Heilig & profaan: Boek met 800 middeleeuwse [pelgrims-]insignes

Printerversie
Gepubliceerd op: 25-11-2018 | Gewijzigd op: 25-11-2018

Zaterdagmiddag 24 november 2018 werd in het Groot Tuighuis het rijk geïllustreerde boek gepresenteerd dat van 800 middel eeuwse [pelgrims-] insignes door diverse kenners en collectioneurs wordt beschreven. Een groot deel van de insignes zijn Brabantse en Bossche, merendeels 13e, 14e en 15e eeuwse, unieke kleinoden, die zich o.a. in de collectie van Erfgoed bevinden. 




Prof. dr. Jos Koldeweij biedt aan de weduwe 
van Hendrik Jan van Beuningen [*1920-+2015] , Heidi van Beuningen het eerste exemplaar aan van 'Heilig en Profaan'.
Daarop zei Heidi van Beuningen: 'You did him proud'.

foto © paul kriele, 24 november 2018.
...................................................................................................

Van het overigens vierde deel op dit gebied werd het eerste exemplaar aangeboden namens de auteurs* door Jos Koldeweij aan Heidi van Beuningen, de weduwe van de grote verzamelaar en insigne-onderzoeker en auteur van Heilig en Profaan 1, 2 en 3 Hendrik Jan van Beuningen [*1920  † 2015]. 
Van Beuningen was eerder getrouwd met de in 1980 overleden Miem de Vries.

Van Beuningen was Voorzitter van de Coördinatiecommissie van Advies inzake archeologisch onderzoek binnen het resort Rotterdam.


 
  -Hierboven: prof. dr. Jos Koldeweij
die vijftien jaar geleden [1993]
door zijn kennismaking met Hendrik Jan
van Beuningen met hem het besluit nam
om een catalogus samen te stellen van de insignecollectie van Van Beuningen
.

-Links: Voorbeelden van pelgrimsinsignes
waar veelal Maria op staat afgebeeld.
Bovenaan die met een spiegeltje zijn
uigerust, om 'het heilige' dat men op
bedevaart had gezien, tot zich te nemen, eigen te maken en mee naar huis te kunnen nemen


foto's © paul kriele, 24 november 2018.
 

Maar voordat het zover was belichtten Jos Koldeweij, archeoloog Eddy Nijhof, bouwhistoricus Ronald Glaudemans en co-auteur Hanneke van Asperen uitvoerig de achtergronden van deze insignes. Ferdinand Vaandrager,  schoonzoon van Beuningen hield het vooral bij dankzeggingen.’Hè hè, boek deel IV is uit. Dit deel vier is het snelst uitgekomen. Hendrik Jan had gewoon haast. Het moest af.’ Vaandrager had nog wel een wens voor de toekomst: ‘een Engelstalige versie, vooral door de verhalen zou dit een uitkomst zijn. Ook is het gewenst het documentatiesysteem van HJvB op te nemen in een digitaal bestand’.

Ferdinand Vaandrager, schoonzoon van Van
Beuningen, die aan Hanneke van Asperen, Eddy
Nijhof en Jos Koldeweij  [op de foto] een kist wijn aanbiedt..

.................................................................................................................
foto's © paul kriele, 24 november 2018.
 

Koldeweij’s eerste aanzet was diens kontakt met Hendrik Jan van Beuningen. Samen vonden zij 25 jaar geleden dat er een catalogus met vondsten uit het Nederlands taalgebied moest komen. Dat was het eerste deel. Maar het was toen nog maar het topje van de ijsberg. Maar het zegt wel iets over de toenmalige mentaliteit, het reisgedrag* van Europeanen en hun devotie. In die publicatie zat al een groot deel van de verzameling van Hendrik Jan van Beuningen die al op twintigjarige leeftijd, na het bombardement van Rotterdam, met het verzamelen van insignes en aardewerk was begonnen. Vooral zijn fascinatie voor erotische insignes was mateloos,' sprak Koldeweij.

Kort voor Van Beuningens dood hebben we nog diens collectie uitgediept. In het vierde deel zijn de 60 mooiste en soms razend zeldzame insignes afgebeeld. En Koldeweij besloot met ..’..dat dit boek veel voor de vader van de vier delen heeft betekend.  Ik heb ze zien geboren worden. Hij zat aan de keukentafel met schaar en een tube lijm te werken. We konden hem er niet vanaf krijgen. Hij bleef er aan bezig tot het aller laatste.’

