Zoeken
Laat, Hendrik de
Printerversie |
Inhoud
Kunstboek gepresenteerd- 27 november 2004
Exposities
Levensloop en studies
Overdracht collectie Hendrik de Laat - 6 december 2004
-----------------------
Op zaterdagmiddag werd in het Prentenmuseum op Verwersstraat 19 het nieuwe album over Hendrik de Laat gepresenteerd. Kleinzoon van de in 1980 overleden Hendrik de Laat, ook Hendrik genaamd, kreeg het eerste exemplaar overhandigd. Jo Timmermans, eigenaar van het Prentenkabinet waar de ceremonie plaatsvond, reikte aan wethouder Roderick van de Mortel het 2e exemplaar uit.
Het rijk geïllustreerde boek met circa 60 pagina's tekst, bevat voor het merendeel - 400 - illustraties, te weten etsen, aquarellen, tekeningen en schilderijen van de hand van de Bossche kunstenaar.
Kunstboek Hendrik de Laat gepresenteerd 27 november 2004.
Zaterdagmiddag 27 november 2004 is in het Prentenmuseum het kunstalbum over Hendrik de Laat [1900-1980] gepresenteerd. Wethouder Roderick van de Mortel bood dat eerste exemplaar - na een welkomstwoord van de gastheer van het Prentenkabinet Jo Timmermans- aan aan de kleinzoon van de kunstenaar ook genaamd Hendrik de Laat.
![]() |
Hendrik de Laat, zelfportret ± 1928 [foto uit boek] |
Het album 'Met de tekenstift geboren/ Hendrik de Laat/een Bossche Kunstenaar' geeft een beeld van het kleinschalige Den Bosch waarin De Laat [*1900-+1980] is opgeroeid tot de omvang van de stad in de jaren tachtig.
Het album bevat een kleine omvang aan tekst; het merendeel beslaat etsen, aquarellen, schilderijen en tekeningen van de kunstenaar uit diverse archieven en collecties. De bescheidenheid aan tekst siert ook de bescheidenheid van de kunstenaar, die zijn hele leven in Den Bosch heeft gewerkt. De Laat, die de Kunstakademie niet afmaakte, was eerst studerend en vanaf de jaren twintig ook exposerend actief. Tussen 1918-1942 werkte hij als filmoperateur bij de Cinema Royal op de Markt.
Hoogbergen noemt De Laat een niet maatschappij kritische, maar wel een introverte observator met een precieze kijk op het leven.
Aansluitend aan het boek is in het Prentenmuseum in de Verwersstraat een expositie van werken van De Laat ingericht die tot 27 maart 2005 duurt.
Technische gegevens van het boek:
De beeldredactie is van Marius de Laat. de auteurs zijn Theo Hoogbergen en Ton de Laat, de fotograaf is Hans Westerink en de vormgeving komt van Roelof Koebrugge. Druk: Waanders Zwolle.
Eerder- op 7 juli 1987- is een boek van de hand van de historicus drs.Frans van de Ven uitgekomen over de Bossche graficus Hendrik de Laat.
![]() |
![]() |
Boven: Wethouder Roderick van de Mortel in zijn toespraak over het ' s-Hertogenbosch van de jaren zestig, de jaren van sanering. Rechts Gastheer Jo Timmermans die in zijn toespraak ook alle vrijwilligers van de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch dankte. Rechts: Wethouder Roderick van de Mortel reikt aan Hendrik -genoemd naar zijn grootvader de Laat- het eerste exemplaar uit. Links: Kleinzoon Hendrik toont het boek over grootvader aan de genodigden. Naast hem de auteur Theo Hoogbergen en Marius de Laat en andere familieleden. foto © paul kriele, 27 november 2004. |
![]() |
Van de Mortel blikte terug op de jaren zestig, de tijd van de plannen tot aanleg van vierbaans wegen door het centrum en het voornemen de Binnendieze te dempen. Van de Mortel haalde een uitspraak aan van de toenmalige wethouder ir. Heijkoop, die in 1960 had gezegd dat de werken van Hendrik de Laat een prachtige basis zijn de binnenstad te saneren. Maar nu weten we beter! We zijn zuinig op het historisch erfgoed, al zijn we nog dagelijks bezig aannemers en bouwers daarop te attenderen.
