terecht kwamen naar Den Bosch.
De Zwollenaar Abraham Troostwijk, die lid was van de Joodse Raad en zijn Deventer vrouw Annie Troostwijk-Samuel, die de spanning van de Duitse bezetting gevoelden, vluchtten via Amsterdam naar België. Hun eenjarig dochtertje Greetje zat inmiddels elders ondergedoken. Maar onderweg naar Belgie werden ze in Den Bosch uit de trein gehaald en overgebracht naar het Huis van Bewaring. In deze kille en kale omgeving kwam een blakende Ivor ter wereld. Waar in dergelijke omstandigheden nimmer aangifte van een geboorte werd gedaan, is hier merkwaardig genoeg van de formele procedure afgeweken. Ivor werd ingeschreven in de Burgerlijke Stand.
Op 10 december 1943, Ivor was nog geen maand oud, werd het gezin op transport gesteld. Via Westerbork kwamen ze op 28 januari 1944 aan in Auschwitz aan. Ivor sterft daar nog diezelfde dag. Abraham Troostwijk sterft twee maanden later op 28 maart 1944 ergens in Oost-Europa.
Hoe het met Greetje, de zus van Ivor, is vergaan blijkt uit een speurtocht die begin 2017 aanving. Bij het Rode Kruis stond over haar 'Onbekend Kind nr. 33'. Greetje verbleef als aangenomen dochter bij pleegouders in Deventer.
Facebook bracht uitkomst. Zij woont met man en twee dochters in de Israëlische kustplaats Netanja/ Op 7 april j.l. werd, na een digitale correspondentie via Kabinetszaken van de gemeente telefonisch kontakt met haar gelegd. Van Ivor weet zij dat die is vermoord. Maar data van de overige familieleden zijn haar onbekend. Net als de link met ’s-Hertogenbosch.
Dankzij die speurtocht wordt 72 jaar later Greetje over haar ouders en overleden broertje Ivor op de hoogte gesteld. Greetje bleek vanuit een onderduikadres te zijn verraden en in september 1944 vanuit Kamp Westerbork met een kindertransport naar Bergen-Belsen te zijn vervoerd. Daarop kwam nog een transport naar Theresienstadt, maar dankzij de tussenkomst van bevrijdende Russische troepen volgde voor haar net de ultieme bevrijding.
Ivor is het jongste Bossche slachtoffer. 76 dagen telde zijn leven, waarvan 28 in een gevangeniscel.
Ivor’s naam staat geschreven op de herdenkingsplaquette vlakbij zijn geboorteplek. Greetje komt met haar man naar ’s-Hertogenbosch op de dag dat hier een Stolperstein voor haar broertje Ivo wordt gelegd.
Christ Verkooyen * 1915 † 1940
Crhist t-eigenlijk Sebastiaan- Verkooyen werd geboren in het Brabantse Langeweg in augustus1915. De telg uit een landbouwfamilie zat op jeugde leeftijd in dienst bij het Zesde Regiment Infanterie dat zich, na een aanval van de Duitsers bij Mill in de Peel, in de eerste oorlogsdagen terugtrok naar ’s-Hertogenbosch. Op 4 mei dat jaar volgde de Duitse inval.
Tegen de avond van de 11e mei kwam hij in het St.Jozefhuis aan het Muntelbolwerk- Graafseweg terecht. Bij de broeders van dit jongenstehuis hielden zich 80 kinderen en tiertallen bejaarden schuil. Bij het naderen van de vijand, die vanuit Geffen via de spoordijk van Rosmalen, Den Bosch naderden, werden twee soldaten op wacht gezet. Bij binnenkomst via de Graafseweg dachten zij dat het tehuis een kazerne was en begonnen onmiddellijk een vuurgevecht, dat zich door het aantal manschappen aan beide zijden nogal oplaaide
De bejaarden en kinderen werden begeleid door coördinator Christ Verkooyen naar de kelder geloodsd. Toen er brand in het tehuis ontstond zijn zij –buiten het zicht van de Duitsers- kruipend via de achterdeur ontkomen. Christ verhinderde een Duitse inval. Terwijl hij de groep redde kwam hij zelf door granaatvuur op 25 jarige leeftijd om het leven.
Christ Verkooyen, die stierf als een held, ligt begraven op Kerkhof Orthen. In een door hem de avond tevoren achtergelaten briefje van hem stond: 'Ik ben bevreesd maar vol goed moed'.
Tot nu toe komt de naam van Christ Verkooyen nog niet voor op het oorlogsmonumentje in het Stadhuis.
Peter Emons *1876 † 1944
Peter Emons, die in 1876 werd geboren in Maastricht, kwam op 12-jarige leeftijd met zijn ouders, drie broers en zussen naar ’s-Hertogenbosch. Dat kwam omdat vader, die werkte bij het Tweede Regiment Infanterie,in 1888 naar de garnizoenstad werd overgeplaatst.
In Den Bosch begon voor Peter op 15-jarige leeftijd een werkzaam leven in de sigarenidustrie, onder meer vanaf 1891 bij Goulmy en Baar. Goulmy was de grootste Bossche sigarenfabriek, die uitgerust een centrale verwarming, een ventilatiesysteem en een stofafvoersysteem. Er werden jaarlijks 41 miljoen sigaren gerold en gesorteerd..Ondanks de crisis van de jaren dertig en volgende heeft Peter het tot 1944 in die nijverheid vol kunnen houden. Bij 50 dienstjaren is hij nog Koninklijk Onderscheiden.