Hierna schonk Koldeweij aan Hendrik Jans weduwe Heidi het eerste exemplaar.  Heidi van Beuningen reageerde emotioneel: ’ You did him proud’. 

Wat uit de insigne[vondsten] kan worden afgeleid,  aldus Koldeweij: de bedevaartplaats die de bedevaarder had bezocht, 
het insigne bracht geluk door de afbeelding van de heilige of het heiligdom en het bood bescherming tegen kwaad en onheil.  

*Enorme afstanden [reisgedrag] 
Er zijn  door de vondsten afstanden bekend geworden van bedervaartgangers die in de honderden kilometers belopen. Van Damme naar St.Leonard-de-Noblsat, een afstand van 750 kilometer,  of van Sneek naar het Zwitserse Einsiedeln 900 km en van Dordrecht naar Bari bedraagt  1900 km.

Lezing archeoloog Eddy Nijhof
Het meest frappant uit de lezing van archeoloog Eddy Nijhof was dat de toenmalige afdeling Archeologie en Bouwhistorie,  later  BAM en tegenwoordig Erfgoed, veel meer objecten uit de grond had kunnen haten wanneer zij al eerder met metaaldetectoren waren begonnen. Daarmee gaf Nijhof aan dat het in de jaren 80 en 90 vooral de amateur onderzoekers waren die zoveel materiaal naar boven wisten te brengen.

De overzichten van  bouwputten, zoals het 6.000 m grootte terrein bij het Burg. Loeffplein [onderzoek in 1994 tbv bouw Arena] en Lepelstraat [onderzoek in 1986] maakten duidelijk dat juist uit de stort en veel minder uit de bouwput, boven ‘water’ kwam. Nijhof: ’Zelfs het Rijk had ons verboden met detectoren te werken, wat wij negeerden’. Bij het onderzoek op het Burg. Loeffplein noemt Nijhof expliciet de medewerking van Hendrik Jan van Beuningen.


-Rechts: Brabantse pelgrimsinsignes.

Links de afbeelding waarop het Boxtelse
wonder van de omgevallen kelk op het altaardoek wordt uitgebeeld. Middenin een insigne uit Meerveldhoven en rechts de H. Lucia.

-Boven: Artikelen in het Brabants Dagblad uit de jaren 80 en 90 over het project Burg. Loeffplein en het succes van een Bossche buschauffeur die als amateur archeloog meer resultaat boekte  dan de archeologen van de toenmalige BAM  [zie hieronder voor de tekst]. 


foto's © paul kriele, 24 november 2018.
 

Brabants Dagblad publiceerde het treffende en overtuigende  voorbeeld van een amateur archeoloog. Een Bossche buschauffeur had  in zijn vrije tijd  het Burg. Loeffplein met een detector omgeploegd. Later heeft hij ’deze mooie collectie’ verkocht aan de gemeente Den Bosch,’ sprak Nijhof.  ‘Maar vaak konden wij door tijdgebrek en door de hoge waterstand niet zoveel naar boven halen als de amateurs’.

De amateurs haalden uit de stort  5400 metaalvoorwerpen, terwijl wij er op locatie 490 uit groeven. 1400 sierspelden door de amateurs en 30 door de BAM en 200 pelgrimsinsignes door de amateurs en wij 10! Pas na aanname van de Wet van Malta, die onder meer metaaldetectie mogelijk maakte, weten we wel grote aantallen te bereiken.’ Nijhof terugblikkend: ‘Het is goed dat er een andere onderzoeksaanpak is gekomen. Want veel is in het verleden verloren gegaan..' 

De aandachtspunten 
die Eddy Nijhof tot slot voor de onderzoekers en degene die het vastleggen noemde:
vaagheid in de dateringen,
is het typochronologisch geregistreerd of archeologisch?  
uit de opgravingen is niet duidelijk welke datering gebruikt wordt,
strakker melden en documenteren van vondsten van metaaldetectoronderzoekers. 


Hierboven de vroege bouwgeschiedenis van de
Sint Jan van 1300-1370-1385-1400 met twee middentorens. 

