4 mei: Herdenking bij Synagoge, Column Eric Alink en taptoe blazen

Printerversie
Gepubliceerd op: 05-05-2020 | Gewijzigd op: 05-05-2020

Onderaan deze pagina staat de volledige column die stadschroniqueur Eric Alink op 4 mei 2020 in de Casinotuin heeft uittgesproken.

Vandaag 4 mei 2020 hebben  vanmiddag op diverse plaatsen herdenkingen plaatsgevonden.
In de Mortel werden de 293 Joodse slachtoffers hedrdacht. Hun namen staan op drie 3 plaquettes die op 27 oktober 2016 door drie leelingen van het Sint Janlyceum werden onthul Voor het artikel van toen dd.27102016: Onthulling plaquettes Joodse slachtoffers

Voor de herdenking in de Casinotuin klik op Herdenking bij Verzetsmonument en bij Joods Scholierenmonument. 
 
......
Moment van herdenking van de 293 omgekomen Bossche
Joodse slachtoffers van wie hun  namen op drie plaquettes staan.
Die bevinden zich in de Mortel aan de achterkant van de synagoge.


foto's © henk van esch, 4 mei 2010.
......
 
.....
-Boven: De drie plaquettes met de 293 namen van Joodse slachtoffers.
-Onder Op de zijmuur in de Mortel hangen
getekende portretten van Joodse slachtoffers.

foto's © henk van esch, 4 mei 2020.
.....


Op het moment van de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam met een toespraak van Koning Willem Alexander vonden er in de elf hoofdsteden ook een moment van stilte plaats. Dat werd voorafgegaan door het klinken van de Taptoe. In Den Bosch mocht Remco van Esdonk trompettist bij de Koninklijke Harmonie deze taptoe uitvoeren.  De NOS nam dit deel over aansluitend op het  herdekingsprogramma vanuit Amsterdam. 
 
......
In de Kruiskamp in de Maarten Trompstraat blies Remco van Esdonk
van de Koninklijke Harmonie in zijn eigen voortuin de Taptoe
als inleiding op de twee minuten stilte.Dit deel werd door de NOS  rond 20.30, aansluitend op de herdenking op de Dam uitgezonden
.

foto's © henk van esch, 4 mei 2020.

Hieronder Heer Dalsen wonend op de Graafseweg, gaat niet achter maar vóór de geraniums zitten
Graafseweg. foto © henk van eshc, 4 mei 2020.

Column Eric Alink van 4 mei 2020 uitgesproken bij herdenking in Casinotuin

Besmettingsgevaar
Zeven was ik, misschien acht. Met mijn klasgenoten vormde ik een lange rij, waaruit af en toe zenuwachtige lachjes klonken. Volgens de verhalen op het schoolplein zou het geen lolletje zijn wat ons te wachten stond, daarbinnen. “Het doet pijn”, wist de een. “Mijn zus heeft er een litteken van”, beweerde de ander. Bedrukt stapten we over de drempel van het Witte Huis. Het rook er naar ontsmettingsmiddel.
Ooit hebben Bosschenaren het Witte Huis uitgeroepen tot het mooiste stadspand van de twintigste eeuw. Het is opgebouwd uit spierwitte kubussen en rechthoeken. Alsof een hogere macht een blokkendoos boven de Citadellaan heeft leeggekieperd, maar zonder angst voor rommeligheid, in het vertrouwen dat Bosschenaren gek op stapelen zijn – zo niet stapelgek, in de goedmoedige zin van het woord.