Dat was voor kleinzoon Hendrik aanleiding om te zeggen, dat '..als ik werkelijk wil weten hoe de Binnendieze er uitzag, kan ik beter in het boek van grootvader kijken..' .
In het Prentenmuseum waren vele familieleden present. De jongste zoon Ton de Laat moest vanwege andere -kunstzinnige - verplichtingen verstek laten gaan.
Theo Hoogbergen, de auteur, sprak over 400 pagina's. Ik zie sommigen al schrikken, maar er zijn maar 60-70 pagina's tekst, aldus Hoogbergen Die bescheidenheid aan tekst siert ook de bescheiden kunstenaar die door Hoogbergen geplaatst werd in de kleinschaligheid van de stad rond de vorige eeuwwisseling. Die kleinschaligheid typeert het milieu waarin de Laat geboren is. Zijn hele leven lang is hij in Den Bosch blijven werken, aldus Hoogbergen.
In het boek zijn talrijke illustraties opgenomen maar niet de geijkte afbeeldingen die we van De laat kennen. De werken die afgebeeld zijn komen uit particulier bezit, uit het Stadsarchief dat 1700 tekeningen, etsen en aquarellen bezit en van de Universiteit Brabant en het Prentenmuseum. Met deze keuze uit etsen, tekeningen, aquarellen en schilderijen hebben we een andere Hendrik de Laat getoond dan we van de Bossche afbeeldingen kennen.
'En daarom hoop ik, ' aldus Marius in zijn dankwoord aan Jo Timmermans die het werk mede mogelijk maakte, dat velen dit boek zullen kopen om van 'die andere De Laat ' kennis te kunnen nemen.'
![]() |
![]() |
Eigenaar van het Prentenmuseum Jo Timmermans, die het eerste exemplaar 'doorreikt' aan wethouder Roderick van de Mortel. foto © paul kriele, 27 november 2004. |
Als eersten trokken de wethouder en familieleden met auteur Theo Hoogbergen op uitnodiging van Jo Timmermans naar de eerste etage alwaar de expositie van werken van Hendrik de Laat is ingericht. |
Levensloop en studies
De op 2 januari 1900 geboren Hendirk de Laat woonde in de Verwersstraat. Hendrik was de zoon van Gerardus Johannes Maria de Laat, decoratieschilder die ook bioscoopreclames en toneeldecors maakte.
Hendriks ouders waren Gerardus - roepnaam Gerrit- de Laat, die gehuwd was met ene Pierson, de 2e dochter van de eigenaar van de Paternoster. De andere, de oudste dochter, was getrouwd met Piet Beks, de latere exploitant van de Paternoster. In de Gelderse Wagen [Pensmarkt] stond een broer van Gerrit als kastelein.
Vader Gerrit zelf leidde een schildersbedrijf in de Verwersstraat dat aanvankelijk goed floreerde.
Naast zoon Hendrik, de latere graficus, was er nog een oudste zoon Piet [*1899], die in 1917 aan tbc overleed. De enige dochter is getrouwd met een bakker uit de Postelstraat.
Op 11-jarige leeftijd volgde Hendrik, die in zijn jeugd bij vrienden ook wel Harry werd genoemd, al avondcursussen tekenen bij Frans Kops, docent aan de Koninklijke School.
Van 1915-1917 zat Hendrik op de avondtekenschool en de zondagschilderklas. Daar waren zijn leraren ir.Julien Dony [m.n. architectuur], Barend Bouwmeester [tekenen en schilderen] en Frans Kops [bloemstillevens] en Piet Slager.
Hij volgde in dat jaar ook de avondtekenschool bij ir. Julien Dony.
Via Piet Slager is Hendirk in kontakt gekomen met diens jongere broer Frans Slager die tamelijk internationaal georiënteerd was. Van hem leerde hij het vastleggen van landschappen en Bossche stadsgezichten.
geboortehuis
De Laat was in de Verwersstraat geboren, op nummer 62 .
In 1917 overlijden kort na elkaar zijn vader en zijn broer, waardoor Hendrik de kostwinner werd van het gezin dat -naast Hendrik - bestond uit zijn moeder en zus. In dat onderhoud voorzag hij als huisschilder.Dat heeft ongeveer drie jaar geduurd.