Dankzij de pelgrimsinsignes [zie foto rechts boven,
insigne uiterst rechts] waar
op de twee  middentoren
van de Sint Jan staan afgebeeld,
raakte  bouwhistoricus Glaudemans overtuigd 
dat de kerk in de tussentijd van Romaans
naar Gotisch twee midden torens heeft gehad. 

foto 's © paul kriele, 24 november 2018.
......................................................................................................
 

......

Bouwhistoricus Ronald Glaudemans die na jaren onderzoek een lijvig boek schreef over de vroege bouwgeschiedenis van de Bossche kathedraal. Wat ook boeide was de door de bouwhistoricus ontdekte twee midden torens.  Daar werd zijn blik door getrokken via pelgrimsinsignes die daar duidelijk in waren.

Het bleek dat de eerste Zwanenbroederskapel, die Noordelijke toren grensde, in de loop van de bouw van gotische naar romaanse kerk [14e eeuw]  moest verhuizen naar de plek waar de Mariakapel, tegenwoordig de stiltekapel, staat. Dat maakt dat ooit de Sint Jan drie torens had: de Westtoren en de twee middentorens, halverwege en  zijdelings aan de kerk

Moralistische insignes  

Hanneke van Asperen richtte zich meer op de achtergronden en welke betekenis de insignes hebben. De co-auteur,die op een andere manier naar deze insignes is gaan kijken, vindt het leuke dat ze, hoe klein ze ook moge zijn, zoveel aanleiding geven tot zoveel verschillende verhalen en inzichten. Neem bijvoorbeeld de diversiteit van het materiaal: de meesten zijn  in een lood-tin legering. En heel beperkt van goud of zilver als ze bijv. cadeau werden gedaan.

De Bossche insignes zijn de deel van het verhaal dat [door-]verteld werd. Ze komen in zwang door de mirakelen die vanaf 1382 gebeuren. Daardoor raakte Den Bosch wijd en zijd bekend. Het veroorzaakte de grote toeloop vanuit honderden plaatsen in  Europa naar de stad. Deze insignes bevatten soms een spiegeltje om ‘het heilige’ dat je bezoekt tot je eigen te maken en mee naar huis te nemen.    

-Links: Pelgrimsinsigens met pornografisch
getinte afbeeldingen zijn moralistisch bedoeld.


foto's © paul kriele,  24 november 2018.
-Boven: Fallusdieren [penissen]  in een processie
een vulva dragend, als  een visuele grap op Maria.

-Rechts: Een vulva waarmee de
pelgrimage  werd veroordeeld 
ivm ongewenst gedrag van de pelgrimsgangers.

................................................................................................
 

Speciaal zijn de insignes met pornografische afbeeldingen waarvoor dus Hendrik Jan van Beuningen een mateloze fascinatie had. Voorbeelden daarvan zijn die met een vulva, waarmee ongewenst gedrag werd veroordeeld. Of het insigne met een of meerdere penissen erop, of dat van Maria met pijlen doorstoken. Dat is weer bedoeld als een visuele grap op Maria en de processies die er trokken. 

De voormalige kerkzaal [St.Jacobskerk] in het Groot Tuighuis. vlnr.: Ferdinand Vaandrager, kleinzoon  Jeroen van der Hoeven, achter hem ,niet zichtbaar Christiene Vaandrager-van Beuningen,
dan Heidi van Beuningen, de weduwe van Hendrik Jan van Beuningen en rechts Ronald Glaudemans, Eddy Nijhof en
Jos Koldeweij. Uiterst rechts in tweede rij,  Hanneke van Asperen.

foto © paul kriele,
24 november 2018.
..........................................................

Het werd een lange zit en niet alles wat er gezegd is, kan worden samengevat.  De toehoorders waren blij dat ze de benen konden strekken en wat te drinken kregen aangeboden. …. 

Expositie

Onder de titel 'Badges uit Bossche bodem' is in het Groot Tuighuis in de Bethaniëstraat een klein expositie geopend van laat middeleeuwse insignes die afkomstig zijn uit Bossche bodem.
De auteurs: Prof dr. Jos Koldeweij, drs. Hanneke van Asperen, de in 2015 overleden Hendrik Jan van Beuningen, dr. Peter van den Broeke, drs. Katja Boertjes, drs. Marie Lefere, drs. Willy Piron en drs. Arent Pol.

Uitgever: Stichting Middeleeuwse Religieuze en Profane Insignes in samenwerking met SPA uitgevers in Langbroek.

 



Terug naar boven