Longfoto’s
Het Witte Huis, zo heette het in de volksmond – en nog. Maar ondanks de sterke geur van bleekwater woonde er geen president. Er liepen louter doktoren en verpleegkundigen rond. Bij de voordeur hing een bordje: Gemeentelijk Bureau voor Tuberculose-controle. De dienst opende in 1933, het jaar waarin Hitler aan de macht kwam. Tot in de jaren zeventig was het Witte Huis het hoofdkwartier van de lokale strijd tegen tbc, dat nog veel voorkwam. Scholieren kregen een pijnlijk testkruisje in hun bovenarm gekrast; volwassen lieten er foto’s van hun longen maken. Een goed teken: zeven jaar voordat de nazi’s de macht in Nederland overnamen, beseften Bosschenaren al dat je de besmettelijkheid van het kwaad serieus moet nemen.
Glas heffen
Toch viel dat kwaad niet te stuiten. Op de voorpagina van vrijdag 10 mei 1940 kopte de Provinciale Noordbrabantse en ’s-Hertogenbossche Courant met onderstreepte woorden ‘Duitschland valt Nederland aan’ en ‘Vlammend protest van H.M. de Koningin.’ Tegelijkertijd ging het leven verder. In de krant van die eerste oorlogsdag staat een vrolijke advertentie van Blue Band onder de kop ‘Aan de jeugd is de toekomst’. Verderop biedt een Vughtse mevrouw in een annonce een vierwielig invalidewagentje aan. ‘Loopt op kogels’, vermeldt de tekst in onschuld. Twee pagina’s verder adverteert een slijter uit de Kerkstraat met de leus: ‘Opgewektheid is te danken aan het gebruik van goede dranken.’ Maar op de vrijheid zou Nederland voor lange tijd geen glas meer kunnen heffen.
Tijdens de oorlog bleven Bosschenaren trouwhartig het Witte Huis bezoeken om zich in de röntgenkamer door te laten lichten op tbc. Ook de Duitsers zochten naar wat in hun ogen afwijkend of ziekelijk was. Met een essentieel verschil: zij lichtten vooral registers door. Van de Burgerlijke Stand, de bibliotheek, de vakbonden. Honderden mensen in Den Bosch werden opgepakt. Vanwege hun geloof of politieke overtuiging, Vanwege hun herkomst, seksuele geaardheid of een andere onnavolgbare reden. Velen van hen zouden de bevrijding niet meer meemaken. Tijdens de oorlog kwamen 910 mensen in en uit onze gemeente om het leven, onder wie 293 Joodse burgers en 146 Britse bevrijders, hoofdzakelijk jonge mannen uit Wales.
Looprekje
Elk jaar staan wij stil bij hun dood. Dat doen we bij het Verzetsmonument aan de Hekellaan en – een kleine hinkstapsprong verder – bij het Joods Scholieren Monument. Op 4 mei staan er gemiddeld zo’n duizend mensen. Sinds enkele jaren groeit hun aantal, waarschijnlijk in het besef dat de wereld wiebelt en waakzaamheid geen overbodige luxe is. Maar vandaag is het park leeg, uitgerekend aan de vooravond dat Nederland 75 jaar bevrijding viert. “Blijf thuis”, horen we. “Probeer je te verzoenen met de vrijheidsbeperking. Hou vol, hou moed.”
Dat doen we. Wel klinkt de laatste weken vaker en luider de vergelijking met de oorlog. Maar het is een vergelijking die je een looprekje gunt. Of stevige krukken. Want ze gaat mank. Het klopt: het zíjn rare tijden. Maar onze vrijheid is ongeschonden, al 75 jaar. Wij mogen denken, zeggen en schrijven wat we willen. Ook functioneren onze democratie en rechtsstaat nog volop. Is er dan geen enkele overeenkomst tussen de oorlog van toen en de pandemie van nu? Jawel, eentje: beide begonnen met een virus. Dat van de oorlog brak in de jaren dertig in Duitsland uit en bleek besmettelijk: het virus van de haat, de onverdraagzaamheid, de uitsluiting. Wereldwijd veroorzaakte het de dood van 55 miljoen mensen.
Opdracht
Ik fietste eergisteren over de Citadellaan, keek naar het oude bureau voor tbc-controle. Ik dacht aan besmetting, röntgenfoto’s en het geluk van vrije adem. Ik dacht aan de vele mannen, vrouwen en kinderen die op 27 oktober 1944 uit de grote kelder onder het Witte Huis tevoorschijn kwamen. Ze hadden er dagenlang mogen schuilen. De stad was bevrijd, het virus van de haat bedwongen – al zal het altijd blijven zoeken naar nieuwe kansen om uit te breken. Aan ons de opdracht om de samenleving gezond en vrij te houden, in alle opzichten.
 

Terug naar boven