In 1918 is hij filmoperateur geworden bij Cinema Royal. Dat werk -dat hij tot 1942 aanhield, heeft zijn kunstenaarsinzet niet gehinderd. Overdag had hij de vrijheid om te tekenen, te schilderen en te etsen.
In 1922 nam hij privéles bij Frans Slager de jongere broer van Piet Slager,
In die jaren woonde het gezin in 'De Moriaan'.
Maar de Laat is op 13 augustus 1931 getrouwd vanuit zijn geboortehuis in de Verwersstraat dat bewoond werd door het gezin Kloppenburg, zijn toekomstige schoonouders.
Dat statige huis ligt oostelijk van de klokkenwinkel van Peter Mazus en staat met dit buurpand nagenoeg haaks op de Beurdsestraat.
Maria -roepnmaam Marie- Wilhelmina Adriana Kloppenburg *1902-22 juli 1987, had aanvankelijk een kantoorbaan en kwam later te werken bij de kachel - en haardenwinkel van Van Bergen met die de familie goed bevriend was.Van Bergen had een zaak op de Hoge Steenweg naast de Ruissche Poort.
Het echtpaar kreeg vier zonen, onder de inmiddels overleden - oudste - Henk [1932-1995], Wim en Marius die aan het boek heeft bijgedragen evenals de jongste Ton én drie dochters.
eigen zaak
Vughterstraat 162, tot 1949 nog Vughterdijk [nummer 18] genaamd, kwam pas in 1935 in beeld. Vanaf dat jaar begon hij zijn werken, die hij tot dan toe via de kunsthandel van anderen verkocht, met zijn vrouw in een eigen zaak te verkopen. Het was het woonhuis geweest van vriend Herman Moerkerk die in 1928 naar Haarlem was vertrokken. Na eerst de benedenverdieping in bezit genomen te hebben, kocht hij in 1954 het gehele pand.
Tussen 1935 -1940 was Hendirk de Laat kunstrecensent bij Het Huisgezin.
Omdat hij het gemis aan een afgeronde studie ervoer, pakte De Laat in 1937 opnieuw tekenlessen op bij Charles de Bakker, docent aan de Koninklijke School. Die relatie zou bestendigd worden in een langdurige vriendschap.
In de oorlogsjaren 40-45 stroopte de Laat de provincie af om overal tekeningen en aquarellen te maken. 'Etenswaar en kunst waren onder de oorlog 'in', zo schrijft Van de Ven in zijn boek 'Hendrik de Laat. Graficus uit Brabant' [1987].
De Laat die geen lid werd van de Duitse Kultuurkamer, was na de bevrijding ontzet door de getroffen Bossche wijken. Hij trok kort na de bevrijding er meteen op uit om de verwoeste plekjes in het Havenkwartier en in de Pijp vast te leggen.
Exposities [zie rubriek hieronder]
In 1970 is hem de Jeroen Boschpenning toegekend .
Vier jaar later verlaat hij het bekende winkelpand in de Vughterstraat. Hij betrekt met zijn vrouw een appartement in de serviceflat De Pettelaer om aldaar van zijn pensioen te gaan genieten.
Bij gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag verschijnt er wederom een boek :'Hendirk de Laat tachtig jaar, 's-Hertogenbosch 1979' Het omvat 58 tekeningen en etsen en een inleiding door Annemie Mac Gillavry.
Op 2 januari 1980 viert de familie gezamenlijk in het ouderlijk huis in de Vughterstraat [groot-] vaders tachtigste verjaardag. Drie maanden later overlijdt de kunstenaar onverwacht na een kortstondige ziekte.
Hendrik de Laat werd in de door hem zo vaak vastgelegde St. Jan uitgeleide gedaan. Het schilderij van het orgel hing prominent aan een van de pilaren van de viering.
Drie jaar later geeft de familie een groot deel van de artistieke nalatenschap in langdurige bruikleen bij het Stadsarchief.*
* noot: Voor bruikleenverhaal zie hieronder bij 'Overdracht'.