Maar bij het naderen van zijn pensioen –op 68-jarige leeftijd- overviel hem het ontij. Op 24 oktober 1944, bij de gevechten rondom de Diezebrug, wordt Peter door de luchtdruk van de springlading uit zijn huis op de Van der Does de Willeboissingel geblazen. Hij komt op straat terecht, wordt nog door granaatvuur dodelijk geraakt, blijft er uren liggen en uiteindelijk naar het ziekenhuis afgevoerd.
De volgende namiddag wordt hij in de tuin van het Groot Ziekengasthuis in een provisorisch graf begraven. Na een jaar volgt een definitief graf voor Peter Emons
Op een briefje van zijn dochter, dat in een kist in het stadhuis wordt bewaard, staat : ‘een goed katholiek, een eenvoudig en zorgzaam man voor gezin en werk, een man die vooral verbroedering hoog in het vaandel had staan’.
Harold Raymond Halle * 1918 † 1944
Zoals elke Welhsman zingt: Wales is het land van mijn vader zo geldt voor Den Bosch: Wales is het land van onze bevrijders. Aan Wales zijn wij schatplichtig.
Harold Raymond Halke groeide op in een armoedige mijnwerkerstreek in Zuid-Wales het dorpje Beddau. Als plichtsgetrouwe en wereldlievende man trok hem de militaire dienst. Eind juni 1944 kwam hij met het lokale regiment van Wales vanuit Engeland in op de Golden Beach in Frankrijk aan wal. De eerste bestemming was Antwerpen, waar hij begin september 1944 de omgeving bevrijdde. Door de mislukte operatie Market Garden bij Arnhem/Nijmegen, was de gehele Welsh Division gefocust op Den Bosch, als knooppunt van waterwegen, spoor-, en verkeerswegen.
Op 22 oktober 1944 begonnen 7.500 man Wales-soldaten met een spervuur op Duitse stellingen de aanval op ’s-Hertogenbosch. Met een gewaagde strategie naderden de troepen na Nuland, Vinkel, Kruisstraat en Rosmalen de stad via De Vliert, waar de Diezebrug een moeilijk in te nemen schakel werd. Harold Hale bereikte als eerste de brug waar hij de ontstekingskoorden doorsneed om de voorkomen dat de brug zou worden opgeblazen. Maar de Duitsers herstelden die lading. Harold en zijn mannen moesten zich terugtrekken, maar eerst hielp hij nog twee manschappen de brug over te steken. Bij het zichzelf in veiligheid te brengen werd hij door Duits artillerie vuur dodelijk getroffen. Harold stierf meteen aan de rand van de Tramkade.
Na een tijdelijk graf wordt Harold Halle met 102 kameraden op een Brits oorlogskerkhof begraven: graf 3B aan de Burgemeester Buskensstraat in Uden.
Op 28 oktober 1944 bereikten zijn ouders het nieuws van het overlijden van hun enig kind.
Sinds 2015 staat op de nieuwe Royal Welshbrug [Diezebrug] de 146 namen van de 146 omgekomen Britse soldaten, die bij de bevrijding van de stad het leven lieten.
Bart van Rixtel * 1927 † 1947
Bart stond beken als een vrolijke knaap, charmant , een grossier in vrienden en die'.. aan elke vinger wel drie grieten wist te versieren'. zo vertelt broer Jes van Rixtel
Als jongen was hij als 13-jarige, bij het uitbreken van de oorlog, werkzaam in de melkfabriek. Daar deed hij al van alles in de illegaliteit.
nog voor het einde van de oorlog werkte hij bij Michelin. In die functie wist hij in de binnenzolen van zijn schoenen brieven naar buiten te smokkelen met name brieven van joden, die geïnterneerd waren in Kamp Vught, maar mochten werken bij Michelin. Toen de Britten ons kwamen bevrijden ging hij hen tegemoet maar dat werd gezien als spionage. Met de arrestatie door de Engelsen leidde het tot een gevangenschap in Son en Breugel.
De totale vernieling van hetouderlijk huis door granaatvuur bleef Bart bespaard.
Niemand van het daarna geëvacueerde gezin Van Rixtel wist waar Bart was. Maar in februari 1945 werd het gezin Van Rixtel weer herenigd.
Bart bleef Bart. Vanaf begin 1945 ging Bart vrijwillig onder de wapenen. Bart, die al als zeventienjarige tekende voor de militaire dienst, genoot zijn als eerste klas soldaat de militaire opleiding bij de Marine. Hij werd ingedeeld bij de Compagnie F van de Marine Brigade.
In augustus 1947 is hij met 37 andere Indië-gangers uitgezonden voor een militaire missie in Oost-Java, 11.000 km van 's-Hertogenbosch. Bart toonde zich mankrachtig deed soms klusjes beter dan zijn oudere makkers. Met zijn onverschrokken optreden redde hij in enkele weken diverse malen zijn makkers uit levensbedreigende situaties.
Begin augustus 1947 ontving moeder Van Rixtel thuis een bericht dat Bart 'enige dagen geleden in Oost-Java was gesneuveld'.
Van Bart van Rixtel werden thuis in een kistje zijn persoonlijke eigendommen bewaard. Daarin zaten zijn onder meer een kris, een grammofoonplaat met muziek uit Indië en een brief van vader en moeder gedateerd juli 1947, . waarin zij Bart feliciteren met zijn 20ste verjaardag. Maar de brief kwam ongeopend retour. Bart kwam niet meer terug. Zij naam staat met 37 andere gestorven Indiëgangers in het Gedenkteken aan de Zuiderparkweg vereeuwigd .
Aan Barts eigendommen werd in 1948 postuum de Bronzen Leeuw toegevoegd.
Terug naar boven