-----------
Hendrik de Laat stond niet bekend als een maatschappij kritische, noch grensverleggende kunstenaar. Hij keek graag naar het verleden. Hoogbergen schrijft dat hij een oplettende, beschouwende, introverte observator was, een precieze kijker.
Exposities
Al vroeg exposeerde hij ondermeer in 1921 in de bovenzaal van kunsthandel F. Wilmsen Vughterstraat 118-120. In 1924 kocht hij zijn eerste etspers van de woonwagenbewoner Constant Nefkens. Met deze pers produceerde hij al in oktober van dat jaar een eerste ets. De totale collectie etsten wordt geschat op 320, hoewel hij er vele honderden gemaakt moet hebben.
In de jaren daarop volgden onder meer expo's in Borzo in de Vughterstraat [1925 en 1926 en 1930].
In 1932 nam hij deel aan een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam met twee etsen, waaronder een gezicht op de Zuid-Willemsvaart en 'Oud 's-Hertogenbosch'. Beiden werden door het museum aangekocht.
In die tijd hadden Frans Slager en Herman Moerkerk grote invloed op de jonge kunstschilder/tekenaar. Zij inspireerden hem tot het tekenen en schilderen van Bossche stadsgezichten. In de jaren 20-30 bezocht hij steden als Delft Leiden Haarlem en Amsterdam waar hij stadsgezichten en kerkinterieurs vastlegde.
In 1927 kreeg hij opdrachten uit Tilburg en een jaar later uit Nijmegen.
In 1961 en in 1970 volgen wederom grootste exposities in resp. het Noordbrabants Museum en in De Moriaan. De laatste bij gelegenheid van zijn 70ste verjaardag.
De expositie over werken van Hendrik de Laat in het Prentenmuseum duurt nog t/m 27 maart 2005.
Overdracht collectie Hendrik de Laat - 5 december 1983
Op 5 december 1983 is nagenoeg de volledige collectie van Hendrik de Laat overgedragen aan het Stadsarchief 's-Hertogenbosch.
De kinderen de Laat hadden besloten hun persoonlijke bezittingen die herinneren aan vader Hendrik de Laat in bruikleen af te geven aan het Bossche Archief.
Die collectie omschrijft de jongste zoon Ton de Laat en geeft er de achterliggende redenen bij.
Na het overlijden van vader bleek dat er een enorme hoeveelheid werk lag, dat evenwel niet geschikt is voor de verkoop, maar dat wel vaak de grondslag heeft gegeven voor al het werk dat vader heeft gemaakt. Niemand zou met een opsplitsing gebaat zijn. Maar als geheel zou het archief er iets zinnigs mee kunnen doen.
De opbouw van de collectie is:
2000 prenten en tekeningen, schetsen, aquarellen, schilderijen en calcheer voor het maken van etsen, briefjes en aantekeningen en een aantal recensies uit de tijd van zijn werk voor Het Huisgezin.
De aquarellen en schilderijen zijn bijv. een eerste aanzet, half of deels voltooide werken. Daarnaast zijn er zo'n 300-350 etsplaten aanwezig.
Voordat de bruikleen werd verleend bleek ons uit onderzoek dat vader zeker niet alleen in Den Bosch actief is geweest. Het buitenland was hem niet vreemd. Hij heeft opvallend veel door het land gereisd.
Aan de gemeente is de voorwaarde gesteld, dat de bruikleen geldt voor ideële doeleinden, wetenschappelijk, of cultureel gebruik en educatieve doeleinden.
Bij mogelijk commercieel gebruik dient eerst aan de kinderen toestemming te worden gevraagd.
De bedoeling is dat de gemeente de collectie in kaart brengt, documenteert en of op foto zet, aldus Ton de Laat in 1983!. Hij voegt er nog aan toe, dat de kinderen niet alles hebben afgestaan. Ieder voor zich heeft nog iets opzij gehouden.'
De bruikleen kan automatisch overgaan in een permanente schenking.
--------------------------------
Bronnen:
'Hendrik de Laat Graficus uit Brabant' [1987]
'Met de tekenstift geboren/ Hendrik de Laat een Bossche Kunstenaar 1900-1980' [2004]
Boschboomblad nr.5/ mei 1970
Interview met Ton de Laat door paul kriele op 8 december 1983.
Terug naar boven